Voeren en Verzorgen Les 5 Niveau 4 Blok 1.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Materie, energie en leven
Advertisements

Weet Wat Je Eet ! Vitamine wijzer! Wat en Hoeveel ? © Wieke.
Goedenavond Welkom bij
Voedingsstoffen.
Stofwisseling 15 maart 2011.
Basisstof 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Film Gezond eten. Evenwichtige voeding Hoe stel je die samen.
Voeding en vertering 5 Havo.
Hoofdstuk 7 Paragraaf 7.3 Les 2. Wat gaan we doen vandaag?  Uitleg paragraaf 7.3  Maken paragraaf 7.3.
Vitamine B (PP).
Koolhydraten
Introductie sportvoeding
Voeding. 3 functies van voeding. Opbouw, herstel van cellen Voorkomen van ziektes Energie leveren Doorgaan van lichaamsprocessen.
Voorbereiding geboortestage. Onderwerpen: Doel voeding Voedingsbestanddelen Voeding in de praktijk Voeding.
Maagdarmkanaal V31, VOEDING. Voedsel en maagdarmkanaal A. Plantaardig materiaal B. Vlees C. Insecten D. Zowel plantaardig als dierlijk materiaal 1. Carnivoor.
Eetadvies.
Voeren en Verzorgen Les 2.
GOEDE VOEDING EN SPORT De nieuwe sportvoedingspiramide sinds najaar 2016 Basisvoeding Energie uit je voeding Energie dat je lichaam verbruikt Hoeveel energie.
Basis en paraveterinair
1 Basisvoedingsleer Voedingsstoffen
Voeren en Verzorgen Les 4 Blok 1.
Basis en paraveterinair
Voeren en verzorgen Klas D21 MBO Doetinchem
Verhoudingen Les 1 een deel van een gehele hoeveelheid In breuken
Voeding Paard.
5. Voeden naar levensfase
Klas DD31 en DD41 MBO Doetinchem
Voeren en Verzorgen Les 5 Niveau 4 Blok 1.
Voeren en Verzorgen Blok 1 Les 2 Niveau 2.
Basis en paraveterinair
Dieetvoeding en Voerproductie
1.3 voedingsstoffensamenstelling en vergelijken
1.3 voedingsstoffensamenstelling en vergelijken
Les Geit
1.2 Basisvoedingsleer Energie.
Antwoorden college 3 Noem de 5 structuren/ruimten waar de keelholte mee in verbinding staat. Neusholte, mond, luchtpijp, slokdarm, buis van Eustachius.
Les 8: reken met procenten in dagelijkse situaties
Voeren en Verzorgen Blok 1 Les 4 Niveau 2.
Voeren en Verzorgen Blok 1 Les 3 Niveau 2.
Hond & Kat Les 7 (Afsluitende les)
Maagdarmkanaal V31, Voeding.
Voedingsstoffen Bouwstoffen
Les 2 voeding Spijsvertering en uiterlijke verschillen voersoorten
Gezonde voeding.
Voeren en Verzorgen Les 3 Blok 1.
IBS 2 de verpakking Lesweek 2..
Oefenen voerberekening
Voeren en Verzorgen Niveau 4 Blok 2.
Voeren en Verzorgen Niveau 4 Blok 2.
Voeding Paard.
Voeding en Vertering 2 VMBO – KGT Thema 2.
Het maagdarmstelsel van de koe
Diëten H 5.1 Ruststofwisseling Waar hangt dit van af? lichaamsgewicht
Voeding Kenmerken van voeding.
Oefenen voerberekening
Voeren en Verzorgen Niveau 4 Blok 2.
Energiebehoefte.
Koolhydraten.
Voeding en vertering.
Gezonde voeding.
Voeren en verzorgen Periode 1 – Introductie en H1.
Voeren en Verzorgen Voer en Water behoefte.
Oefenen voerberekening
Ondersteunende diëten
Hoofdstuk 1 Leeftijdgebonden diëten
Voedingshoeveelheid berekenen
VOS, FOS en OEB.
Thema 2 Voeding en vertering
Transcript van de presentatie:

Voeren en Verzorgen Les 5 Niveau 4 Blok 1

Wat hebben we vorige week gedaan? Voerberekeningen Energiebehoefte van de hond Energiehoeveelheid in het voer Wat gaan we vandaag doen? Berekeningen kort bespreken Klassikaal een laatste voerberekening doen Voeding hond en kat Exterieur verzorging hond Rasgroepen oefenen

Berekeningen bespreken Is het gelukt met uitrekenen? Antwoorden staan op de Wikiwijs

