Globalisering: internationale kapitaalstromen en migratie Hoofdstuk 29 Globalisering: internationale kapitaalstromen en migratie
Inhoud Internationale kapitaalstromen Internationale migratie 1.1 Enkele gegevens over internationale kapitaalstromen 1.2 Wat bepaalt de internationale kapitaalstromen? 1.3 De effecten van internationale kapitaalstromen 1.4 Beleid inzake internationale kapitaalstromen Internationale migratie 2.1 Enkele gegevens over de internationale migratie 2.2 Wat bepaalt de internationale migratie? 2.3 De effecten van internationale migratie 2.4 Beleid betreffende internationale migratie
1. Internationale kapitaalstromen 1.1 Enkele gegevens over internationale kapitaalstromen 1.2 Wat bepaalt de internationale kapitaalstromen? 1.3 De effecten van internationale kapitaalstromen 1.4 Beleid inzake internationale kapitaalstromen
1.1 Enkele gegevens over internationale kapitaalstromen Vandaag kunnen financiële middelen vrij belegd worden Was ooit anders Liberalisering na 1970 Ontwikkelingslanden hielden lang de boot af Vaak beperkingen op in- en uitstroom van financieel kapitaal Nationalistische overwegingen Instroom van kapitaal kan snel opdrogen Impact op wisselkoers Saldo van betalingsbalans is boekhoudkundig steeds nul Positief saldo van lopende rekening (LR) en kapitaalrekening (KR) Toename van tegoeden Verschijnen op financiële rekening (FR) Negatief saldo op LR en KR samen Toename van verplichtingen
1.1 Enkele gegevens over internationale kapitaalstromen Soorten kapitaalstromen Buitenlandse directe investeringen Portefeuille-investeringen ‘andere’ investeringen Veranderingen in deviezenreserves Stocks Omvang van tegoeden en verplichtingen Activa en passiva Flows Stromen zijn veranderingen in stocks A staat lening toe aan B Kapitaaluitstroom uit A en instroom in B Terugbetaling van lening door B aan A Kapitaalinstroom voor A en uitstroom voor B
1.1 Enkele gegevens over internationale kapitaalstromen Flows Veranderingen in tegoeden en verplichtingen Instroom: vorderingen buitenlanders op onze economie stijgen (onze verplichtingen stijgen) Uitstroom: onze vorderingen op buitenland stijgen (onze verplichtingen dalen) Met uitzondering van veranderingen in deviezenreserves zijn financiële stromen in eurozone en VS groter dan China Eurozone en VS minder nood aan buitenlandse betaalmiddelen Euro en dollar gebruikt in internationale betalingen China: wapenen tegen fluctuaties buitenlandse kapitaalstromen
Figuur 29.1: financiële stromen van de eurozone, de Verenigde Staten en China in 2000-2016 (jaargemiddelde in miljard dollar) (a) instroom (b) uitstroom 1 200 1 200 1 000 1 000 800 800 600 600 400 400 200 200 eurozone vs China eurozone vs China directe investeringen directe investeringen andere investeringen andere investeringen portefeuille-investeringen portefeuille-investeringen verandering officiële deviezenreserves Bron: imf Balance of Payment Statistics (geraadpleegd op 26-06-2017).
