Oefenvragen Theorie Voertuigbediener 2017 meerkeuze
Multiple Choice A altijd groter dan de dynamische zuigdruk Bij de blussing wordt afgelegd van open water. Als een pomp tijdens bedrijf GEEN water levert, wat is dan de verhouding tussen de statische zuigdruk en de dynamische zuigdruk? de statische zuigdruk is a altijd groter dan de dynamische zuigdruk b altijd kleiner dan de dynamische zuigdruk c soms kleiner en soms groter dan de dynamische zuigdruk A altijd groter dan de dynamische zuigdruk
Meerkeuze C de straalpijpen gesloten en de persafsluiters open De statische persdruk kan worden afgelezen als de pomp is stilgezet. In welke stand moeten de afsluiters dan staan? a zowel de straalpijpen als de persafsluiters open b de straalpijpen open en de persafsluiters gesloten c de straalpijpen gesloten en de persafsluiters open C de straalpijpen gesloten en de persafsluiters open Water moet soms omhoog worden getransporteerd. Om het water te laten staan is een bepaalde druk nodig. Dit wordt de statische persdruk genoemd. Pagina 102: Zuig- en persdruk
Multiple Choice C de hydrostatische druk Hoe wordt de druk genoemd die wordt veroorzaakt door een stilstaande vloeistofkolom? a de manometrische druk b de dynamische druk c de hydrostatische druk C de hydrostatische druk Een waterkolom van 10m veroorzaakt een druk van 1 bar. Pagina 102: Zuig- en persdruk
Open vraag Cavitatie Dit is hoorbaar als knetterend geluid in de pomp Hoe heet het principe van imploderen van waterdampbellen met als gevolg schade aan de pomp? Cavitatie Dit is hoorbaar als knetterend geluid in de pomp
Multiple Choice A Aan de persuitlaat van de pomp Waar wordt de manometrische pers/opvoerdruk gemeten? a aan de persuitlaat van de pomp b in de transportslangleiding c aan de perszijde van de manometer A Aan de persuitlaat van de pomp De manometrische opvoerdruk is de som van de manometrische zuigdruk en de manometrische persdruk. Dit is de totale druk die een pomp levert bij een bepaalde waterlevering. Pagina 104: Zuig- en persdruk
Multiple Choice Hoe groot kan de manometrische zuigdruk maximaal zijn? a 0,85 bar b 1,0 bar c 9,5 bar B. 1,0 bar Pagina 118: Waterlevering van de pomp
Multiple Choice C Pman = 6,5 bar Bij het verpompen van water is de manometrische zuigdruk 0,5 bar. De manometrische persdruk is 6 bar. Hoe groot is de manometrische opvoerdruk? a Pman = 5,5 bar b Pman = 6,0 bar c Pman = 6,5 bar C Pman = 6,5 bar Als er vanaf open water wordt afgenomen, geeft de drukmeter aan de zuigzijde een bepaalde waarde aan. Deze vacuümmanometer geeft de manometrische zuigdruk aan. Pagina 99: Zuig- en persdruk
Open vraag Slingerschotten Hoe noem je de onderdelen die voorkomen dat het water in een volle tank invloed heeft op de stabiliteit van het voertuig tijdens het aanrijden op bijvoorbeeld rotondes? Slingerschotten
Multiple Choice Er is brand in een flat. De afstand van je wagen tot de stijgleiding is 250 meter. Er wordt water afgenomen op 20 meter hoogte waar een verdeelstuk ligt met 2 LD slangen van 60 meter per stuk. Hoeveel druk moet je geven om 3.5 bar op de straalpijpen te hebben? A 7.6 bar B 8.6 bar C 9.2 bar B 8.6 bar Let op: de beide slangen van 60 meter kosten 0.6 bar in totaal. Dus niet 2 maal 0.6 bar. De optelsom wordt: 2,5 + 2 + 0,6 + 3,5 = 8,6 bar Daadwerkelijke vraag op examen 2017.