Berekening klassikaal Diersoort: Hond Ras: Labrador Retriever Leeftijd: Volwassen Status: Overgewicht Kilo: 36 kilo (streefgewicht: 30 kilo) Stap 1: Bereken de energiebehoefte (REB en DEB) van deze hond REB= 30*30+70 =970 DEB = 970 * 1,4 = 1358 kcal per dag nodig

Berekening klassikaal Voeding: Jarco Adult Light Kip/rijst Wat voor een voeding is dit? Bereken de energiehoeveelheid in dit voer. Voedingstoffen Percentage in Voeding Ruw eiwit 20% Ruw vet 8% Ruwe celstof 4,5% Ruw as (+calcium+fosfor) 4,5 % + 0,85% +0,75% Vocht 10% Totaal bovenstaand: 48,6% Koolhydraten 100 – 48,6% = 51,4%

Kcal per gram Voedingstof Kcal ME per 100 gram Voedingstoffen Percentage in Voeding Kcal per gram Voedingstof Kcal ME per 100 gram Ruw eiwit 20% 20% x 3,5 70 Ruw vet 8% 8% x 8,7 69,6 Ruwe celstof 4,5% Ruw as (+calcium+fosfor) 4,5 % + 0,85% +0,75% Vocht 10% Totaal bovenstaand: 48,6% Koolhydraten 100% – 48,6% = 51,4% 51,4% x 3,5 179,9 Totaal 100% 319,5 kcal per 100gram

Berekening klassikaal Hoeveel voer moet je deze hond dagelijks geven? DEB = 1358 kcal per dag Energiehoeveelheid in de voeding = 319,5 kcal per 100 gram 1358 * 100 = 135800 / 319,5 = 425 gram voer per dag Wat valt je op aan deze hoeveelheid? Dit is iets meer dan geadviseerd wordt, het advies is een hoeveelheid tussen de 330 en 410 gram. Mogelijk gebruikt de fabrikant een iets andere formule.

Voedingsverschillen hond & kat

Verschil eetgedrag hond & Kat Adaptieve carnivoor 1 tot 3 maaltijden per dag Eet alleen overdag Snelle eter De maaltijd heeft wel een sociale functie Uitgesproken carnivoor 7 tot 20 maaltijden per dag Eet overdag en 's nachts Rustige eter De maaltijd heeft geen sociale functie

Koolhydraatbehoefte Hond Meeste hondenvoer bestaat uit 30-60% koolhydraten Hondenvoer bestaat voor het grootste deel uit zetmeel Voeding met te weinig koolhydraten zorgt voor sloomheid en geeft vooral ook problemen bij de dracht en lactatie. Kat Laag koolhydraatgehalte in het voer ideaal Koolhydraatgehaltes tot 35% ds geeft geen problemen

Eiwitbehoefte Hond: minimaal 6% (optimaal: 18-22%) Kat: minimaal 24% (kittens) en 14% (volwassen) (optimaal: 26-30%) Taurine (= een aminozuur) kan een hond zelf aanmaken. Een kat niet. Taurine zit voornamelijk in dierlijk weefsel en nauwelijks in plantaardige voeding. Arginine  (= een aminozuur) moet in het voedsel voor een kat aanwezig zijn. Niet perce in dat van een hond. Arginine zit in dierlijk materiaal. De eiwitbehoefte van de kat is duidelijk hoger dan die van de hond.

Functie van eiwit is dus niet alleen bouwsteen!

Vetbehoefte Omega-3 en omega-6 vetzuren zijn noodzakelijk in de voeding: 1. Alfa-linoleenzuur 2. Linoleenzuur 3. Arachidonzuur (alleen bij de kat essentieel in de voeding) Deze vetzuren hebben een ontstekingsremmend effect. Katten en honden verdragen grote hoeveelheden vetten. In tegenstelling tot de mens lijden ze zelden aan hart en vaatziekten als een gevolg van een te vette voeding. Overschot zorgt voor beide diersoorten wel voor zwaarlijvigheid.

Vitaminen Vitamine A, kan een hond uit caroteen (= gele kleurstof die onder andere in wortelen voorkomt) aanmaken. Een kat kan caroteen niet omzetten in vitamine A. Als een kat een overdosis vitamine A binnenkrijgt (voeren van lever) dan kan de kat dit niet uitscheiden waardoor vitamine-A vergiftiging kan optreden. Niacine (= vitamine B3) moet aanwezig zijn in de voeding van de kat, een hond kan deze vitamine zelf aanmaken.

Mineralen De behoefte aan mineralen en andere sporenelementen bij honden en katten is redelijk gelijk. Hierbij zijn er geen extreme verschillen in de voedingsbehoefte.

Voeding volgende week Dieetvoeding Voedingsproductie