Filippenzen 1:9-11 (14) F14 vrucht
Oprecht: lett: door de zon beoordeeld, gericht (op de zon gericht) zodat jullie toetsen wat belangrijk is, opdat jullie oprecht zijn Filippenzen 1:10 F14 Oprecht: lett: door de zon beoordeeld, gericht (op de zon gericht) één doel voor ogen, Christus dienen, zonder bijbedoeling, geen dubbele agenda (….). vergelijk 2 Petrus 3:1 oprechtheid: 1 Corinthiërs 5:8; 2 Corinthiërs 1:12; 2:17
Joden } religie Grieken } religie gemeente van God } godsdienst opdat jullie oprecht zijn, niet aanstootgevend tot in de dag van Christus Filippenzen 1:10 F14 Joden } religie Grieken } religie gemeente van God } godsdienst Niet aanstootgevend (lett: onaanstotelijk): voor de Joden, Grieken en gemeente van God 1 Corinthiërs 10:32 geweten dat geen aanstoot geeft naar God toe en de mensen, voortdurend Handelingen 24:16
opdat jullie oprecht zijn, niet aanstootgevend tot in de dag van Christus Filippenzen 1:10 Niet aanstootgevend (lett: onaanstotelijk): voor de broeder (aanstoot) Rom.14:13,20,21; 1 Cor.8:9
opdat jullie oprecht zijn, niet aanstootgevend tot in de dag van Christus Filippenzen 1:10 niet aanstootgevend (lett: onaanstotelijk): aan niemand (ergernis) 2 Corinthiërs 6:3
niet aanstootgevend tot in de dag van Christus Filippenzen 1:10 de bema van Korinte De dag van Christus: voor de gelovige: wij moeten daar gesteld worden (2 Corinthiërs 5:10) wij dan, wetend de vrees van de Heer, overtuigen de mensen…..(v.11) want de liefde van Christus dringt ons….(v 14)
niet aanstootgevend tot in de dag van Christus, vervuld met de vrucht van gerechtigheid Filippenzen 1:10,11 F14 de vrucht van gerechtigheid: wij als gerechtvaardigden stellen onze leden in dienst van God – uitwerking (door Hem): vrucht = wie dief was….stele niet meer…maar… vrucht is: Hem dienen in alles, dat levert iets op Kolossenzen 3:17 e.v.
niet aanstootgevend tot in de dag van Christus, vervuld met de vrucht van gerechtigheid Filippenzen 1:10,11 F14 de vrucht van gerechtigheid: want de vrucht van het licht bestaat in alle goedheid, gerechtigheid en waarheid, toetsend wat de Heer welgevallig is