Open vraag Bourdon-manometer Membraanmanometer Digitale manometer Welke 3 meetprincipes kunnen toegepast worden in de manometers? Bourdon-manometer Membraanmanometer Digitale manometer Pagina 109: Meetinstrumenten
Multiple Choice C met 50 tot 60 kilometer Met hoeveel afgelegde kilometers komt 1 bedrijfsuur van de aandrijfmotor van een pomp overeen? a met 30 tot 40 kilometer b met 40 tot 50 kilometer c met 50 tot 60 kilometer C met 50 tot 60 kilometer
Multiple Choice Wanneer gaat het controlelampje van het antiblokkeersysteem van een voertuig uit? a boven een minimaal aantal omwentelingen van de wielen b als er voldoende remlucht aanwezig is c boven een snelheid van 15 km per uur A boven een minimaal aantal omwentelingen van de wielen
Multiple Choice A de centrifugaalpomp Welke van onderstaande pompen is GEEN verdringerpomp? a de centrifugaalpomp b de zuigerontluchtingspomp c de waterringpomp A de centrifugaalpomp Een verdringerpomp zorgt voor onderdruk door volumevergroting Pagina 138: Centrifugaal- en ontluchtingspompen
Multiple Choice de spleet Hoe wordt de ruimte tussen schoepenwiel en leischoepenkrans genoemd? a de spleetring b de spleet c de drukvereffeningsruimte de spleet Pagina 131: Centrifugaal- en ontluchtingspompen
Multiple Choice Bij een drietrapscentrifugaalpomp die werkt met een intrededruk van 2 bar is de einddruk van de eerste trap 10 bar. Hoe groot is de einddruk van deze pomp? a 24 bar b 26 bar c 30 bar 26 bar Iedere trap levert dus 8 bar op. Intrede was 2 dus: 2+8+8+8 bar
Multiple Choice door een klep in de uitlaat om te zetten Op welke manier wordt de gasstraalpomp in werking gesteld? a door het sluiten van de vlinderklep b door een klep in de uitlaat om te zetten c door een excentriek in werking te stellen door een klep in de uitlaat om te zetten Een gasstraalontluchtingspomp werkt namelijk volgens het natuurkundige verschijnsel dat wanneer een gas of een vloeistof in een vernauwing komt, de snelheid ervan toeneemt en is gemonteerd in de uitlaatleiding van de motor. Pagina 84: Pompen
Multiple Choice C onderdruk maken door volumevergroting Wat is het principe van de werking van de bij de brandweer in gebruik zijnde verdringerpompen? a de middelpuntvliedende kracht b overdruk maken door volumevergroting c onderdruk maken door volumevergroting C onderdruk maken door volumevergroting Daadwerkelijke vraag examen 2017 Pagina 138: Centrifugaal- en ontluchtingspompen
Multiple Choice uit het midden geplaatst Wat wordt bij een waterringpomp bedoeld met ’excentrisch geplaatst’? a naast de pomp geplaatst b uit het midden geplaatst c in het midden geplaatst uit het midden geplaatst De plaatsing van een schoepenwiel is meestal uit het midden. Hierdoor ontstaat een ring van water en door de ruimtes tussen de schoepen wordt er in de ‘kamers’ onder- en overdruk gecreëerd. Pagina 139: Centrifugaal- en ontluchtingspompen
Multiple Choice Welke onderdruk kan er maximaal worden bereikt met een waterringpomp? a 0,85 bar b 0,95 bar c 1,00 bar 0,95 bar Door de plaatsing van een schoepenwiel uit het midden ontstaat een ring van water en continue een zuigende en persende werking. Hiermee wordt een onderdruk van ongeveer 0,95 bar bereikt. Pagina 139: Centrifugaal- en ontluchtingspompen
Multiple Choice Waardoor ontstaat de zuigende werking bij een droge zuigerontluchtingspomp? a doordat het excentriek de zuiger wegdrukt waardoor de ruimte zich vergroot b doordat de veer de zuiger terugdrukt en de ruimte zich vergroot c doordat de veer de zuiger terugdrukt en de ruimte zich verkleint A Doordat het excentriek de zuiger wegdrukt waardoor de ruimte zich vergroot Pagina 140: Centrifugaal- en ontluchtingspompen
Multiple Choice A groter mondstuk en het verhogen van de mondstukdruk Op welke twee manieren kan de waterlevering van een straal worden verhoogd? Door het gebruiken van een: a groter mondstuk en het verhogen van de mondstukdruk b kleiner mondstuk en het verhogen van de mondstukdruk c kleiner mondstuk en het verlagen van de druk in de toevoerslang A groter mondstuk en het verhogen van de mondstukdruk
Multiple Choice C dan neemt de snelheid toe Wat gebeurt er wanneer een gas of vloeistof in een vernauwing wordt geperst? a dan ontstaat een venturi b dan ontstaat er overdruk c dan neemt de snelheid toe C dan neemt de snelheid toe
Multiple Choice A 8 minuten De opbrengst per hogedrukstraal is 125 liter per minuut en de inhoud van de tank is 2000 liter. Hoe lang kan er gewerkt worden met 2 hogedrukstralen tot de tank leeg is? a 8 minuten b 10 minuten c 14 minuten A 8 minuten
Multiple Choice C schuifafsluiters Welke van onderstaande afsluiters zijn langzame afsluiters? a vlinderafsluiters b kogelafsluiters c schuifafsluiters C schuifafsluiters Langzame afsluiters zijn: schuifafsluiters en tafelafsluiters/klepafsluiters zoals vlinderklepafsluiters Pagina 164: Pompbediening
