Het Europees Raamwerk voor de moderne vreemde talen 2 Aansluiting VMBO / MBO en het ERK
Aansluiting VMBO/MBO en het ERK 1. Het ERK biedt inzicht in het leren van een taal. Wat kan dat betekenen voor een leerling die de overstap maakt van het VMBO naar het MBO? 2. Wat is er taaldidactisch nodig om de aansluiting vloeiender te laten verlopen?
VMBO examenprogramma en ERK Lezen (Centraal examen Engels en Duits 2007) A2 - BB B1 - KB B1 - GL/TL Luisteren A2.2 - BB B1.1 - KB B1.2 - GL/TL Gesprekken voeren A2.1 - BB A2.2 - KB A2.2 - GL/TL Schrijven MBO Uitstroomniveaus zijn per kwalificatieprofiel (beroep) verschillend Vanuit Burgerschap wordt een ERK-niveau voorgeschreven voor MBO niveau 1, 2, 3 en 4 opleidingen.
Consequenties ERK in het VMBO Consequenties ERK in het VMBO en MBO Onderwerpen van algemeen naar beroepsgericht Can do statements, functioneel taalgebruik Verschillende beoordelingscriteria Overgang naar het MBO in het algemeen Van leesvaardigheid naar gespreksvaardigheid
Voorbeeld schrijfvaardigheid A2 ERK, Beheersingsniveau Schrijven A2 Kan korte, eenvoudige notities en boodschappen opschrijven. Kan een zeer eenvoudige persoonlijke brief schrijven, bijvoorbeeld om iemand voor iets te bedanken. Voorbeeld uit Taalprofielen (Taalprofielen is een lijst met zogenaamde can do-statements die een doorlopende ontwikkeling in iemands vaardigheid in het gebruik van een vreemde taal laten zien, zie Toolkit VM2) A2 – Correspondentie Kan eenvoudige persoonlijke briefjes schrijven om te bedanken en zich te verontschuldigen.
ERK tekstkenmerken, schrijven A2 Onderwerp - De tekst heeft betrekking op de directe eigen omgeving van de schrijver of eenvoudige alledaagse situaties. Woordenschat en woordgebruik - Standaardpatronen met uit het hoofd geleerde uitdrukkingen en kleine groepen van woorden waarmee beperkte informatie wordt overgebracht. Grammaticale correctheid - Eenvoudige constructies, echter systematisch met elementaire fouten. Spelling en interpunctie - Korte zinnen over alledaagse onderwerpen - bijvoorbeeld een routebeschrijving - zijn correct overgeschreven. Spelling van korte woorden die binnen het mondelinge vocabulaire van de schrijver vallen is fonetisch redelijk correct (volgt echter niet noodzakelijk de standaard spellingsconventies). Coherentie - Gebruik van eenvoudige voegwoorden, zoals: ‘en’, ‘maar’ en ‘omdat’.
Schrijven A2 - Opdracht leerling Bron: Cito/SLO Situatie Je verblijft twee maanden in Engeland/Duitsland/Frankrijk voor een zomercursus. Je logeert bij een gastgezin. Vandaag wordt Emma, het dochtertje van je buren op wie je een keer hebt gepast, 9 jaar en je bent uitgenodigd om aan het eind van de middag iets te komen drinken. Je hebt de uitnodiging aangenomen en een cadeautje gekocht. Bij het ontbijt ontdek je dat je vanmiddag om 16 uur een bijeenkomst op school hebt die kan uitlopen. Je vreest dat je niet op tijd thuis kunt zijn. Je weet niet of de buren al aanspreekbaar zijn zo vroeg in de ochtend en besluit een briefje in de bus te doen. Je biedt je excuses aan, omdat je hebt gezegd dat je van de partij zal zijn en nu pas ontdekt dat je een andere afspraak hebt. Opdracht Schrijf een briefje aan je buren. Maak gebruik van de volgende gegevens: Feliciteer je buren, leg uit dat je misschien laat thuiskomt, bied je verontschuldigingen aan, vertel wat je van plan bent zodra je thuis bent, groet je buren. Aandacht voor opsomming die leidt tot direct vertalen uit opdracht.
Product leerling op A2-niveau Dear neighbours, Congratulation whit your daughter. Thank you for the invitation. I would like to come, but I have at four o'clock a meeting. So I'm going to be a little late. I'm sorry. When I'm home, I get my present and I'll drop by. I wish you a lovely day. I see you than. Bye, Tessa
Gespreksvaardigheid A2 Beheersniveau gesprekken voeren A2 Kan communiceren over eenvoudige en alledaagse taken die een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie over vertrouwde onderwerpen en activiteiten betreffen. Kan zeer korte sociale gesprekken aan, alhoewel hij/zij gewoonlijk niet voldoende begrijpt om het gesprek zelfstandig gaande te houden. Tekstkenmerken: uit Taalprofielen, zie toolkit VM2
Gespreksvaardigheid A2 Bron: ROC, Amsterdam Situatie: Je bent met je vriendin in het buitenland in een restaurant en jullie willen eten. Je vraagt de ober om de menukaart, je vraagt hem om uitleg bij enkele gerechten en je bestelt voor jullie beiden iets te eten en drinken. Na het eten moet je betalen. Opdracht: Spreek de ober aan en vraag om de menukaart. Je leest de kaart en je vraagt om uitleg bij enkele onduidelijkheden. Je bestelt voor je vriend(in) en jezelf een voorgerecht, een hoofdgerecht en iets te drinken. Na het eten moet je natuurlijk betalen. (voor de uitvoering van deze opdracht wordt gebruik gemaakt van een authentieke menukaart) Video
Voor meer informatie… L. Pennewaard@slo.nl