Voeren en Verzorgen Blok 1 Les 1
Voeren en Verzorgen lesopzet 4 lesdagen voor de toets 2 uur per week Hond & Kat
Wat gaan we dit blok leren? Niveau 2 Voeding Voedingsstoffen Voersoorten Voer- en Waterbehoefte Voeding hond & kat Verzorging Indeling van het dierenrijk Rasgroepen Honden- en Kattenrassen
Wat heb je hiervoor nodig? Elke les bestaat uit 3 onderdelen: 1. Voeding Basis (Boekje ‘Voeding’ vanuit het Kenniscentrum) 2. Rassen Basis (Boekje ‘Kennen en herkennen van dieren’ vanuit het Kenniscentrum) 3. Verdieping: Hond en Kat (Voeding en rassen) De lessen bestaan uit een stuk theorie, praktijk en opdrachten. Soms moeten opdrachten worden ingeleverd. Als je een les niet aanwezig bent geweest, kijk dan op de Wikiwijs welke opdrachten gemaakt moeten worden. Wikiwijs arrangement: 109867
Voedingsstoffen
H1 Voedingsstoffen Wat is goed voer?
Een goed voer is een voer die precies inspeelt op de voedingsbehoefte van het dier. Het bevat de juiste voedingsstoffen én energie om het dier goed te kunnen laten functioneren.
Spijsvertering De spijsvertering speelt een grote rol hierin. Door de spijsvertering wordt het voedsel afgebroken in kleine stukjes zodat dit kan worden opgenomen in je bloed. Absorptie is de opname van voedingsstoffen in het bloed.
http://www. 10voorbiologie. nl/index. php http://www.10voorbiologie.nl/index.php?cat=9&id=1894&par=1952&sub=1954
Verschillende eters Welke hadden we ook alweer? Herbivoren (fruiteters, zaadeters, etc.) Carnivoren (piscivoren, insectivoren) Omnivoren Ook andere indelingen zijn mogelijk, bijvoorbeeld de indeling op spijsvertering: Eénmagige verteerders Vogels Herkauwers Achterdarmverteerders
Uiterlijke verschillen Bek/snavel Gebit Poten/klauwen Stand van ogen/oren
Gebitsverschillen
Herbivoor Graseters Zaadeters Bladeters Fruiteters Het gebit van een herbivoor bestaat uit snijtanden en plooikiezen Herbivoren eten planten en worden daarom ook wel planteneters genoemd. Het gebit van een herbivoor bestaat uit snijtanden en plooikiezen. Met de snijtanden kunnen de herbivoren het plantaardig materiaal afsnijden. De plooikiezen worden gebruikt om het voedsel fijn te malen. Doordat de kaak zijwaartse bewegingen kan maken worden de celwanden in de planten beter stuk gemaakt. Doordat herbivoren plantaardig materiaal eten hebben zij een lang spijsverteringskanaal nodig. Het afbreken van celwanden is erg moeilijk, dus hoe langer het voer in het spijsverteringskanaal blijft, hoe meer voedingsstoffen eruit kunnen worden gehaald.
Carnivoor Carnivoren hebben snijtanden, hoektanden en knipkiezen Carnivoren eten vlees en worden daarom ook vleeseters genoemd. Carnivoren hebben snijtanden, hoektanden en knipkiezen. Het gebit van een carnivoor is gemaakt voor het scheuren van vlees. Daarom vallen de knipkiezen ook als scharen in elkaar. De kaak van een carnivoor kan ook niet zijwaarts bewegen. Het verteringstelsel is kort, omdat vlees ten opzicht van onbewerkte planten makkelijker te verteren is.
Omnivoor Omnivoren hebben knobbelkiezen, hoektanden en snijtanden Omnivoren worden ook wel alleseters genoemd. Zij eten plantaardig materiaal en vlees. Omnivoren hebben knobbelkiezen, hoektanden en snijtanden. De kiezen zijn nodig voor het vermalen van het voedsel. De hoektanden zijn nodig voor het scheuren van vlees. De snijtanden zijn nodig voor het afsnijden van het voedsel. De kaak van een omnivoor kan moeilijk zijwaartse bewegingen maken. Doordat een omnivoor verschillende type voedsel kan eten hebben zij een gemiddelde lengte van het spijsverteringskanaal.
