Rekenen Verhoudingen 2f Les 3: Breuken en procenten 3 Les 4: Verhoudingen

Toetsweek - Hoe staat het ervoor met het huiswerk? - Week 46  Toets rekenen over Getallen 2f, les 1 t/m les 8 en Verhoudingen 2f les 1t/m 4 - Toets is op papier - eerste deel hoofdrekenen, tweede deel is met rekenmachine - Vergeet je rekenmachine niet!! - Deadline voor het huiswerk: Zondag 12 november om 12.00 (‘s middags!!)

Doel van deze les Het toepassen van verhoudingen, breuken en procenten in toepassingssituaties

Berekeningen Bij vragen als: 234 van de 1300 mensen heeft een Iphone, hoeveel procent heeft een Iphone? Je rekent een deel van het totaal uit: deel : totaal x 100  234 : 1300 x 100 = 18% Of kruistabel: Bij vragen als: 175 mensen hebben een telefoon, 32% hiervan heeft een iphone. Hoeveel mensen hebben een Iphone? Totaal : 100 x Percentage  175 : 100 x 32 = 56 mensen Let op: als het om korting gaat moet je het bedrag nog van het totaalbedrag afhalen! mensen 1300 1 234 % 100% 0,007692 18% Mensen 175 1,75 56 % 100% 1% 32%

Oefenen Hoeveel procent haalde Jayden bij de toetsen? 52 Formule: Deel:Totaalx 100 91 : 175 x 100= 52% Punten 175 91 % 100% 52% 56 Formule: Deel:totaal x 100 28:50 x 100 = 56% Punten 50 28 % 100% 56%

Oefenen 40% van 780 45 van 50 = …. % 315 van 700 = …. % 84 van 120 = …. % Een nieuwe fiets kost 740 euro, je krijgt 15% korting. Hoeveel moet je betalen? 312 90% 45% 70% 629 euro

Onthouden!! En weten voor de toets!! 1kg = 1000 gram! Wat kosten de druiven? 1 kilogram druiven kost € 125 gram druiven kost € 4,40 0,55 Gram 750 gram 1000 gram Euro 3,30 4,40 Gram 750 gram 125 gram Euro 3,30 0,55

Aan de kassa moet je € 7,95 betalen Aan de kassa moet je € 7,95 betalen. Hoeveel gram druiven heb je gekocht? Rond af op een heel getal …… gram Gram 750 gram Euro 3,30 7,95 1806,8 gam = 1807

Huiswerk Rekenblokken online: Verhoudingen: Les 3: som 2, 5, 6, 7, 8, 10, 11, 13, 14, 18, 19 + lestoets 3 Les 4: som 2, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 (lestoets 4 hoeft niet)

Huiswerk 12 november Getallen: Les 1 som 3, 4, 6, 7, 9, 12, 14, 16, 20 + Lestoets 1 Les 2 som 4, 5, 7, 8, 9, 10 + Lestoets 2 Les 3: 3, 4, 5, 8, 9, 10,13, 14, 15 + lestoets 3 Les 4: 2, 5, 7, 8, 11, 13, 14 + lestoets 4 Les 5: 3, 4, 5, 6, 9, 10+ lestoets 5 Les 6: 2, 3, 4, 5, 6, 8, 10 + lestoets 6 Les 7: som 4, 5, 8, 9, 10 + Lestoets 7 Les 8: helemaal + Lestoets 8 Verhoudingen: Les 1: 2,3,4,6,7,9,11,14,18,19,20 + Lestoets 1 Les 2: 2,4,5,7,10 + Lestoets 2 Les 3: som 2, 5, 6, 7, 8, 10, 11, 13, 14, 18, 19 + lestoets 3 Les 4: som 2, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 (lestoets 4 hoeft niet)