De Hoef Hoefkennis HS31
Uitwendige hoornschoen H. Hoefballen I. Verzenen J. Kroonrand K. glazuurlaag van de kroonrand (beschermlaag) L Hoornwand M. Verzenengedeelte N Zijwandgedeelte O. Toon of teengedeelte
H. Hoefballen I. Verzenen P. Middelste Straalgroeve Q. Kootholte
A. Hoornwand of draagwand. B. Witte lijn of nagellijn C. Zool. D. Straal. E. Zijdelingse Straalgroeve. F. Middelste Straalgroeve. G. Steunsels,Verzenomslag (een omslag van de draagwand). H. Hoornige hoefballen.
Uitwendige hoornschoen
Hoeflederhuid Zoomlederhuid Kroonlederhuid/kiemlaag Wandlederhuid Straallederhuid Zoollederhuid Steunsellederhuid Hoornzoom/glazuurlaag Hoorn hoefwand / hoornlamellen Lamellen Straalhoorn (straalkussen en hoefballen Zoolhoorn Steunsels
Pijpjeshoorn
Lamellen/plaatjeslaag kroonlederhuid/kiemlaag vleeslamellen zool hoefballen
hoornlamellen vleeslamellen lederhuid
Primaire en secundaire vleeslamellen zijn wit. Secundaire hoornlamellen/ hoornplaatjes zijn paars Primaire hoornlamellen/ hoornplaatjes zijn roze
Witte lijn
Hoefmechanisme Blauw lijn: hoef in opgetilde positie Rode lijn: hoef zet uit onder gewicht van het paard. http://youtu.be/sPipjsRep9U
Functies hoefmechanisme: Goede doorbloeding Schokdemping Reiniging 1: De toe- en afvoer van voedings-/afvalstoffen zijn ook voor het goed functioneren van de benen en de hoeven belangrijk. De voet bevat zeer veel bloedvaten dat zorgt voor de voeding en de groei van de hoornschoen. Wanneer een paard voor langere tijd stilstaat, zal de hoorngroei dan ook verminderen. Bij zieke en kreupele paarden zal de hoorngroei soms zelfs tijdelijk stilstaan. 2: samen met de straal voor dat de pezen niet bij iedere pas harde ´klappen´ te verduren krijgen. 3: Naast het reinigen van de onderkant van de hoef reinigt het hoefmechanisme het bloed ook door de afvalstoffen af te voeren.
De hoef in opgetilde stand: de lederhuid van de zool en lamellen zijn samengeperst en bevatten weinig bloed. De hoef wordt neergezet: door gewicht zakt het hoefbeen dieper in de hoefschoen. Door tegendruk van de grond zal de straal meer contact maken met de grond en de zijkant van de hoef wordt naar buiten gedrukt; de zool wordt platgedrukt. Er ontstaat meer ruimte rond het hoefbeen en de bloedvaatjes in de lederhuid vullen zich met bloed. De hoef wordt weer opgetild en gaat terug naar de oorspronkelijke vorm. De lederhuid wordt leeggeperst en hierdoor wordt het zuurstofarme bloed naar boven gepompt. De hoef wordt bij de volgende pas weer neergezet, waarbij het zuurstofarme bloed verder omhoog wordt gepompt, terwijl zuurstofrijk bloed weer in de haarvaten van de lederhuid stroomt. Het vermoeden bestaat dat er in vijf stappen wel een liter bloed door de hoeven wordt gepompt.
Hiellanding (A) Toonlanding (B)
Hiellanding (A): Zoals we op de videobeelden in slow motion goed konden zien landt de hoef op de hiel. De verzenen zijn niet veel hoger dan de zool, de straal raakt als eerste de grond, gevolgd door de verzenen. Het straalkussen drukt de hoefkraakbeenderen naar boven en naar buiten. Door de aanhechting van de hoefkraakbeenderen met het hoefbeen en het kroonbeen is er sprake van een lichte opwaartse beweging, waardoor de kroonrand iets uitzet en ruimte geeft aan de hoefkraakbeenderen. Het straalbeen wordt optimaal ondersteund. Toonlanding (B): Wanneer de verzenen te hoog zijn en de zool de grond niet raakt kan de hoef licht op de toon landen. Wanneer dan door het gewicht het hoefbeen verder de hoornschoen in drukt, klappen de hoefkraakbeenderen juist naar binnen en de straal zakt naar beneden, omdat er geen druk is van onderaf. Hierdoor wordt al het zachte weefsel in de hoornschoen naar beneden gedrukt en ook iets naar achteren, waardoor het straalbeen en hoefgewricht niet meer ondersteund worden. Het hoef- en kroonbeen hebben dan de neiging wat naar achteren te kantelen, wat weer effect heeft op de diverse gewrichtsbanden. Ook de krachten die op de ophangbanden van het straalbeen, de sesambeentjes en de diepe buiger komen kunnen hierdoor enorm zijn en tot beschadigingen en blessures leiden.