Welke schedel is van welk type?
Verschil in spijsverteringstelsel Eénmagige verteerders Vogels Herkauwers Achterdarm verteerders
Eenmagige dieren Eenmagige dieren verteren het voedsel doormiddel van enzymen, dit noemen we enzymatische vertering. Enzymen zijn stoffen welke het lichaam aanmaakt, deze enzymen werken als schaartjes en knippen zo de voedingsstoffen in kleine stukjes zodat ze kunnen worden opgenomen in het bloed.
Vogels Vleesetende en zaadetende vogels Vogels hebben geen tanden en veelal twee magen. Vanaf de slokdarm eerst de kliermaag, waarin spijsverteringssappen worden afgescheiden. Dan de spiermaag die het voedsel fijnmaakt (vaak met behulp van steentjes). Om zaden goed te kunnen verteren, worden de zaden bij zaadetende vogels eerst voor geweekt in de krop, een uitzakking van de slokdarm. Roofvogels: Vlees is makkelijker te verteren, maar vraagt wel veel verteringssappen. De kliermaag is bij roofvogels sterk ontwikkeld. Ondanks de stukken en brokken waarin het voedsel opgenomen wordt, is het snel verteerd. Niet-verteerbare delen zoals veren en botten worden in de maag verzameld en geregeld als braakballen verwijderd. De spiermaag is minder sterk ontwikkeld dan bij de zaadetende vogels. Hierna volgt een kort dunne darm. De dunne darm van zaadetende vogels is iets langer dan bij vleesetende vogels.
Herkauwers De herkauwers hebben meerdere magen, dat hebben zij nodig omdat ze alleen plantaardig materiaal eten. De eerste maag van de herkauwers heet de pens. In de pens breken bacteriën het plantaardig materiaal af. Zonder deze bacteriën zouden herkauwers geen planten kunnen eten. Herkauwers kunnen het voedsel weer opboeren nadat dit in de pens is geweest. Dit doen ze zodat het voer nogmaals gekauwd kan worden en daardoor de celwanden beter stuk gaan. Naast bacteriologische vertering (afbraak van planten door bacteriën) vind er ook enzymatische vertering plaats bij herkauwers.
Achterdarmverteerders De achterdarmverteerders hebben maar één maag. De achterdarmverteerders verschillen van de eenmagige doordat zij naast enzymatische vertering ook gebruik maken van bacteriologische vertering. Deze bacteriologische vertering vind plaats in de blinde darm.
Voeding Voer Water Droge stof Organische stoffen Koolhydraten Eiwitten Vetten Anorganische stoffen Mineralen Zouten Voeding
Voedingsstoffen Voedingsstoffen = bruikbare bestanddelen van de voeding Onbruikbare middelen verlaten het lichaam als ontlasting 6 verschillende voedingsstoffen: Voedingsvezels = onbruikbare bestanddeel van voedsel
Maak opdracht 1 Voeding Wikiwijs arrangement: 109867
Ontstaan van soorten en rassen
Het dierenrijk 3 domeinen Er is nog steeds veel discussie over de juiste indeling van soorten. 3 domeinen: Achaea, Bacterien, Eukaryoten 5 rijken: bacteriën (Prokaryoot) en protisten, schimmels, planten en dieren (laatste vier zijn Eukaryoten)
Afdelingen: stekelhuidigen, weekdieren, wormen, gewervelden, geleedpotigen, neteldieren en de sponzen Klasse: vogels, zoogdieren, reptielen, amfibieën, vissen
Orde, Familie en Geslacht Iedere klasse is onderverdeeld in verschillende ordes Bij zoogdieren worden er ongeveer dertig ordes erkend, dit zijn bijvoorbeeld de roofdieren, haasachtigen en de evenhoevigen. Tot iedere orde behoren families Bij roofdieren kan dit bijvoorbeeld de familie van de katachtigen zijn. Iedere familie kan bepaalde geslachten van dieren bevatten Bij katachtigen zijn dit bijvoorbeeld de wilde kat, huiskat, leeuw of de poema
Soort Soort = een groep organismen, waarvan de leden onderling kunnen voortplanten en waaruit vruchtbare nakomelingen ontstaan
Ras Ook wel ondersoorten genoemd De huiskat (Soort) bevat verschillende rassen. Rassen zijn ondersoorten die sterk op elkaar lijken. Meestal door menselijk handelen ontstaan Rassenkennis is belangrijk voor een dierverzorger
Domesticatie Domesticatie (van het Latijn domus, huis) is het proces waarmee de mens dieren en planten (door selectie en fokken) zodanig van eigenschappen verandert dat deze dieren en planten steeds meer aangepast raken aan het leven dicht bij en in dienst van de mens.
