Iwan en Petroesjka 1 Zadel razendsnel m’n paard, riep Iwan Petrovietsj, Maar zijn vrouw riep ga maar met de fietsj. Anders brand de bloemkool aan en krijg je strakjes nietsj, Iwan sprak hoe vind je me zoietsj?
Iwan en Petroesjka 2 'k zeg mijn paard Petroesjka, snel Petroesjka, En nu in een tel Petroesjka O Petroesjka, o wat duurt dat lang. Ik zeg Mijn paard Petroesjka, snel Petroesjka,
Iwan en Petroesjka 3 Ach die bloemkool is niet van belang. Maar toen werd Petroesjka boos op Iwan Petrovietsj. En ze riep hoe vind je me zoietsj. Bloemkool niet belangrijk, Goed dan kookt Petroesjka nietsj Haal jij maar kroketten op de fietsj.
Iwan en Petroesjka 4 Ik wil mijn paard Petroesjka, snel Petroesjka, En nu in een tel Petroesjka O Petroesjka, o wat duurt dat lang. Ach dat eten is niet van belang.
Iwan en Petroesjka 5 Maar toen na een uur of wat zei Iwan Petroveitsj, Ach Petroesjka heb je toch niet ietsj. Maar Petroesjka zei nee lieve Iwan Petrovietsj, Laten we wat halen op de fietsj.
Iwan en Petroesjka 6 Of op het paard Petroesjka, ja Petroesjka samen op het paard Petroesjka. O Petroesjka zeg hoe lijkt je dat? Ja op het paard Petroesjka, ja Petroesjka samen op het paard Petroesjka. O Petroesjka eten in de stad.