Multiple Choice Welke drie handelingen moeten achtereenvolgens worden verricht bij het uitvoeren van de droge vacuümproef? a stel de ontluchtingspomp in bedrijf, ontwater het pomphuis en sluit de pers- en zuigafsluiters b ontwater het pomphuis, sluit de pers- en zuigafsluiters en stel de ontluchtingspomp in bedrijf c ontwater het pomphuis, open de persafsluiters en sluit de zuigafsluiters B. Ontwater het pomphuis, sluit de pers- en zuigafsluiters en stel de ontluchtingspomp in bedrijf
Multiple Choice C via de ontsmettingssluis Hoe dient u een besmet gebied te verlaten nadat u daarin hebt gewerkt? a tegen de windrichting in b onder leiding van de politie c via de ontsmettingssluis C via de ontsmettingssluis Deze sluis bevindt zich deels binnen en buiten het ontsmette gebied. Hier is ook een ontsmettingsdeskundige aanwezig. Pagina 184: Gebruik en onderhoud voertuig
Multiple Choice B 1000 l/min Wat is de minimaal vereiste waterlevering van een geboorde put? a 100 l/min b 1000 l/min c 2000 l/min B 1000 l/min Let op: de grondwaterstand mag bij onttrekken van water niet noemenswaardig verstoord worden. Pagina 153: Bluswatervoorzieningen
Multiple Choice A 1 meter Wat is ongeveer de lengte van de zandvang bij een geboorde put? a 1 meter b 6 meter c 18 meter A 1 meter Pagina 153: Bluswatervoorzieningen
Multiple Choice meer water dan een ondergrondse brandkraan Wat is de verhouding in waterlevering van een bovengrondse tot een ondergrondse brandkraan bij gelijke diameter van de waterleiding? De bovengrondse brandkraan levert in deze situatie: a evenveel water als een ondergrondse brandkraan b meer water dan een ondergrondse brandkraan c minder water dan een ondergrondse brandkraan meer water dan een ondergrondse brandkraan Dit is vanwege zijn vormgeving. Geplaatst op een leiding van 200 mm zal deze ongeveer 3000 l/min leveren Pagina 151: Bluswatervoorzieningen
Multiple Choice Hoeveel is ongeveer de druk in het drinkwaterleidingnet? a 1,0 bar b 2,5 bar c 4,0 bar 2,5 bar Het vertakte leidingssysteem in vele nieuwbouwwijken wordt ook wel gedemensioneerd leidingssysteem genoemd. Pagina 148: Bluswatervoorzieningen
Multiple Choice Wat is de minimale intrededruk wanneer er gewerkt wordt vanaf een brandkraan? a 0,5 bar b 1,0 bar c 5,0 bar A 0,5 bar
Open vraag Wat moet een pomp minimaal kunnen leveren voor lage druk? Ook wel genoemd ‘garantiepomp’. Minimaal 2000 liter/min bij een opvoerdruk van 10 bar en een statische zuighoogte van 3 meter.
Multiple Choice C 1000 meter en 4000 liter per minuut kan leveren Wat is WTS 1000? Een watertransportsysteem dat water transporteert over maximaal: a 1000 meter en 1000 liter per minuut kan leveren b 2000 meter en 1000 liter per minuut kan leveren c 1000 meter en 4000 liter per minuut kan leveren C 1000 meter en 4000 liter per minuut kan leveren
Multiple Choice D Ontsmettingsleider Daadwerkelijke vraag examen 2017 Uw voertuig is besmet met asbest na een fikse brand. Wie bepaalt, nadat u in de ontsmettingssluis bent geweest, of de wagen vrij is van schadelijke stoffen? A AGS B Bevelvoerder C OVD D Ontsmettingsleider D Ontsmettingsleider Daadwerkelijke vraag examen 2017 Pagina 184: Gebruik en onderhoud voertuig
Multiple Choice B. De statische zuigdruk Welke druk wordt door de vacuümmanometer weergegeven als de persafsluiters gesloten zijn? a de statische opvoerdruk b de statische zuigdruk c de statische persdruk B. De statische zuigdruk
Multiple Choice C op de praktische zuighoogte Waarop hebben lekkages in de zuigslangen, de koppelingen of de pomp invloed? a op de vloeistofsnelheid b op de theoretische zuighoogte c op de praktische zuighoogte C op de praktische zuighoogte
Multiple Choice Waarom verschilt de theoretische zuigdruk van de praktische zuigdruk? a omdat de buitenluchtdruk niet altijd hetzelfde is b omdat boven het water altijd een dampspanning aanwezig is c omdat er altijd temperatuurverschillen tussen het water en de buitenlucht zijn B. omdat boven het water altijd een dampspanning aanwezig is
Multiple Choice C 7,0 meter Hoe hoog is een waterkolom die overeenkomt met een druk van 0,7 bar? a 0,3 meter b 0,7 meter c 7,0 meter C 7,0 meter
Multiple Choice B. manometrische zuigdruk en de manometrische persdruk Wat wordt bedoeld met de manometrische opvoerdruk? Dat is de som van de: a statische zuighoogte en de statische pershoogte b manometrische zuigdruk en de manometrische persdruk c statische zuigdruk en de manometrische persdruk B. manometrische zuigdruk en de manometrische persdruk
Open vraag Minimaal 240 liter/min bij een opvoerdruk van 43 bar. Wat moet een pomp minimaal kunnen leveren voor hoge druk Minimaal 240 liter/min bij een opvoerdruk van 43 bar.