1.1 Enkele gegevens over internationale kapitaalstromen Stromen kunnen negatief zijn Vb. terugstroom is groter dan in- of uitgaande financiële stroom Vb. 2008-2009 uitstroom van ‘andere’ investeringen in VS negatief Terugbetaling van leningen door andere landen aan VS was groter dan nieuwe leningen door VS aan buitenland Kapitaalstromen heel volatiel Sterke dalingen in instroom van buitenl. kapitaal samen met verhoogde uitstroom van binnenl. kapitaal kunnen leiden tot crisis Vb. Azië-crisis 1997-1998, of Ijsland in 2008 Stocks directe buitenlandse investeringen (BDI) EU en VS kennen hoge BDI-stocks, en zelf ook hoge BDI in buitenland Minder belangrijk voor Japan Belangrijke factor in globalisering
Tabel 29.1: stocks van buitenlandse directe investeringen (% van het bbp) 1990 2015 wereldtotaal 3 362 miljard us$ 3 362 miljard us$ (constante prijzen, 2010), (constante prijzen, 2010), 9,2% van bbp 9,2% van bbp in uit in uit België 28,3 19,7 103,4 101,3 Nederland 22,9 35,0 93,8 142,4 Duitsland 12,8 17,5 34,0 55,0 Frankrijk 8,2 9,4 32,2 54,8 Verenigd Koninkrijk 18,7 21,0 51,3 54,1 eu-28 49,1 11,7 13,1 48,4 vs 9,0 12,2 31,2 33,4 Rusland - - 21,7 19,4 China 5,2 1,1 10,9 9,1 Japan 0,3 6,5 4,2 30,1 (Zuid-)Oost-Azië (excl. China) 30,6 6,1 76,0 65,3 India 0,5 0,0 10,9 9,1 Sub-Sahara Afrika (excl. Zuid-Afrika) 10,7 1,9 29,6 4,6 Latijs-Amerika 9,8 4,8 10,7 24,3 Bron: Unctad Data Center: Foreign Direct Investment database (geraadpleegd op 26-01-2017). Noot: (*) België + Luxemburg in 1990.
1. Internationale kapitaalstromen 1.1 Enkele gegevens over internationale kapitaalstromen 1.2 Wat bepaalt de internationale kapitaalstromen? 1.3 De effecten van internationale kapitaalstromen 1.4 Beleid inzake internationale kapitaalstromen
1.2 Wat bepaalt de internationale kapitaalstromen? Gericht op verwerven van opbrengst Risicodiversificatie BDI hebben diverse motieven Exploitatie van grondstoffen (vb. Union Minière) Vermijden van hoge invoerrechten Wereldwijde strategie van multinationale ondernemingen (MNO’s): productiefactoren, -kosten en vraag naar product aan zo hoog mogelijke winst realiseren M. Feldstein en C. Horioka Groot deel van nationale sparen wordt geïnvesteerd in eigen land Globalisering kapitaalstromen is beperkt Veranderingen in deviezenreserves zijn gevolg van beslissingen private agenten actief beleid van centrale bank
1. Internationale kapitaalstromen 1.1 Enkele gegevens over internationale kapitaalstromen 1.2 Wat bepaalt de internationale kapitaalstromen? 1.3 De effecten van internationale kapitaalstromen 1.4 Beleid inzake internationale kapitaalstromen
1.3 De effecten van internationale kapitaalstromen Vanaf jaren 1970/80 tendens tot liberalisering kapitaalstromen Voordelen Financiële middelen vloeien naar landen waar ze het meeste opbrengen Of opbrengst hoger is dan kosten, hangt af van risicopremie Risico van negatieve schokken spreiden Dwingen nationale overheden tot discipline Voordelen buitenlandse directe investeringen Verhoging tewerkstelling en inkomen werknemers Hogere belastingontvangsten Dochterondernemingen kunnen deel van inputs bij lokale bedrijven aankopen Indirecte voordelen Overdracht van technologie Ervaring inzake organisatie en management gebruiken
1.3 De effecten van internationale kapitaalstromen Nadelen instroom buitenlands kapitaal Vb. land met groot tekort op LR van betalingsbalans Vertrouwen in terugbetaling van schulden onder druk Twijfels over fiscale en monetair beleid Wisselkoers daalt Problemen bij financiële instellingen Ontwrichtend voor economie Zulke financiële crises zijn niet uitzonderlijk Tussen eind jaren 1970 en eind 20ste eeuw: liefst 112 crises van banksysteem in 93 landen Argwaan bij vb. China en India over liberalisering van financiële stromen Ook stromen van BDI fluctueren, zij het minder dan bankleningen en portefeuille-investeringen Stabieler op korte termijn
