Aan het werk! Een les over vacatures, beroepsvaardigheden en doorvragen. Volgende slide: lesdoelen
Doel Je koppelt bepaalde beroepsvaardigheden aan bepaalde beroepen / vacatures Je beschrijft een voorbeeld van een situatie of taak waarbij deze beroepsvaardigheid voorkomt bij dit beroep. Over deze voorbeelden stel je door-vragen aan elkaar. Volgende slide: lesindeling
Indeling les uitleg beroepsvaardigheden & vacature met powerpoint Individueel opdracht 1 maken Aan de slag in tweetallen met opdracht 2 Aan de slag met viertallen met opdracht 3 nabespreking Volgende slide: beroepsvaardigheden
Wat zijn beroepsvaardigheden? De vaardigheden die je moet bezitten om een beroep goed te kunnen uitvoeren. Er zijn algemene beroepsvaardigheden die bij alle beroepen horen. (verstaanbaar communiceren, positieve werkhouding) Er zijn specifieke beroepsvaardigheden: deze moet je bezitten om een bepaald beroep goed uit te voeren. (met zware machines werken, nauwkeurig werken) Opdracht 1: Schrijf een beroep op en een specifieke beroepsvaardigheid die daarbij hoort. (op je werkblad) Volgende slide: vacature
Wat is een vacature? Een vacature is een beschikbare arbeidsplaats. De zichtbare vorm is een advertentie waarin gezocht wordt naar personeel. Een werkgever die op zoek is naar een werknemer plaatst deze vacature in de krant, op bepaalde websites of bij een uitzendbureau. Volgende slide: opdracht 2
Opdracht 2 In de klas hangen een aantal vacatures Per tweetal ontvang je een aantal beroepsvaardigheden op post-its. Plak de beroepsvaardigheden bij vacatures waarbij deze vaardigheden van belang zijn. Beantwoord op je werkblad de volgende vragen: (volgende slide) Volgende slide: opdracht 2 op werkblad
Vul in op je werkblad: De beroepsvaardigheid die jullie bij een vacature / beroep geplakt hebben. De vacature waarbij jullie de beroepsvaardigheid hebben geplakt. Een voorbeeld van een taak of situatie waarin deze beroepsvaardigheid bij dit beroep voorkomt. Volgende slide: voorbeeld opdracht 2
Een voorbeeld: Lichamelijk zwaar werk doen Medewerker botenstalling Beroepsvaardigheid Lichamelijk zwaar werk doen Vacature / beroep Medewerker botenstalling Noem een voorbeeld van een taak of situatie waarin deze beroepsvaardigheid bij dit beroep voorkomt. In de vacature staat vermeldt dat je soms met zware machines moet werken. Dat is waarschijnlijk ook zwaar werk. Volgende slide: aan de slag met opdracht 2
Aan de slag met opdracht 2! Nu post-its plakken Werkblad invullen Volgende slide: opdracht 3
Opdracht 3! Je gaat samen met een andere groepje de vorige opdracht bespreken. Dat doe je als volgt: Een leerling van groepje 1 benoemt: De vacature De beroepsvaardigheid Een voorbeeld van een taak of situatie in dat beroep Een leerling van groepje 2 stelt een doorvraag. Je stelt die vraag aan een leerling van groepje 1: je noemt de naam van die leerling Je kan je vraag beginnen met hoe / waar / waarom / wie / wat / wanneer. Daarna wisselen. (zoals op je werkblad staat beschreven) Volgende slide: door-vraag
Voorbeeld doorvraag stellen Leerling Piet heeft verteld dat hij de beroepsvaardigheid “verstaanbaar communiceren” geplaatst heeft bij de vacature “glaszetbedrijf doorzichtig”. Hij heeft dit voorbeeld benoemd: “Bij een glaszetbedrijf kom je bij mensen thuis, je gaat dan in gesprek met deze mensen.” Leerling Anna herhaalt dit en stelt een doorvraag over deze vaardigheid: “Piet, waarover praat je dan met deze mensen?” of “Piet, hoe zorg je ervoor dat je verstaanbaar bent?” Piet beantwoordt de vraag. Volgende slide: lesafsluiting
Afsluiting Welke doorvragen zijn er gesteld? Passen de doorvragen bij de gestelde vragen? Zijn er persoonlijke leerpunten benoemd? Welke andere vragen zijn er? Op welke manier hebben bepaalde beroepsvaardigheden een koppeling met de beperking die je hebt?
Beroepsvaardigheden Een compliment geven beleefd zijn tegen klanten een taak zelfstandig uitvoeren lichamelijk zwaar werk doen een compliment ontvangen aan afspraken houden vragen stellen over een taak zelfstandig reizen benodigde tijd inschatten regels over telefoongebruik naleven verstaanbaar communiceren een praatje maken meerdere taken plannen instructies opvolgen hulp van een ander accepteren zelfstandig keuzes maken rustig blijven bij toenemende werkdruk juiste taalgebruik voeren zelfstandig afmelden bij ziekte interese tonen voor een ander samenwerken met 1 persoon doorgaan bij tegenslag je motivatie uitleggen hygienisch werken doorwerken bij afleiding samenwerken met 2 personen oplossingen bedenken bij problemen oogcontact maken nadenken over oplossingen bij mogelijke problemen gepaste kleding dragen op tijd komen een ander aansturen op een gewenste manier jezelf voorstellen veilig werken initiatief tonen minder leuke taken uitvoeren klantvriendelijk zijn “nee” zeggen (assertief zijn) aangeven dat je iets niet prettig vindt nauwkeurig werken passend reageren op kritische feedback niet bang zijn om vies te worden respect tonen voor de gevoelens van een ander werkzaamheden registreren bedrijfskleding dragen