Multiple Choice A 7,50 bar De statische zuighoogte is 2,50 meter. De dynamische zuigdruk is 0,15 bar. De weerstand van de zuigslangleiding is 0,10 bar. De manometrische opvoerdruk is 8,00 bar. Welke druk geeft de manometer aan? a 7,50 bar b 8,00 bar c 8,50 bar A 7,50 bar
Multiple Choice B. de centrifugaalpomp Welke van onderstaande pompen is GEEN verdringerpomp? a de waterringpomp b de centrifugaalpomp c de zuigerontluchtingspomp B. de centrifugaalpomp
Multiple Choice Waardoor kan er drukverlies in een centrifugaalpomp optreden? a door te veel ruimte tussen de diffusor en het schoepenwiel b door een te hoge opvoerdruk c door meerdere waaiers die achter elkaar gekoppeld zijn A door te veel ruimte tussen de diffusor en het schoepenwiel
Multiple Choice Waarom is bij een centrifugaalpomp het aantal schoepen in de diffusor groter dan het aantal schoepen in het schoepenwiel? a om het water soepel uit het schoepenwiel te laten stromen b om geen last van cavitatie te krijgen c om waterslag te voorkomen A om het water soepel uit het schoepenwiel te laten stromen
Multiple Choice A een meertrapspomp met een HD- en een LD-gedeelte Wat wordt verstaan onder een combinatiepomp? a een meertrapspomp met een HD- en een LD-gedeelte b een meertraps-centrifugaalpomp c een centrifugaal- en ontluchtingspomp A een meertrapspomp met een HD- en een LD-gedeelte
Multiple Choice C door de uitgaande druk te verhogen Waardoor kan de waterlevering van een centrifugaalpomp worden verhoogd? a door de uitgaande druk te verlagen b door een extra druktrap in te schakelen c door de uitgaande druk te verhogen C door de uitgaande druk te verhogen
Multiple Choice A de waterringpomp is gevoelig voor vorst Wat is één van de nadelen van de waterringpomp ten opzichte van andere ontluchtingspompen? a de waterringpomp is gevoelig voor vorst b de waterringpomp is gebonden aan een maximum toerental c de waterringpomp heeft meer kans op lekkage A de waterringpomp is gevoelig voor vorst
Multiple Choice Welke onderdruk kan er maximaal worden bereikt met een waterringpomp? a 0,85 bar b 0,95 bar c 1,00 bar B. 0,95 bar
Multiple Choice Bij een inzet met 3 LD-stralen moet de mondstukdruk 3 bar bedragen. Hoe hoog moet de uitgaande pompdruk ongeveer zijn bij 300 meter toevoerslangleiding en 10 meter hoogteverschil? a 4,0 bar b 7,0 bar c 8,5 bar B. 7,0 bar
Multiple Choice C dan neemt de snelheid toe Wat gebeurt er wanneer een gas of vloeistof in een vernauwing wordt geperst? a dan ontstaat een venturi b dan ontstaat er overdruk c dan neemt de snelheid toe C dan neemt de snelheid toe
Multiple Choice A 240 l/min Hoeveel liter per minuut bedraagt ongeveer de waterlevering van een lagedrukstraal met een mondstukdiameter van 14 mm en een mondstukdruk van 3,5 bar? a 240 l/min b 320 l/min c 380 l/min A 240 l/min
Multiple Choice Wat is ongeveer de benodigde aanzuigdiepte om een hydraulisch aangedreven centrifugaalpomp goed te laten functioneren? a 15 cm b 30 cm c 50 cm C 50 cm
Multiple Choice A de persafsluiters dicht en de zuigafsluiter dicht In welke stand moeten de persafsluiters en de zuigafsluiter staan bij de droge vacuümproef voor het testen van de ontluchtingspomp? a de persafsluiters dicht en de zuigafsluiter dicht b de persafsluiters dicht en de zuigafsluiter open c de persafsluiters open en de zuigafsluiter dicht A de persafsluiters dicht en de zuigafsluiter dicht
Multiple Choice Waarom moet het aantal bedrijfsuren van de pomp bijgehouden worden? a omdat er regelmatig onderhoud aan de pomp moet plaatsvinden b omdat de pomp niet teveel uren per dag mag draaien c omdat de pomp een minimaal aantal uren per maand moet draaien A omdat er regelmatig onderhoud aan de pomp moet plaatsvinden
Multiple Choice B. u brengt het voertuig naar de ontsmettingssluis Wat moet u doen als u vermoedt dat het voertuig besmet is met radioactieve stoffen? a u raadpleegt na terugkomst de ontsmettingsdeskundige b u brengt het voertuig naar de ontsmettingssluis c u spuit het voertuig met water schoon B. u brengt het voertuig naar de ontsmettingssluis