1. Internationale kapitaalstromen 1.1 Enkele gegevens over internationale kapitaalstromen 1.2 Wat bepaalt de internationale kapitaalstromen? 1.3 De effecten van internationale kapitaalstromen 1.4 Beleid inzake internationale kapitaalstromen
1.4 Beleid inzake internationale kapitaalstromen 1870-1914: gouden standaard Vaste wisselkoersen in combinatie met open kapitaalmarkten Na WO II: Bretton Woods Vaste wisselkoersen, controles op kapitaalmobiliteit Na 1973 Vlottende wisselkoersen, afschaffen van controles op kapitaalstromen Wat is samenhang tussen mobiliteit kapitaalstromen en wisselkoerssystemen? Landen kunnen slechts kiezen voor twee van volgende drie opties Vrijheid van internationale kapitaalstromen Vaste wisselkoersen Autonoom monetair beleid
1.4 Beleid inzake internationale kapitaalstromen Land met vaste WK en vrije in- of uitstroom van kapitaal dat probeert om binnenlandse intrestvoet te verlagen onder andere landen, kent netto-uitstroom van kapitaal. WK zou meteen onder beoogde benedengrens zakken Gouden standaard: vaste WK en vrij kapitaalverkeer Landen waren bereid deflatoir beleid te voeren Bretton Woods Geen accommoderend monetair beleid Vakbonden tolereerden geen beleid dat werkloosheid deed stijgen Vaste WK enkel mogelijk door kapitaalverkeer aan banden te leggen Na 1973 Geen vaste WK Netto-uitstroom van kapitaal opvangen via dalende WK zonder monetair beleid aan te passen
1.4 Beleid inzake internationale kapitaalstromen Bretton Woods Beperkte kapitaalstromen stonden haaks op nood aan financiële middelen Wereldbank (IBRD) opgericht Internationale Ontwikkelingsvereniging Internationale Financiële maatschappij IMF Monetaire samenwerking bevorderen Evenwichtige groei wereldhandel via stabiele wisselkoersen Na 1973: consultaties over beleid en leningen Na 1973 schaften vooral hoge-inkomenslanden controles op kapitaalbewegingen af Vroege liberalisering komt met risico’s
1.4 Beleid inzake internationale kapitaalstromen BDI’s Decennia na WOII: scepsis bij veel landen over baten van instroom Macht van multinationals Repatriëring van winsten Belastingen ontwijken Ontwikkelingslanden nationaliseerden buitenlandse investeringen, of legden beperkingen op aan MNO’s Voorstanders wijzen op Instroom van kapitaal en technologie Creatie van arbeidsplaatsen Jaren 1980: positievere houding Bilaterale investeringsverdragen Internationale arbitrage-instelling Kritiek in herkomstlanden Daling tewerkstelling in moederland, vb. Trump Kapitaalstromen van China en VS
2. Internationale migratie 2.1 Enkele gegevens over de internationale migratie 2.2 Wat bepaalt de internationale migratie? 2.3 De effecten van internationale migratie 2.4 Beleid betreffende internationale migratie
2.1 Enkele gegevens over de internationale migratie Migratie is van alle tijden Speelde belangrijke rol in globaliseringsgolf in 19e eeuw Speelt minder belangrijke rol in huidige globaliseringsgolf Kritiek, zowel vandaag als in verleden Verband met samenstelling immigrantenstroom? Herkomst van migranten verschilt sterk van land tot land Geografische nabijheid Koloniale verleden
Tabel 29.2: nettomigratie (positief getal duidt op immigratie, miljoenen en procent van de bevolking in beginjaar van elke periode) 1870-1913 1950-1998 als percent van als percent van miljoenen miljoenen bevolking in 1870 bevolking in 1870 Australië 0,9 50% 4,2 51% Verenigde Staten 15,8 39% 25,0 16% West-Europa* -14,0 -9% 20,3 8% Bron: Maddison, A. (2001). Th e World Economy: A Millennial Perspective. Paris: OECD. Noot: (*) Frankrijk, Duitsland, Italië, Verenigd Koninkrijk, België, Nederland, Noorwegen, Zweden en Zwitserland.
