Toepassingen 5L week 26: ‘In het tuincenter’ korting: in % - in een breuk – als getal mengsels inkoopprijs – verkoopprijs – winst – verlies overbodige gegevens weglaten passende vraag bedenken
Hoeveel betaal je dan voor die zak mest? 5L week 26: ‘In het tuincenter’ Een zak grasmest kost 23,00 euro. Momenteel is er een actie waarbij je 4,50 euro korting krijgt als het totaalbedrag op je kasticket minstens 80,00 euro is. V. Hoeveel betaal je dan voor die zak mest? G. normale prijs: 23,00 euro 4,50 euro korting B. 23 – 4,5 = 18,5 A. De zak mest kost dan 18,50 euro.
Hoeveel betaalt Jos voor de grasmatten. 5L week 26: ‘In het tuincenter’ Grasmatten worden per rol verkocht. Jos koopt drie matten van 5 m en krijgt een korting van 1/5 op de prijs. Normaal kost één rol 12,00 euro. Hij koopt ook voor 47,45 euro bloemen. V. Hoeveel betaalt Jos voor de grasmatten. G. normale prijs: 12,00 euro per rol 3 rollen 1/5 korting B. 1/5 van 12 = 2,4 12 – 2,4 = 9,6 3 x 9,6 = 28,8 3 x 12 = 36 1/5 van 36 = 7,2 36 – 7,2 = 28,8 A. De grasmattan kosten 28,80 euro.
€ 42,99 € 395 aanbieding 1 € 48,00 aanbieding 2 € 404,75 V. 5L week 26: ‘In het tuincenter’ aanbieding 1 € 48,00 € 42,99 aanbieding 2 € 404,75 € 395 V. Hoeveel bedraagt de korting? F. oude prijs – nieuwe prijs = korting B. 48,00 – 42,99 = 5,01 404,75 – 395 = 9,75 A. Aanbieding 1: korting € 5,01. Aanbieding 2: korting € 9,75.
5L week 26: ‘In het tuincenter’ Een groothandelaar heeft 8 soorten snoep. Hij mengt twee soorten ervan. Van elke soort voor het mengsel gebruikt hij evenveel, namelijk 5 kg. De fruitsnoepjes kosten 6,00 euro per kg, de karamels 3,50 euro per kg. V. Wat is de totale prijs van het mengsel? Hoeveel kost 1 kg van dit mengsel? G. 5 kg fruitsnoepjes à 6,00 euro per kg 5 kg karamels à 3,50 euro per kg S. 5 kg fruitsnoepjes à 6,00 5 kg karamels à 3,50 B. 5 x 6 = 30 5 x 3,5 = 17,5 30 + 17,5 = 47,5 5 + 5 = 10 47,5 : 10 = 4,75 A. De totale prijs van het mengsel bedraagt 47,50 euro. 1 kg van het mengsel kost 4,75 euro.
5L week 26: ‘In het tuincenter’ Een groothandelaar heeft 8 soorten snoep. Hij mengt twee soorten ervan. Van de fruitsnoepjes van 6,00 euro per kg neemt hij 3 kg, van de karamels van 3,50 euro per kg neemt hij 8 kg. V. Hoeveel kost 1 kg van dit mengsel? G. 3 kg fruitsnoepjes à 6,00 euro per kg 8 kg karamels à 3,50 euro per kg S. 3 kg à 6,00 8 kg karamels à 3,50 B. 3 x 6 = 18 8 x 3,5 = 28 18 + 28 = 46 3 + 8 = 11 46 : 11 = 4,181.. 4,18 A. 1 kg van het mengsel kost 4,18 euro.
5L week 26: ‘In het tuincenter’ Een tuinier mengt drie soorten graszaad. Soort 1 kost 4,00 euro per kg. De tweede soort staat 5,00 euro geprijsd en de derde soort 7,00 euro. Hij maakt een mengsel van 15 kg en gebruikt van elke soort evenveel. V. Wat is de inkoopprijs per kg? G. drie soorten, samen 15 kg 5 kg à 4,00 euro – 5 kg à 5,00 euro – 5 kg à 7,00 euro S. 5 kg à 4,00 5 kg à 5,00 5 kg à 7,00 B. 5 x 4 = 20 5 x 5 = 25 5 x 7 = 35 5 + 5 + 5 = 15 20 + 25 + 35 = 80 80 : 15 = 5,333.. 5,33 A. De inkoopprijs per kg van het mengsel is 5,33 kg.
oude prijs – korting = nieuwe prijs 5L week 26: ‘In het tuincenter’ G. tafel: 290,00 euro 6 stoelen à 35,00 euro 10 % korting F. oude prijs – korting = nieuwe prijs B. 6 x 35 = 210 290 + 210 = 500 10 % van 500 = 50 500 – 50 = 450 A. Je moet 450,00 euro betalen
8 kg van dit mengsel kost 19,52 euro. 5L week 26: ‘In het tuincenter’ G. 3 x 20 kg à 51,80 euro/zak 4 x 5 kg à 9,95 euro/zak S. 3 x 20 kg à 51,80 euro/zak 4 x 5 kg à 9,95 euro/zak B. 3 x 20 = 60 4 x 5 = 20 60 + 20 = 80 3 x 51,80 = 155,4 4 x 9,95 = 39,8 155,4 + 39,8 = 195,2 195,2 : 10 = 19,52 A. 8 kg van dit mengsel kost 19,52 euro.
1020 = 4/5 van oorspronkelijke prijs 5L week 26: ‘In het tuincenter’ G. nieuwe prijs: 1020,00 euro 1020 = 4/5 van oorspronkelijke prijs B. 4/5 = 1020 1/5 = 1020 : 4 = 255 oorspronkelijke prijs = 5/5 5 x 255 = 1275 A. De oorspronkelijke prijs was 1275,00 euro.
20 kg varkensvlees (6,75 €/kg) 15 kg kippenlapjes (6,00 €/kg) 5L week 26: ‘In het tuincenter’ G. 10 kg rundsvlees (8,10 €/kg) 20 kg varkensvlees (6,75 €/kg) 15 kg kippenlapjes (6,00 €/kg) ajuin en paprika: 24,00 euro B. 10 x 8,10 = 81 20 x 6,75 = 135 15 x 6 = 90 81 + 135 + 90 + 24 = 330 330 : 300 = 1,1 A. 1 brochette kost 1,10 euro aan ingrediënten.
verkoopprijs – inkoopprijs = winst 5L week 26: ‘In het tuincenter’ € 10,45 € 84,55 € 57,25 V. Vul de tabel aan. F. verkoopprijs – inkoopprijs = winst inkoopprijs – verkoopprijs = verlies verkoopprijs – winst = inkoopprijs inkoopprijs – verlies = verkoopprijs B. 47,25 - 36,8 = 10,45 42,5 + 14,75 = 57,25 89 – 4,45 = 84,55