Hoofdstuk 4. Pijnstillers Tandartsassistent en medicatie
Pijnstilling Symptomatisch Pijnstillers ander woord analgetica Waarom? Pijnstillers ander woord analgetica Wanneer schade bij gebruik? Te lang gebruik Te hoge dosering
Indeling pijnstillers Paracetamol NSAID’s Opiaten Evt. combinaties van middelen uit bovenstaande groepen
Paracetamol Zie opdracht 1 taak 5
Paracetamol in het kort Bijna geen bijwerkingen Bijna geen contra-indicaties Bij overdosering leverbeschadiging
NSAID’s Voorbeelden? Ibuprofen Naproxen Diclofenac Acetylsalicylzuur (aspirine)
NSAID’s Remmen zogenaamde prostaglandines Bijwerkingen Interacties Deze stoffen worden door lichaam aangemaakt Veroorzaken pijn en ontstekingen En: beschermen de maag Bijwerkingen Maagbloedingen Interacties Met antistollingsmiddelen bloedingen
NSAID’s (aspirine) Aspirine = acetylsalicylzuur = acetosal Maagklachten en verminderde bloedstolling Wordt vaak gebruikt door patiënten maar weinig door tandartsen voorgeschreven Wordt wel vaak gebruikt bij bloedstolsel (trombose) Aspirine is niet hetzelfde als paracetamol!!!
Combinatiepreparaten Soms worden verschillende middelen in één pil gecombineerd Maar hierover opdracht 2
Opiaten Centraal werken analgetica Werken op centraal zenuwstelsel Werken verdovend, pijnstillend en wekken euforie op Alleen bij hevige pijn Zijn verslavend opiumwet
Casus Maak opdracht 3
Hoofdstuk 5. Middelen voor plaatselijke verdoving Tandartsassistent en medicatie
Plaatselijke verdoving Middelen heten anesthetica Tijdelijke verdoving van deel lichaam Blokkeren pijngeleiding door zenuwen Bijwerkingen: Zelden, soms infecties of bloedproppen
Lokale anesthetica Chloorethyl (koude test) of als prik niet gevoeld wordt Lidocaine bij aften (zalf) bij doorbreken tanden (druppeltjes) als injectie Prilocaine Toevoeging van adrenaline