Fokkerij en voortplanting Andere fokkerijsystemen
Onderwerpen Gesekst sperma ET Seksen embryo’s Splitsen embryo’s OPU en IVP Merkerselectie (genomic selection) Overig tripple A
Gesekst sperma Geslacht kalf wordt bepaald door de zaadcel X-chromosoom => vaarsje Y-chromosoom => stiertje ‘vrouwelijke’ spermacel is iets zwaarder (door 3,8% meer DNA) Proces: Fluorescerende kleurstof, DNA neemt dit op Laserstraal: verschil tussen mannelijk en vrouwelijk zichtbaar Elektrische lading, door elektromagnetische veld splitsen 90% betrouwbaar
Voordelen en nadelen Meer vrouwelijke nafok van de beste koeien Meer mogelijkheden van verkoop vrouwelijk fokmateriaal Minder stierkalveren voor de stierenmesterij Meer mannelijke kruisingskalveren die voor een hogere prijs verkocht kunnen worden Meer gemakkelijke kalvingen omdat vrouwelijke kalveren lichter zijn Dure rietjes Geen 100% betrouwbaarheid 56% drachtigheid t.o.v. 68% bij conventioneel Stieren
Embryotransplantatie Superovulatie donorkoeien (FSH) Inseminatie donorkoeien (2x met 12u tussentijd) 7 dagen na inseminatie baarmoeder spoelen voor embryo’s Kwaliteit bepalen Plaatsen bij ontvangsterdieren (55% dracht) Invriezen (50% dracht) Bij plaatsen bij ontvangsterdieren moeten die gesynchroniseerd worden (cyclus) ET
Seksen van embryo’s Uitgespoelde embryo’s Onder microscoop gewassen en op kwaliteit beoordeeld Biopsie (4-5 cellen) Cellen worden bekeken op chromosomen X of Y
Splitsen van embryo’s Eerste kwaliteit kunnen gesplitst worden Direct na spoeling worden embryo’s doormidden gesneden = identieke tweeling Kunnen niet meer ingevroren worden
OPU en IVP OPU = Ovum Pick Up IVP = In-Vitro Productie Winning onrijpe eicellen (8) uit de follikels Kan ook bij nog niet geslachtsrijpe pinken IVP = In-Vitro Productie Opgevangen eicellen worden in lab in 24u bij temp van 38,5°C gerijpt (in-vitromaturatie) Sperma wordt toegevoegd voor de bevruchting (in- vitrofertilisatie Kweek bevruchte eicellen (in-vitrocultuur) (60%) Na 6-7 dgn geschikte embryo’s ingeplant of ingevroren
Merker selectie Dieren selecteren o.b.v. merkerinformatie CRV werkt nu met 60.000 merkers – erfelijk materiaal wordt in beeld gebracht Genen zijn stukjes DNA, die verantwoordelijk zijn voor de genetische verschillen tussen dieren. Voor een kenmerk als melkproductie hebben honderden genen een effect op de prestaties van een dier Genetische merkers zijn kleine, herkenbare stukjes DNA die in de buurt van genen liggen. Ze geven informatie over die genen en de genetische aanleg van een dier
Overig Klonen of celkerntransplantatie (zie volgende dia) Genetische modificatie (stier Herman) In het DNA van Herman werd menselijk DNA ingebouwd waardoor vrouwelijke nakomelingen melk met een ontstekingsremmend eiwit zouden produceren Geen praktisch succes!
Triple A Animal Analysis = aAa De filosofie -> relaties tussen verschillende exterieuronderdelen Koeien worden beoordeeld en gescoord aan de hand van hun totale bouw (skelet) Koeien worden beoordeeld op hun zwakke punten van de bouw en de stier op hun sterke punten Drie-cijerige score waarmee een match te maken is Koe -> volgorde waarin ze ze nodig heeft Stier -> volgorde waarin hij ze doorgeeft Er wordt niet gekeken naar prestaties van de dieren zelf of voorouders aAa
Triple A 1 - Melktype Een fijne nek, fijne huid, ondiepe voorhand, diepe, gewelfde ribben, brede heupen, een vol achteruier. 4 - Kracht (het tegenovergestelde van code 1) Grove kop, korte nek, diepe borst, korte ribben, weinig heup, weinig achteruier. Veel ontwikkeling als volwassen koe. 2 - Hoog Lange benen, een lange, smalle kop, weinig breedte in de voorhand, een hoge achteruier, lange spenen, korte vooruier, soepel uierweefsel. 5 - Breed (het tegenoverstelde van code 2) Brede kop, veel ruimte tussen de voorbenen, breed achteruier dat laag aangehecht kan zijn, lang vooruier, korte spenen. Goede ruwvoerverwerkers. 3 - Open brede kruizen, waardoor er veel ruimte is voor de uier en voor een kalf bij afkalven. Platte botten, open hak. De draaier is vaak niet centraal geplaatst, waardoor de zitbeenderen naar boven gedrukt kunnen worden en de koeien niet recht boven de klauwen staan, waardoor de druk niet gelijkmatig over de klauwen verdeeld wordt. 6 - Stijl Lang kruis, draaier centraal geplaatst, ronde botten, hoge korte klauwen, gesloten hak. 6 geeft meer “bot” in de koe en zorgt ervoor dat de koeien recht boven de harde klauwen staan. Wel kunnen de kruizen vernauwend zijn, waardoor er minder ruimte is voor een uier (kan leiden tot smet tussen de benen of een wijde voorspeenplaatsing) of kalf met afkalven.
aAa
Fokkerij en voortplanting Andere fokkerijsystemen