Figuur 29.2: jaarlijkse gemiddelde bruto- en netto-instroom van migranten, België en omringende landen, 2000-2014 (in duizenden) bruto-instroom 1 200 1 000 800 600 400 200 België Duitsland Frankrijk Nederland vk netto-instroom (in – uit) 500 400 300 200 100 België Duitsland Nederland vk 2000-03 2004-07 2008-11 2012-14 Bron: International Migration Outlook, 2016 en vroegere jaren.
Tabel 29.3: in buitenland geboren bevolking en hun oorsprong, 2014 migranten (% van de top vijf landen (% van totaal aantal migranten) bevolking) België Marokko Frankrijk Nederland Italië Turkije 16,1 11,5 10,1 7,1 6,6 5,4 Duitsland Turkije Polen Rusland Kazachstan Italië 13,2 13,9 10,6 9,4 7,0 4,0 Frankrijk* Algerije Marokko Portugal Tunesië Italië 11,8 18,2 12,1 8,4 5,1 4,4 Nederland Turkije Suriname Marokko Indonesië Duitsland 13,3 9,7 9,1 8,4 6,3 6,0 vk India Polen Pakistan Ierland Duitsland 13,2 9,2 9,2 6,0 4,4 3,0 vs Mexico India China Filippijnen El Salvador 13,3 27,6 5,2 4,6 4,5 3,1 Australië vk Nieuw-Zeeland China India Filippijnen 28,1 18,5 9,3 6,8 6,0 3,4 Bron: International Migration Outlook, 2016. Noot: (*) cijfers van 2011.
2. Internationale migratie 2.1 Enkele gegevens over de internationale migratie 2.2 Wat bepaalt de internationale migratie? 2.3 De effecten van internationale migratie 2.4 Beleid betreffende internationale migratie
2.2 Wat bepaalt de internationale migratie? Individuen vluchten voor politieke vervolgingen Oorlogen zetten vluchtelingenstromen in gang Vb. Irak, Syrië, Somalië,… In buitenland studeren Buitenlandse directe investeringen Inkomensverschillen: eenvoudig voorbeeld Arbeiders in Zuid migreren voor hogere lonen naar Noord Bevolking in Noord stijgt, loon daalt en omgekeerd in Zuid Loon in Noord wordt , dat in Zuid Verschil tussen beide is gelijk aan kosten van migratie Als beperkingen bestaan, ontstaat wellicht illegale migratie
Figuur 29.3: internationale inkomensverschillen en migratie MWPL MWPL = loon = loon N MWP L N X w A N MWP L Z Z w B N E kost van migratie w B Z w A Z Y N ’ Z’ A B 0’ migratie
2.2 Wat bepaalt de internationale migratie? Inkomen diversifiëren, vb. weersomstandigheden in landbouw Beschermen tegen inkomensschokken Aanwezigheid van groep migranten in gastland Verlaging van kosten van migratie Stijging inkomen per capita Demografische factoren Toename jeugdige bevolkingsgroepen Natuurlijke daling van bevolking in hoge-inkomenslanden
2. Internationale migratie 2.1 Enkele gegevens over de internationale migratie 2.2 Wat bepaalt de internationale migratie? 2.3 De effecten van internationale migratie 2.4 Beleid betreffende internationale migratie
2.3 De effecten van internationale migratie Drie partijen Land van oorsprong Land van bestemming Migrant: slaagt in opzet om hoger inkomen te verdienen dan in eigen land, of niet Effecten op gastlanden Figuur 29.4: homogene arbeid, perfecte mededinging, gegeven binnenlands arbeidsaanbod, dalende MWPL Stel dat er netto-migratie is naar Noord (linkerpaneel) Arbeidsaanbod stijgt van A naar B, loon daalt Totale output stijgt Deel gaat naar immigranten ABLM Deel naar aanwezige bevolking MLK