Multiple Choice Wat is het maximale hoogteverschil tussen waterspiegel en opstelplaats waarbij met een hydraulische dompelpomp (type BZK) water opgepompt kan worden? a 9,5 m b 30,0 m c 55,0 m C 55,0 m
Multiple Choice A om te voorkomen dat er vuil in het drinkwater komt Waarom moet een ondergrondse brandkraan voor gebruik even worden doorgespoeld? a om te voorkomen dat er vuil in het drinkwater komt b om te voorkomen dat grond om de brandkraan wegspoelt via leegloopinrichting c om te controleren of de afsluiter niet verstopt zit met straatvuil A om te voorkomen dat er vuil in het drinkwater komt Daadwerkelijke vraag examen 2017 Pagina 150: Bluswatervoorzieningen
Multiple Choice Een bluswaterreservoir moet een minimale inhoud hebben van 450 m3. Hoeveel procent van de inhoud moet hieraan kunnen worden onttrokken zonder dat er kolken ontstaan? a 60% b 70% c 80% C 80%
Multiple Choice A 1.000 l/min Wat is de minimale capaciteit die een brandput moet kunnen leveren? a 1.000 l/min b 2.000 l/min c 3.000 l/min A 1.000 l/min Pagina 153: Bluswatervoorzieningen
Multiple Choice C Een TS heeft een tank van max 1500 liter, Wat is qua bluswatertank het verschil tussen een autospuit en een tankautospuit? a Een autospuit heeft een tank van max 1500 liter, een TAS van max 3500 liter b Een autospuit heeft een tank van min 1500 liter, een TAS van min 3500 liter c Een autospuit heeft een tank van max 1500 liter, een TAS van min 1500 liter C Een TS heeft een tank van max 1500 liter, Een TAS van min 1500 liter Pagina 16: Verschillende brandweervoertuigen
Multiple Choice C De HV-3 is het kleinste Als je kijkt naar afmetingen, welke bewering voor hulpverleningsvoertuigen is dan correct? a De HV-1 is het kleinste b De HV-1 en HV-2 zijn exact even groot met dezelfde bepakking c De HV-3 is het kleinste C De HV-3 is het kleinste De HV-3 is vaak een klein hulpverleningswagen, dat vooral wordt ingezet als snel interventievoertuig. De HV-3 heeft een basisuitrusting. Pagina 33: Verschillende brandweervoertuigen
Multiple Choice D Plaatsen op zelfde rijstrook als incident Welke hoort niet in het rijtje thuis bij Fend-off parkeren? a Handrem aantrekken b Versnellingen in zijn vrij c Blauwe zwaailichten aan d Plaatsen op zelfde rijstrook als incident e Voorwielen naar verkeersluwe zijde f Uitstappen aan verkeersluwe zijde g Niemand in voertuig D Plaatsen op zelfde rijstrook als incident Pagina 50: Basiskennis Voertuigbediener
Multiple Choice G Verankering eigen voertuig Welke v hoort niet thuis in het rijtje van zes v’s? a Veiligheidsruimte van 100 meter b Voertuig als buffer c Veiligheidskleding d Verkeerskegels e Verkeerssignalering f Vrijhouden aan- en afvoerruimte g Verankering eigen voertuig G Verankering eigen voertuig Pagina 62: Veilige werkomgeving
Multiple Choice Om de snelheid van instromend water te beperken en om zand tegen te houden wordt om het filter een grindlaag gestort. Hoeveel cm dikte is deze grindlaag? a 20 cm b 30 cm c 100 cm A 20 cm Pagina 153: Bluswatervoorzieningen
Multiple Choice We onderscheiden twee verschillende aanjaagverbanden: Open en Gesloten. Het grootste verschil tussen deze twee is dat bij het Open Aanjaagverband: a De ‘haler’ zijn water haalt uit ‘open water’ b De ‘blusser’ geen verzamelstuk hoeft in te zetten c Als de persslangleiding via een verzamelstuk op de pomp is aangesloten C Als de persslangleiding via een verzamelstuk op de pomp is aangesloten Pagina 158: Watertransport
Multiple Choice Wat is het grootste voordeel van een Open Aanjaagverband t.o.v. een Gesloten Aanjaagverband? a Er is minder kans op defecte persslangen b Eenheden kunnen opbouw vast starten zonder de nog aanrijdende eenheden c Bij het springen van een persslang zit de blusser niet direct zonder water. C Bij het springen van een persslang zit de blusser niet direct zonder water. Daadwerkelijke vraag examen 2017 Pagina 159: Watertransport
