Inleiding Prof. Gwendolyn Portzky S
3 suïcides/dag 28 pogingen/dag 14% had ooit suïcidegedachten SUÏCIDE IN VLAANDEREN 1,5 x hoger dan EU gemiddelde 3 suïcides/dag 28 pogingen/dag 14% had ooit suïcidegedachten
SITUERING Bevorderen geestelijke gezondheid Laagdrempelige telefonische en online hulp Bevorderen deskundigheid intermediairen Acties voor specifieke risicogroepen Richtlijnen voor school, werkvloer, media en gezondheidszorg
Leidraad en tools Saskia Aerts en Eva Dumon
S Vorig jaar lanceerde VLESP de richtlijn ‘Detectie en behandeling van suïcidaal gedrag’. Die focuste op de relatie tussen patiënt en hulpverlener. Onderwerpen die er in aan bod komen zijn: hoe kan je herkennen dat een patiënt aan zelfmoord denkt, hoe kan je hierover in gesprek gaan, welke interventies zijn er mogelijk en wat doe je na een suïcide of suïcidepoging van een patiënt. Deze richtlijn vertrok van 4 basisprincipes: het belang van een goed contact, het bevorderen van veiligheid, het betrekken van naasten en het belang van een goede continuïteit van zorg. De continuïteit van zorg reikt echter verder dan de één-op-één relatie tussen patiënt en hulpverlener. Het gaat hier immers over hoe verschillende types van zorg beter op elkaar afgestemd kunnen worden en hoe we ervoor kunnen zorgen dat de suïcidale persoon goed opgevolgd wordt.
DOELSTELLINGEN Aanbevelingen en tools aanbieden ter verbetering van de continuïteit van zorg voor suïcidale personen Antwoord bieden op drie kernproblemen: Hiaten in afspraken en samenwerking tussen verschillende hulpverleners/zorginstellingen Gebrek aan communicatie en delen van informatie over suïcidale personen Follow-up van suïcidale personen S Om hulpverleners en zorginstellingen te ondersteunen bij het bevorderen van de zorgcontinuïteit van suïcidale personen, ontwikkelden we het afgelopen jaar een leidraad specifiek rond dit thema. Deze leidraad tracht een antwoord te bieden op drie hiaten in de huidige zorg voor suïcidale personen: Samenwerking tussen verschillende hulpverleners en zorginstellingen Informatieuitwisseling over het suïciderisico en de behandeling van suïcidale personen Follow-up van suïcidale personen
INHOUD LEIDRAAD Wat zijn kritische momenten in de zorg voor suïcidale personen? Wat zijn mogelijke taken van de verschillende betrokken professionelen? Welke tools en praktijkvoorbeelden zijn voorhanden om beter samen te werken, beter te communiceren, en suïcidale personen beter op te volgen? Hoe ontwikkel en implementeer je afspraken rond zorgcontinuïteit? S De leidraad bevat vier onderdelen:
KRITISCHE MOMENTEN Toegang tot zorg Breng in kaart bij welke instanties suïcidale personen terecht kunnen voor welke zorg en specifieer de bereikbaarheid, contactgegevens en aanmeldingsprocedure van deze instanties. Samenwerking Maak afspraken over wat de taken en verantwoordelijkheden van de verschillende partijen zijn en over hoe samengewerkt kan worden. S Kritische momenten = wanneer afspraken tussen betrokken hulpverleners en goede informatie-uitwisseling extra belangrijk zijn
KRITISCHE MOMENTEN Transfermomenten Maak afspraken over informatiedoorstroming en opvolging van suïcidale personen bij transfermomenten. Zorgweigering Werk uit hoe met zorgweigeraars wordt omgegaan en concretiseer wat aanklampende zorg inhoudt en wiens taak dit is. S Transfermomenten = wanneer suïcidale persoon overgaat van ene dienst/afdeling/zorginstelling naar de andere Zorgweigeraars = suïcidale personen die geen hulp willen
S Zorg dat duidelijk is wie welke taken en verantwoordelijkheden heeft in de zorg voor suïcidale personen. Belangrijk hierbij is een goede informatie-uitwisseling. Schema is slechts ter illustratie, kan verschillen van regio tot regio.
TOOLS EN PRAKTIJKVOORBEELDEN Niveau 1: Samenwerkingsafspraken tussen zorginstellingen en hulpverleners (netwerkniveau) Stroomdiagram voor visualisatie van afspraken “Collaborative care” modellen E
TOOLS EN PRAKTIJKVOORBEELDEN Niveau 2: Communicatie en delen van informatie over suïcidale personen (hulpverlenersniveau) Sjabloon voor risicoformulering Multidisciplinair overleg IPEO Informatie delen (elektronisch) patiëntendossier
TOOLS EN PRAKTIJKVOORBEELDEN Niveau 3: Opvolging van suïcidale personen en zelfhulp (patiëntniveau) Follow-up door bv. hulpverlener, case manager, hulplijn,… ingebed in interventie (bv. ASSIP) niet enkel na een poging Zelfhulptools op E
ONLINE (ZELF)HULP E
IMPLEMENTATIE Suïcidepreventie op de agenda van bestaande netwerken Stappenplan Ondersteuning E Implementatie mee aangestuurd door CGG-SP en netwerkcoördinatoren artikel 107 Bij elkaar komen met betrokken partijen Afspraken maken Afspraken formeel bekrachtigen Afspraken implementeren Samenwerking evalueren
CONCLUSIE Duidelijke AFSPRAKEN in het netwerk Heldere en eenduidige COMMUNICATIE tussen hulpverleners Extra inzet voor FOLLOW-UP van suïcidale personen E
VRAGEN? www.zelfmoord1813.be/zorgcontinuïteit info@vlesp.be @vlesptweet E