Vmbo 2 economie Goede producten?

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Havo 4: De arbeidsmarkt Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op
Advertisements

H3 Industralisatie en Ismen.
VWO 4: Markten-1 Hoofdstuk 4: De Werkloosheid
Oerproducent (bijv. de veehouder)
Kopen en werken Hoofdstuk 5: Een eigen bedrijf
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
4. Hoezo internationalisering?
Havo 4: De arbeidsmarkt Hoofdstuk 3: De strijd om de poen
Economische Crisis Hoofdstuk 1, paragraaf 3.
Inkomen Begrippen 1 t/m 5 Werkboek blz 5
Herinnering Hoe wordt het voor jou en de docent prettig? 1) Praat nooit door de docent heen. Ook als je een goed antwoord wilt geven, steek je je vinger.
Productiemiddelen H8 B129 – B131 Stan & Boudewijn.
Voorbereiding H14 Klas 4G.
Welvaart Hoofdstuk 2.
Hoofdstuk 4. Europa in beweging.
Hoofdstuk 4. Europa in beweging.
Inkomen Begrippen + 6 t/m 10 Werkboek 6. 2 Begrippen Arbeidsverdeling Verdeling van het werk in een land.
§3.1 Aanbod van arbeid blz. 24 Aanbod van arbeid 1. Aanbod van Werknemers 2. Aanbod van Zelfstandigen 3. Geregistreerde Werklozen Aanbod van arbeid.
Roaring twenties VS/Wall Street: financiele hart van de wereld.
Hoofdstuk 3: Aan het werk
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
Samenvatting hoofdstuk 2
Samenvatting hoofdstuk 4
Structuur Hoofdstuk 4.
Investeringen Klik om verder te gaan. Hoe gebruik je deze uitleg? Je kunt in deze presentatie ‘bladeren’ door de pijltjestoetsen te gebruiken. Vooruit.
5.1 Wat kun je doen met groen?
5.2 Kun je meer produceren? De productiecapaciteit is de hoeveelheid producten die een bedrijf kan produceren . Dit wordt bepaald door het aantal werknemers.
J. de Lange ECONOMIE HOE KUN JE DAT NOU MAKEN?. Inventarisatie: Productiefactoren Afschrijving Winstberekening Belangrijk PROGRAMMA:
Aantekeningen hfst 6.
J. de Lange ECONOMIE HOE KUN JE DAT NOU MAKEN?. Marktaandeel Ex-BTW en In-BTW Arbeidsproductiviteit Belangrijk PROGRAMMA:
De economische kringloop
Arbeidsintensief/kapitaalintensief
Hoofdstuk 6 Productie.
D E INVLOED VAN DE INTERNATIONALE HANDEL OP HET BBP.
Vmbo 2 economie Overheid overbodig?
Hoofdstuk 6 Productie en markt.
T4 ECONOMIE Hst 5 aan de slag!.
Welkom havo 4..
Vmbo 2 economie Overheid overbodig?
H 1 Specialisatie, vrijhandel, protectionisme
3.1 PRODUCTIE.
Verdienen en Uitgeven Hoofdstuk 3.
Paragraaf 2.3 Wat willen zij dat je koopt?.
Hst 4 Hoe wordt er gewerkt?
Vmbo 2 economie Overheid overbodig?
Toegevoegde Waarde 1 IntroFox.
Schaarste en welvaart Produceren en kiezen.
Vmbo 2 economie Goede producten?
Welkom Havo 5..
Welkom Havo 5..
Welkom Havo 5..
Welkom Havo 5..
Vmbo 2 economie Ben jij een kritische koper ?
Vmbo 2 economie Goede producten?
Vmbo 2 economie Waarom werken?
Hoofdstuk 2 Nederland als industriële samenleving § 4
Cursus 4.1 Elk doet zijn werk Klas 2 BK Lesweek 4
Voor de chocoladefabriek hebben we meer gegevens verzameld
Vmbo 2 economie Waarom werken?
specialisatie zorgt voor welvaartswinst
Cursus 4.1 Elk doet zijn werk Klas 2 KGT Lesweek 1
Economische kringloop
Hoe verdienen de mensen de kost?
Nederland en de rest van de wereld
Ec groei Hfst 20 Hfst 25.
Inspelen op innovaties
Hoofdstuk 2: Landschappen op aarde
Hoofdstuk 3 Paragraaf 1: De Alpen.
- Wat heb ik aan geld, ik heb veel meer aan brood -
Transcript van de presentatie:

Vmbo 2 economie Goede producten? Hoofstuk 3 Vmbo 2 economie Goede producten?

Paragraaf 3.2 Hoe maak je het?

Productiemiddelen/ Productiefactoren Om een product te produceren heb je productiemiddelen / productiefactoren nodig: 1. Kapitaal 2. Arbeid 3. Natuur Al het geld dat nodig is geweest voor het produceren van het product. Alle mensen die een bijdrage hebben geleverd aan het product. Alle natuur die nodig is geweest voor het produceren van het product. Denk aan de grond waar een machine op staat of de zon om iets te laten groeien.

Voorbeelden van productiemiddelen Grondstoffen (natuur) Machines (kapitaal) Gebouwen (kapitaal) Computer (kapitaal) Medewerkers (arbeid)

Investeren: het kopen van kapitaalgoederen (machines, gereedschap, gebouw e.d.) ↓ Hierdoor kan men meer, beter of goedkoper produceren. Mechanisatie: Automatisering: Machines vervangen Machines vervangen spierkracht van mensen. denkwerk van mensen.

Arbeidsproductiviteit De arbeidsproductiviteit is de hoeveelheid producten die een arbeidskracht (werknemer) kan maken in een bedrijf. Door mechanisering en automatisering kunnen werknemers in een bedrijf veel meer doen per persoon dan vroeg. De arbeidsproductiviteit (APT) is toegenomen.

Mens Vs. Machines Arbeidsintensief: Kapitaalintensief: Als mensen het grootste gedeelte van de productie verzorgen. Bv. 30% machines en 50% arbeid. Kapitaalintensief: Als machines het grootste gedeelte van de productie verzorgen. Bv. 75% machines en 25% arbeid

DOEN: Lees paragraaf 3.2 in het digitale boek Pincode op blz. 76-79 en maak alle vragen behalve: 14, 17. Ben je sneller klaar dan de rest? Maak dan de rekenvragen over BTW op blz. 100 en 101. Snap je iets niet? 1. Overleg zachtjes met je klasgenoot. 2. Begrijpen jullie het niet? Steek dan je vinger op. 3. Dan komt de docent jullie helpen.