Multiple Choice Bij het werken in aanjaagverband mag de intrededruk nooit lager zijn dan: a 0.5 bar b 1.0 bar c 1.3 bar A 0.5 bar Onder de intrededruk wordt de overdruk aan de pompinlaat verstaan. Druk onder de 0.5 bar? Dan druk verhogen of de straalpijpvoerder moet de waterlevering verminderen. Pagina 159: Watertransport
Multiple Choice B onjuist Bij het gebruik van 150 mm-slangen zijn er diverse armaturen voor bijvoorbeeld koppeling aan 75 mm-slangen. De 150 mm slangen kunnen op iedere pomp direct aangesloten worden. Dit is: a juist b onjuist B onjuist Hier is een verloopkoppeling nodig om van 150 mm naar 110 mm te gaan. Daadwerkelijke vraag examen 2017 Pagina 161: Watertransport
Multiple Choice In de winterperiode, wanneer open water is dichtgevroren, moet er met een bijl of motorkettingzaag een bij in het ijs gemaakt worden. De doorsnede van deze bijt is minimaal: a 50 cm b 100 cm c 150 cm C 150 cm Pagina 152: Bluswatervoorzieningen
Multiple Choice Welke verbindings-, commandowagen (VC) wordt over het algemeen ingezet voor de OVD? a VC-1 b VC-2 c VC-3 C VC-3 Voertuig is voorzien van een extra mobilofoon, telefoon en fax. Verder moet er een overleggelegenheid zijn voor 4 personen. Pagina 40: De verschillende brandweervoertuigen
Multiple choice B Vierwielaandrijving, 20 kVA generator, 50 kN lier Er is uitsluitend sprake van een HV-1 als er sprake is van de combinatie: a Vierwielaandrijving, kraan, middelen voor bestrijding gevaarlijke stoffen b Vierwielaandrijving, 20 kVA generator, 50 kN lier c 20 kVA generator, 100 kN lier, kraan B Vierwielaandrijving, 20 kVA generator, 50 kN lier Pagina 33: De verschillende brandweervoertuigen
Multiple Choice B. de haler staat Welke van onderstaande uitspraken is juist? De eerste aanjager is de bluseenheid die het dichtst bij: a het water staat b de haler staat c de blusser staat B. de haler staat
Open vraag Vanwege plaatsing gereedschappen Locatie van waterwinning Noem een aantal gevallen waarin het niet mogelijk is om de ‘fend-off’ positie van het voertuig te kiezen Vanwege plaatsing gereedschappen Locatie van waterwinning Gebruik van kraan Ruimte van de weg Plaats van pompbediening Pagina 50: Opstellen van een brandweervoertuig
Multiple Choice Bij het watertransport kunnen 75 mm- of 150 mm-persslangen gebruikt worden. De 75 mm-slangen worden dan meestal dubbel gelegd. Wat geldt voor de waterlevering van beide systemen? a de maximale waterlevering van beide systemen is gelijk b het 150 mm-watertransportsysteem kan het meeste water leveren c het 75 mm-watertransportsysteem kan het meeste water leveren B het 150 mm-watertransportsysteem kan het meeste water leveren
Multiple Choice A dynamische zuigdruk Hoe wordt de druk genoemd die nodig is om water in de zuigslangleiding in beweging te houden? a dynamische zuigdruk b manometrische zuigdruk c statische zuigdruk A dynamische zuigdruk
Multiple Choice Waardoor stroomt er water in de zuigslangleiding? Doordat de ontluchtingspomp: a lucht uit de leiding pompt b het water in de leiding pompt c lucht in de leiding pompt A Doordat de ontluchtingspomp lucht uit de leiding pompt
Multiple Choice A Vlakzuigpompen Wanneer een klokpomp tot op dweilniveau een effectieve werking heeft, dan noemen we dit een: a Vlakzuigpompen b Oppervlaktepompen c Grond- of effectieve klokpomp A Vlakzuigpompen Een vlakzuigpomp is een centrifugale klokpomp. Pagina 82 - Pompen
Multiple Choice Bij gebruik van een brandkraan en inzet van LD moet het blusvoertuig altijd binnen 1 slanglengte worden opgesteld. Waarom? a In verband met dynamische verliezen in de vulslangleidingen b Effectiviteit in opbouwen c Om genoeg slangen over te houden voor de inzet A In verband met dynamische verliezen in de vulslangleidingen Ter info: In de bebouwde kom liggen brandkranen op onderlinge afstanden van 100 meter, wat dus betekent dat een maximale afstand van 50 meter overbrugt moet worden voor de waterwinning. Pagina 88 - Veiligheid
Multiple Choice B van de luchtdruk Waarvan is de theoretische zuighoogte afhankelijk? a van de diameter van de zuigslangleiding b van de luchtdruk c van de lengte van de zuigslangleiding B van de luchtdruk