2.3 De effecten van internationale migratie Drastische inkomensherverdeling: kapitaal (stijgt) en arbeid (daalt) Cruciaal: geen aanpassing kapitaalstock Indien kapitaalstock uitgebreid wél wordt (rechterpaneel) MP van arbeid stijgt, vraagcurve van arbeid schuift naar boven tot op niveau van loon voor migratie Globale stijging van output Output van migranten: deel gaat naar migranten, rest kapitaalinkomen Output van reeds aanwezige arbeid: geen inkomensverlies voor aanwezige arbeiders (loon blijft zelfde), inkomenstoename gaat volledig naar kapitaalbezitters Analyse kan ook uitgebreid worden tot drie productiefactoren Kapitaal, hooggeschoolde arbeid en laaggeschoolde arbeid Zonder aanpassingen van kapitaalstock en hoeveelheid hooggeschoolden, levert immigratie van laaggeschoolden vooral voordelen op voor hooggeschoolden en kapitaalbezitters
Figuur 29.4: effecten van immigratie op het gastland MWPL = loon MWPL = loon N’ N N K’ K K L’ wA M L L wB migratie migratie A B arbeid A B arbeid
2.3 De effecten van internationale migratie Empirische studies beperkt in aantal en opzet Natuurlijke experimenten: plotse, onvoorziene en belangrijke toename van immigratie Vb. Mariel-bootliftoperatie voor Miami, inwijking Russische Joden in Israël of instroom Syriërs op Turkse arbeidsmarkt Studies over lonen laaggeschoolden variëren over tewerkstellingskansen van aanwezige bevolking variëren over situatie van reeds aanwezige laaggeschoolde bevolking Repetitieve jobs gaan naar immigranten Aanwezige arbeiders doen jobs die meer initiatief vragen over impact op overheidsfinanciën Nettobijdrage schommelt sterk tijdens levenscyclus over globale inkomen van reeds aanwezige bevolking Globaal genomen zijn effecten wellicht beperkt
2.3 De effecten van internationale migratie Effecten op landen van oorsprong Verlichting van de bevolkingsdruk Transfers naar moederland Emigratie van hooggeschoolden Terugstroom van menselijk en financieel kapitaal Samenvattend Migratie heeft vooral positieve effecten op migranten zelf, en hun landen van herkomst Effecten op landen van bestemming zijn overwegend positief, maar wellicht beperkt Slechts tijdelijke negatieve effecten op inkomen of tewerkstelling van aanwezige bevolking
2. Internationale migratie 2.1 Enkele gegevens over de internationale migratie 2.2 Wat bepaalt de internationale migratie? 2.3 De effecten van internationale migratie 2.4 Beleid betreffende internationale migratie
2.4 Beleid betreffende internationale migratie Hoge-inkomenslanden zijn overwegend voorstander van open internationale handel in goederen, van liberalisering van financiële stromen, maar sluiten grenzen deels voor migranten Amper internationale regels omtrent migratie Asielbeleid is apart domein Conventie van Genève Protocol van New York Migratiebeleid Verdeling van voordelen is ongelijk Hooggeschoolden en kapitaalbezitters Restrictief beleid ingegeven door verkeerde perceptie van economische effecten, angst en bevolkingsgroepen die vrezen te verliezen
2.4 Beleid betreffende internationale migratie Jaren 1960: gastarbeiders voor boomende economieën Na 1973: grenzen gesloten, zij het niet absoluut Arbeidscontract Gezinshereniging Mei 2009: minsterraad van EU Blauwe kaart voor hooggeschoolden Behalve wettelijke is er illegale immegratie Geen verblijfsvergunning Werken zonder toelating Wettelijke en illegale immigratie enerzijds, en asielaanvragen anderzijds werken als communicerende vaten Werkbaar immigratiebeleid is moeilijke evenwichtsoefening