H5 Erfelijkheid § 4. Genenparen
Wat gaan we deze les doen? Terugblik op de vorige les 5 min Doelen van deze les Uitleg bij § 4. Genenparen 10 min Zelfstandig werken 15 min
Terugblik op de vorige les(sen) Persoon 1 Persoon 2 Vraag 1: Wat zijn de geslachten van persoon 1 en 2? Vraag 2: Hoe heet het 23e chromo- somenpaar? Vraag 3: Waarom liggen chromo- somen in paren?
Doelen van deze les Aan het einde van de les: …Kan je uitleggen wat een gen is en waarom je in lichaamscellen van elk gen twéé te vinden zijn. …Kan je de betekenis van een recessief gen en een dominant gen geven. …Weet je wat het betekent om een homozygoot of heterozygoot genenpaar te hebben.
Genen Een gen is een stukje DNA (stukje van een chromosoom) die codeert voor één erfelijke eigenschap. Elke cel in het menselijk lichaam bevat ongeveer 25.000 tot 35.000 genen. Genen bevatten de informatie die je eigenschappen bepalen, kenmerken die aan u worden doorgegeven - of worden geërfd - van je (voor)ouders. Genen liggen in paren van twee omdat je een vader en een moeder hebt die chromosomen aan je doorgeven. Chromosoom Eén gen
Voorbeelden van genen die op een chromosoom liggen
Gregor Mendel als ontdekker van de erfelijkheid! (ondertiteling Nederlands aan zetten)
Dominante en recessieve genen Van elk gen heb je dus twee (een van papa, een van mama). Eén van de twee genen kan sterker zijn: zo’n sterk (winnend!) gen noem je dominant. Dit geven we vaak aan met een hoofdletter (bijv. A, H, G….) Het zwakkere (verliezend ) gen noemen we recessief. Dit geven we vaak aan met een kleine letter (bijv. a, h, g….)
Gensymbolen Een combinatie aan genen kan je op een bepaalde manier noemen: Als (1) heterozygoot (hetero=ongelijk): genen van ongelijke sterkte: Aa Als homozygoot (homo=gelijk): genen van gelijke sterkte: AA of aa: In het geval van twee sterke homozygote genen, AA, noemen we dit (2) homozygoot dominant. In het geval van twee zwakke homozygote genen, aa, noemen we dit (3) homozygoot recessief.
Gensymbolen Homozygoot dominant Heterozygoot Homozygoot recessief
Gensymbolen Letterkeuze: Gebruik altijd letters van het alfabet, waarvan de hoofdletter heel anders is dan die van de kleine letter. Daarom kan je in je verhaaltje wel een H gebruiken, maar bijvoorbeeld niet een Z of O. Zo ontstaat er geen onduidelijkheid bij toetsen. Kijk maar: Zz Oo (letters qua vorm hetzelfde) Hh Aa (letters verschillend)
Even oefenen En hoe komen eigenschappen van deze genen (genotype) nu tot uiting in het fenotype? In dit geval voor de eigenschap oogkleur. Dominant is bruine ogen. Recessief is groene ogen. Vraagstuk 1: Een persoon heeft het genenpaar Aa. Welke oogkleur heeft hij? Vraagstuk 2: Een persoon heeft het genenpaar aa. Welke oogkleur heeft hij?
Bruine ogen. Want er is een dominant gen (A) in het genenpaar. Even oefenen En hoe komen eigenschappen van deze genen (genotype) nu tot uiting in het fenotype? In dit geval voor de eigenschap oogkleur. Dominant is bruine ogen. Recessief is groene ogen. Vraagstuk 1: Een persoon heeft het genenpaar Aa. Welke oogkleur heeft hij? Vraagstuk 2: Een persoon heeft het genenpaar aa. Welke oogkleur heeft hij? Bruine ogen. Want er is een dominant gen (A) in het genenpaar. Groene ogen. Want een dominant gen ontbreekt. Er zijn alleen maar recessieve genen.
Zelfstandig werken HETEROZYGEIT Maak nu de bijbehorende opdrachten uit je werkboek: Erfelijkheid - Genenparen HETEROZYGEIT
Doelen van deze les Aan het einde van de les: …Kan je uitleggen wat een gen is en waarom je in lichaamscellen van elk gen twéé te vinden zijn. …Kan je de betekenis van een recessief gen en een dominant gen geven. …Weet je wat het betekent om een homozygoot of heterozygoot genenpaar te hebben.
Einde van de les Ruim rustig op!