Multiple Choice B door de druk van de manometer af te lezen Hoe kan de manometrische persdruk worden bepaald? a door het verschil van de druk van manometer en vacuümmeter te berekenen b door de druk van de manometer af te lezen c door het verschil van de druk van straalpijp en vacuümmeter te berekenen B door de druk van de manometer af te lezen
Multiple Choice B minimaal 75˚, maar liever 90˚ Alle portieren moeten minimaal een bepaalde hoek geopend kunnen worden en moeten hierbij een goede doorgang vrijgeven. Wat is de minimale hoek? a minimaal 65˚, maar liever 75˚ b minimaal 75˚, maar liever 90˚ c minimaal 90˚, maar liever 120˚ B minimaal 75˚, maar liever 90˚ Pagina 58: Creëren van een veilige werkomgeving
Multiple Choice A 1250 l/min Een brandkraan levert 75 m3/u. Hoeveel liter water per minuut is dat? a 1250 l/min b 1500 l/min c 1750 l/min A 1250 l/min
Multiple Choice C van open water of een geboorde put Van welk soort watervoorziening wordt gebruik gemaakt als de vacuümmanometer een onderdruk aangeeft? a van een sprinkleraansluiting b van een ondergrondse of een bovengrondse brandkraan c van open water of een geboorde put C van open water of een geboorde put
Multiple Choice Wanneer gaat ‘t controlelampje van het antiblokkeersysteem van een voertuig uit? a boven een minimaal aantal omwentelingen van de wielen b als er voldoende remlucht aanwezig is c boven een snelheid van 15 km per uur A boven een minimaal aantal omwentelingen van de wielen
Multiple Choice A de krachtaftakking van de motor Wat wordt bedoeld met de 'power-take-off'? a de krachtaftakking van de motor b het druksysteem van de pomp is uitgeschakeld c de aandrijfmotor is uitgeschakeld A de krachtaftakking van de motor
Multiple Choice Bij een drietraps-centrifugaalpomp die wordt gevoed met een intrededruk van 3 bar is de einddruk 30 bar. Hoe groot is de drukopbouw per trap? a 9 bar b 10 bar c 13,5 bar A 9 bar
Multiple Choice C Tijdens het rijden al wordt opgewarmd Als het blusvoertuig stilstaat is de koeling van de rijmotor soms onvoldoende om de pomp bij maximale capaciteit aan te drijven. Dan wordt indirecte koeling toegepast. Het nadeel hiervan is dat er zich problemen kunnen voordoen bij het aanzuigen. Hoe komt dit? Doordat de pomp: a tijdens het rijden oververhit kan raken b eerst opgewarmd moet worden c tijdens het rijden al wordt opgewarmd C Tijdens het rijden al wordt opgewarmd
Multiple Choice Bij toepassing van de droge zuigerontluchtingspomp moet de pompbediener tijdens het in bedrijf zijn van de bluspomp, een minimum persdruk aanhouden om te voorkomen dat de ontluchtingspomp inschakelt. Hoe groot is deze druk minimaal? a 1 bar b 2 bar c 3 bar C 3 bar
Multiple Choice C de persluchtstraalpomp Welke van de onderstaande pompen is GEEN verdringerpomp? a de waterringpomp b de zuigerontluchtingspomp c de persluchtstraalpomp C de persluchtstraalpomp
Multiple Choice C de hoeveelheid water per tijdseenheid Wat wordt verstaan onder de waterlevering van een pomp? a de hoeveelheid water vanaf de pomp naar de straalpijp b de snelheid van het water per tijdseenheid c de hoeveelheid water per tijdseenheid C de hoeveelheid water per tijdseenheid
Multiple Choice B door de waterdruk en de diameter van het mondstuk Waardoor wordt de waterlevering van een straalpijp bepaald? a door de slanglengte tussen de straalpijp en het verdeelstuk b door de waterdruk en de diameter van het mondstuk c door de weerstand in de toevoerslangleiding B door de waterdruk en de diameter van het mondstuk
Multiple Choice C het horizontale bereik van de blusstraal Wat wordt verstaan onder de worplengte? a het verticale bereik van de blusstraal b de afstand van de straalpijp tot de brand c het horizontale bereik van de blusstraal C het horizontale bereik van de blusstraal
Multiple Choice B ongeveer 52% Hoeveel procent van de maximale opbrengst bedraagt de capaciteit van een pomp bij een zuighoogte van 7,5 meter? a ongeveer 42% b ongeveer 52% c ongeveer 62% B ongeveer 52%
