Kippen en hoenderen
Eigen veiligheid! Kalm en voorzichtig benaderen. Als je zelf rustig bent, zal het dier ook niet snel bang zijn. Alleen handelingen uitvoeren waarvan je weet dat je ze beheerst. Vraag desnoods hulp aan een collega. Zorg dat er rondom het dier ruimte en rust ontstaat. Probeer het dier zoveel mogelijk van de voorkant te benaderen. Maak geen plotselinge bewegingen. Praat het dier rustig toe. Doe dit het liefst met een ietwat verhoogde stem. Let op de lichaamstaal van het dier en haal het dier (indien mogelijk) onder zijn kop aan. Zorg dat het dier je handen in de gaten kan houden Dieren kunnen schrikken of bang worden als je ze te abrupt benadert of vastpakt. Benader daarom een dier altijd kalm en voorzichtig. Als je zelf rustig bent, zal het dier ook niet snel bang zijn. Het is niet alleen voor het dier dat je voorzichtig moet zijn. Het is ook voor je eigen veiligheid. Probeer de situatie goed in te schatten en doe alleen die handelingen, waarvan je zeker weet dat je ze goed beheerst. Als je iets niet durft of onzeker bent, doe het dan niet maar vraag hulp aan je collega. Zorg dat er rondom het dier ruimte ontstaat. Zo voelt het dier niet alsof het wordt aangevallen en zal het minder snel zelf aanvallen. Als een dier ziet dat het de mogelijk zou hebben om te vluchten zal het meestal eerder die optie nemen dan te vechten. Probeer het dier zoveel mogelijk van de voorkant te benaderen. Het dier ziet je dan aankomen en kan je verdere handelingen waarnemen. Kniel naast het dier en maak geen plotselinge bewegingen waar het dier eventueel van zou kunnen schrikken. Praat het dier rustig toe. Doe dit het liefst met een ietwat verhoogde stem. Let op de lichaamstaal van het dier en haal het dier (indien mogelijk) onder zijn kop aan. Pas wel goed op want onder andere door angst is er een grotere kans dat het dier gaat bijten/vechten Zorg dat het dier je handen in de gaten kan houden
Benaderen Kijk het dier niet recht aan, ze voelen dan dat je ze komt vangen Gebruik een net Aanvallende haan: Blijf rustig staan Kijk hem aan Loop langzaam op hem af tot hij naar achteren loopt en dwing hem het binnenhok in
Hanteren & fixeren Lok het dier in een zo klein mogelijke ruimte Probeer het van bovenaf te pakken en duw het naar de grond toe Leg vervolgens je handen om de vleugels heen Hou het dier tegen je borst aan gedrukt Onder vleugels controleren In bek kijken
Geslacht bepalen Verschillen: Haan: grotere kam, lellen Zadelbedekking Sikkelveren Sporen. Sommige rassen hebben de hennen ook kleine sporen Meer kleuren. Niet bij elk ras zo. Vaak alleen bij de rassen waarvan de haan berken gekleurd is
Gezondheidscontrole Eigen kippen hoeven niet elke dag geheel gecontroleerd te worden. Dit wordt op zaterdag gedaan.
Extra op letten bij: gezondheidscontrole Kapotte of vreemd gekleurde lellen/kam Mond vies van binnen Kapotte/kromme snavel Lange nagels Uitvallende/kapotte veren Vieze cloaca Eet het dier
Luis/mijt
Huisvesting Opvangkippen in 1 van de kippenhokken naast de konijnenhokken NOOIT meteen bij de eigen kippen zetten. Ivm ziekten Zaagsel op de bodem Steen voor de waterbak Steen zodat er minder snel zaagsel in het waterbakje kan komen
Voeding Waterbakje op de steen in het hok Voerbakje 1: ½ natgemaakt broodje per kip gemengd met een kopje legmeel en een half kopje gemengde granen Voerbakje 2: half gevuld met wat groenten en fruit Als het dier erg zwak is mag het een twee schepjes eivoer extra door het brood heen Nooit een zwak/ziek dier levende meelwormen geven Rijders waterbakje + 1 kopje legmeel
Voeding eigen kippen Linkerren: Rechterren: 1 hangende waterbak 1 hangende bak met legmeel 1 hangende mand met een halve krop sla 1 staande bak half gevuld met groenten en fruit 1 staande bak met ½ broodje per kip, natgemaakt en gemengd met 1 schep legmeel en een halve schep gemengde granen Rechterren: 1 staande waterbak De bakken met legmeel elke dag even schudden, zodat de granen weer te bereiken zijn voor de kippen