Taxonomie Taxonomie = de wetenschap die zich bezighoudt met de naamgeving van organismen Wetenschappelijke naam = Geslachtsnaam + soortnaam Het is belangrijk dat je als dierverzorger goed weet met welke diersoort je te maken hebt zodat je het de juiste verzorging kan bieden. Bijvoorbeeld de soort: Felis catus (huiskat) Felis = geslachtsnaam Catus = soortnaam
Wat is een ras ook alweer? Rassen Wat is een ras ook alweer? Ook wel ondersoorten genoemd Bijvoorbeeld: De huiskat (Soort) bevat verschillende rassen. Rassen zijn ondersoorten die sterk op elkaar lijken. Meestal door menselijk handelen ontstaan
Wat is het exterieur? Het eerste wat je van een dier ziet Van Kop tot Staart Rassen kunnen erg van elkaar verschillen. Kijk maar naar de plaatjes in deze sheet.
Exterieur kenmerken hond en kat Anatomie Stand van de neus, oren, ogen, staart Vachttype Kleur, aftekeningen en patronen Geslacht Schofthoogte Houding Lichaamsbouw Dit zijn een aantal kenmerken waarbij je rassen kunt onderscheiden.
Rasgroepen (hond) 330 rassen zijn erkend door het FCI Onderverdeling in 10 rasgroepen Raad van Beheer Elke les zullen de rasgroepen worden omschreven 10 rasgroepen 1: herdershonden en veedrijvers 2: pincers, schnauzers en molossers en Sennenhonden 3. Terriers 4. Dashonden 5. Spitsen en oertypen 6. Lopende honden en zweethonden 7. Voorstaande honden 8. Retrievers, Spaniels en Waterhonden 9. Gezelschapshonden 10. Windhonden
Rasgroep 1: Herdershonden en veedrijvers 3 secties: Honden die gefokt zijn om kuddes te hoeden, zoals de Hollandse herder Honden die gebruikt worden om vee te drijven, zoals de Border Collie Honden die de kudde bewaken, zoals de Kuvasz Hoeders en drijvers zijn actieve honden met veel energie De bewakers zijn rustige, zelfstandige honden
Rasgroep 2: Pinchers, Schnauzers, Mollossers en Sennehonden Gefokt voor verdelgen van ongedierte en bewaking van het huis. Uitzondering Dobermann Pincher, gefokt voor waak en verdediging. Pinchers en Schnauzers: Actieve en zelfstandige honden met veel jachtinstinct. Beschermend van aard. Molossers (dogachtingen): Als verdediger en lastendrager (leger) Sommige rassen voor gevechten Sennenhonden: Drijven, karren trekken en huis bewaken. Waaks en zelfstandig. Behoorlijk actief.
Opdracht blok 1: Encyclopedie maken Bij deze opdracht ga je een eigen encyclopedie maken. Hierin is van alle rasgroepen, 1 ras beschreven. 10 hondenrassen 6 kattenrassen 1 a4-tje per ras Deze encyclopedie moet worden ingeleverd en wordt beoordeeld! De encyclopedie bevat informatie over: Nederlandse naam Herkomst Exterieur (beschrijving en foto(‘s)) Gebruiksdoel Gedrag Specifieke verzorging of bijzonderheden
Volgende week Voeding (Voersoorten) Hondenrassen binnen de rasgroep 3, 4, 5, 6