Multiple Choice C in de persleiding van de pomp naar de haspel Waar wordt in een TS een haspelafsluiter gemonteerd? a in de persleiding van de lagedrukpomp naar de hogedrukpomp b in de ontluchtingsleiding van de pomp naar de ontluchtingsinrichting c in de persleiding van de pomp naar de haspel C in de persleiding van de pomp naar de haspel
Multiple Choice Welke druk mag er maximaal op een zuigslang worden uitgeoefend? a 1,0 bar b 1,5 bar c 2,0 bar B 1,5 bar
Multiple Choice B een gesloten geboorde put Bij een geboorde put is aan het uiteinde van de stijgbuis een koppeling gemonteerd waarop de zuigslang kan worden aangesloten. Wat voor soort geboorde put is dit? a een open geboorde put b een gesloten geboorde put c zowel een open als een gesloten geboorde put B een gesloten geboorde put
Multiple Choice Wat wordt verstaan onder een open geboorde put? dit is een geboorde bluswaterput die: a gebruikt kan worden door de zuigslang er in te hangen b met de brandkraansleutel kan worden geopend c in verbinding staat met open water A gebruikt kan worden door de zuigslang er in te hangen
Multiple Choice B een bijzonder object met een groot brandrisico Wat kan een reden zijn om een stationair bluswaterreservoir te plaatsen? a de plaatselijke brandweer beschikt niet over voldoende tankautospuiten b een bijzonder object met een groot brandrisico c een bluswaterriool kan niet altijd gebruikt worden B een bijzonder object met een groot brandrisico
Multiple Choice A alleen voor de aanvoer van bluswater Waartoe dient een bluswaterriool? a alleen voor de aanvoer van bluswater b alleen voor de afvoer van bluswater c zowel voor de aanvoer als voor de afvoer van bluswater A alleen voor de aanvoer van bluswater
Multiple Choice A om terugstromen van water te voorkomen Waartoe dient de terugslagklep? a om terugstromen van water te voorkomen b om waterslag te voorkomen c om drukverlies te voorkomen A om terugstromen van water te voorkomen
Multiple Choice Uit hoeveel bluseenheden bestaat een drietrapsaanjaagverband? a 2 b 3 c 4 C 4
Multiple Choice Je komt aan bij een woningbrand, er wordt afgelegd met 3 stralen lage druk op 40 meter van het verdeelstuk, de toevoerleiding is 50 meter. Waterwinning is een ondergrondse brandkraan, de intrede druk is 2 bar. Hoeveel bedraagt de manometrische persdruk? a 2.4 bar b 4.4 bar c 3.5 bar B 4.4 bar
Multiple Choice B 220 meter Bij een brand in een woonwijk is de waterwinning een ondergrondse brandkraan. Er wordt gewerkt met 2 stalen hoge druk. Het voertuig staat 40 meter van de brandkraan en de intrededruk is 2,1 bar. De brandkraan gaat kapot. Op hoeveel meter kun je de volgende brandkraan nemen en nog een intrede druk van 1 bar te hebben? A 260 meter B 220 meter C 300 meter B 220 meter
Multiple Choice B Verloopkoppeling In het buitengebied is een grote brand. Je wordt gevoed door het grootwatertansport 150mm. Welk middel heb je nodig om aan te sluiten aan je pomp. a Verzamelstuk b Verloopkoppeling c Verdeelstuk B Verloopkoppeling
Multiple Choice A Schuifafsluiter Welke afsluiter is een langzame afsluiter? a Schuifafsluiter b Kogelafsluiter c Vlinderklepafsluiter A Schuifafsluiter Als helemaal geopend, weinig weerstand bij doorstromend water. Dit type komt bij bluseenheden echter niet veel voor. Pagina 167: De pompbediening
Multiple Choice B Veroorzaken sneller waterslag Wat is een groot nadeel van een ‘snelle afsluiter’? a Lastiger af te sluiten door de hydrauliek b Veroorzaakt sneller waterslag c Straalpijpvoerder ervaart bij ‘snelle afsluiting’ groot drukverschil B Veroorzaken sneller waterslag Dit kan ook verstrekkende gevolgen hebben zoals het veroorzaken van breuken in het waterleidingnet. Belangrijk: rustig en gelijkmatig openen en sluiten. Pagina 165: De pompbediening
Multiple Choice C 0.5 meter Wat moet de minimale diepte zijn om met een dompelpomp water aan te zuigen? a 0.25 meter b 1.5 meter c 0.5 meter C 0.5 meter