Knaagdieren.

Presentatie over: "Knaagdieren."— Transcript van de presentatie:

1 Knaagdieren

2 Inhoudsopgave Eigen veiligheid Benaderen Hanteren Fixeren
Geslacht bepalen Gezondheidscontrole Huisvesting Voeding

3 Eigen veiligheid! Kalm en voorzichtig benaderen. Als je zelf rustig bent, zal het dier ook niet snel bang zijn. Alleen handelingen uitvoeren waarvan je weet dat je ze beheerst. Vraag desnoods hulp aan een collega. Zorg dat er rondom het dier ruimte en rust ontstaat. Probeer het dier zoveel mogelijk van de voorkant te benaderen. Maak geen plotselinge bewegingen. Praat het dier rustig toe. Doe dit het liefst met een ietwat verhoogde stem. Let op de lichaamstaal van het dier en haal het dier (indien mogelijk) onder zijn kop aan. Zorg dat het dier je handen in de gaten kan houden Dieren kunnen schrikken of bang worden als je ze te abrupt benadert of vastpakt. Benader daarom een dier altijd kalm en voorzichtig. Als je zelf rustig bent, zal het dier ook niet snel bang zijn. Het is niet alleen voor het dier dat je voorzichtig moet zijn. Het is ook voor je eigen veiligheid. Probeer de situatie goed in te schatten en doe alleen die handelingen, waarvan je zeker weet dat je ze goed beheerst. Als je iets niet durft of onzeker bent, doe het dan niet maar vraag hulp aan je collega. Zorg dat er rondom het dier ruimte ontstaat. Zo voelt het dier niet alsof het wordt aangevallen en zal het minder snel zelf aanvallen. Als een dier ziet dat het de mogelijk zou hebben om te vluchten zal het meestal eerder die optie nemen dan te vechten. Probeer het dier zoveel mogelijk van de voorkant te benaderen. Het dier ziet je dan aankomen en kan je verdere handelingen waarnemen. Kniel naast het dier en maak geen plotselinge bewegingen waar het dier eventueel van zou kunnen schrikken. Praat het dier rustig toe. Doe dit het liefst met een ietwat verhoogde stem. Let op de lichaamstaal van het dier en haal het dier (indien mogelijk) onder zijn kop aan. Pas wel goed op want onder andere door angst is er een grotere kans dat het dier gaat bijten/vechten Zorg dat het dier je handen in de gaten kan houden

4 Benaderen Zo min mogelijk van bovenaf. Daar komt in het wild ook het gevaar vandaan. Zo min mogelijk geluid en onverwachte bewegingen maken Probeer het dier naar je toe te laten komen Pak een angstig/wild dier zo min mogelijk op

5 Hanteren en fixeren Kleine dieren met lange staart (muis-gerbil)
Pak het dier bij de staartbasis. Ondersteun het dier met je hand, houd de staartbasis vast. Als het een wild dier is, gebruik een handschoen. Pak het dier altijd bij de staartbasis (echt goed hier op letten, anders kan de staart afbreken) aan het puntje van de staart optillen kan ervoor zorgen dat de staart afbreekt Ondersteun een dier altijd onder de kont of onder de poten. Alleen aan de staart of in het nekvel optillen is erg pijnlijk

6 Grote dieren met lange staart(rat-chinchilla)
(Tam)Pak het dier met 1 hand onder de buik, tussen de poten in en onder- steun het dier met je andere hand. Of pak het bij de staartbasis en ondersteun het met je hand/arm. (Niet tam) Gebruik een handschoen wanneer je het dier bij de staartbasis optilt Een tamme rat of chinchilla kan je ook over je armen heen laten lopen, zolang ze niet kunnen vallen, deze zullen ook zelf de kooi in en uit lopen over je arm. Chinchilla’s gaan heel erg verharen als je ze optilt. Dit komt door stress. Schrik daar dus niet van. Ratten zijn ergs snel en als je ze bij het nekvel pakt heb je een grotere kans dat ze je kunnen bijten

7 Kleine dieren met een korte staart (hamster)
Schep het dier op in een kommetje in je hand Deze kan je sluiten, zodat het dier niet weg kan lopen Laat wel je handen een beetje open, dan is de kans dat het dier je bijt kleiner

8 Grote dieren met een korte staart (Cavia)
Pak het dier met 1 hand onder de buik, tussen de poten in Met je andere hand ondersteun je de kont. Draai het dier met de poten naar je lichaam toe Hou het dier zo dicht mogelijk tegen je lichaam Cavia’s vinden het niet fijn om met hun poten los te zijn van een ondergrond. Zet ze dus altijd tegen je lichaam aan als je ze verplaats.

9 Geslacht bepalen Cavia Rat
Ratten zijn makkelijk uit elkaar te houden. Mannetjes hebben enorme ballen. Een beer (mannetje) heeft een stipje. Deze steekt een klein beetje uit. En een zeug (vrouwtje) heeft geen stipje. Zij hebben alleen een soort Y vorm opening.

10 Hamster Muis De geslachtsopening van de mannetjes zitten ongeveer onder aan de buik. Terwijl die van een vrouwtje tussen de poten zit, heel dicht bij de anus

11 Gezondheidscontrole

12 Extra op letten bij: gezondheidscontrole
Oren – Vooral met hangende oren Mond/gebit – niet te lange tanden Nagels – niet te lang Vacht/huid/anus – vies/ontlastingsresten Gedrag- veel knaagdieren zijn nachtdieren en zullen overdag dus niet wakker zijn Vieze vacht/anus kan vooral in de warme periodes voor problemen zorgen met maden

13 Huisvesting Plastic knaagdierhokken binnen. Cavia’s mogen indien het niet te koud is ook buiten in de konijnenhokken Zaagsel onderin Stro als beschuiling Een houten brug of huisje als beschuiling Ratten: handdoeken als bodem bedekking met wat papiersnippers of wc papier Kunnen net als fretten in de grote vogelkooi De huisjes en bruggetjes zitten als het goed is al in het hok en anders zit het in 1 van de plastic bakken onder de voedingsplank of onder de tafel. Ratten zijn gevoelig voor stof en mogen dus absoluut geen zaagsel, hooi of stro in het hok krijgen. Kunnen ze luchtwegen infectie van krijgen. Beuksnippers zijn het best, maar die hebben we niet in de opvang

14 Voeding Onbeperkt hooi Waterbakje Waterflesje
Voerbakje: kijk in het voerboek voor welk voer het dier moet hebben en wat ze als extra voer mogen hebben Gebruik het plastic bakje naast de voerbakken voor de hoeveelheid per diersoort. Nooit voer hergebruiken voor een ander dier  Hooi (Cavia’s voor eten, kleinere knaagdieren voor schuilplaatsen) De waterflesjes liggen in de plastic bakken in de eerste opvang. De voerbakjes liggen in het onderste linkerkastje in de keuken. Meeste knaagdieren kunnen overleven op konijnenvoer/knaagdiervoer. Cavia’s hebben wel speciaal voer nodig waar vitamine C in zit, dit kunnen ze namelijk niet zelf maken. Dit voer moet eens in de zoveel tijd vervangen worden, aangezien de vitamine C er uit gaat. Zet dus goed de houdbaarheidsdatum op het bakje Kijken of er speciaal voer staat en anders voor 1 nacht konijnenvoer en volgende dag kijken of er speciaal voer gehaald moet worden. Op het plastic bakje in de eerste opvang staat aangegeven voor welke diersoort er hoeveel voer gegeven moet worden. Voor cavia’s lijkt het misschien weinig, maar zij moeten net als konijnen voornamelijk hooi eten