8.8 Verbrandingsreacties

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Warmte Hoofdstuk 4 Nova Klas 2HV.
Advertisements

HST 5 Les 1: herhaling hst 4.
Paragraaf 2 van hoofdstuk 2: Warmtebronnen
Warmte Hoofdstuk 4 Nova Klas 2V.
Bouw van zuivere stoffen
Wijziging planning Vandaag korte uitleg over 3.6/3.7, Powerpoint staat bij downloads. Vandaag zelf practicum 3.10 uitvoeren na uitleg Woensdag SO reactievergelijkingen,
Paragraaf 2 van hoofdstuk 2: Warmtebronnen
Atomen , moleculen en reactieschema
Warmtebronnen Als je iets wil verwarmen heb je een warmtebron nodig.
Scheikunde 3HV H5 chemische reacties SV
Moleculen en atomen Hoofdstuk 7.
Het kloppend maken van reactievergelijkingen
Het kloppend maken van reactievergelijkingen
Chemische reacties Reactieschema: Beginstoffen -> reactieproducten
Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 3 Havo en VWO.
Hoofdstuk 2 Samenvatting
Hoofdstuk 2 Paragraaf 2 Ontleden Klas 3.
Paragraaf 2 van hoofdstuk 2: Warmtebronnen
Atomen , moleculen en reactieschema
Meesterproef Scheikunde Koolstofdioxide CO 2 ontstaat bij alle verbrandingen concentratie CO 2 sinds Industriële Revolutie toegenomen van 0,032%
4T Nask1 2.1 Brandstoffen verwarmen
4.4 Chemische reacties 4T Nask1 H4 Stoffen.
VCA – HOOFDSTUK 6 BRAND.
Bij het ROW-systeem wordt gebruik gemaakt van elektrolyse van water. Wat is elektrolyse en wat heeft het voor nut? Elektrolyse =de ontleding van scheikundige.
Reactieschema’s maken
Het opstellen van reactieschema’s.
Reactievergelijkingen kloppend maken.
3.2 Volledige en onvolledige verbranding
3.4 Het kloppend maken van reactievergelijkingen
Thema 3 Ademhaling Nieuwe groepjes.
Verbranding Verbranding is een proces waarbij energie vrijkomt.
4.4.Doorstroom Scheikunde H 1
Scheikunde 4 W&L.
Hoofdstuk 3 Kelly van Helden.
Synthesegas CH 4 (g) + H 2 O (g) ⇄ CO (g) + 3H 2 (g) Doel : snelle en hoge opbrengst Welke zaken beïnvloeden opbrengst?
Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 4
Zwijsen College Test jezelf Pulsar Chemie Hfst 3.
Zwijsen College Test jezelf Pulsar Chemie Hfdst 5. Hoofdstuk: Verbrandingen. Klik telkens op de driehoek om verder te gaan! Zet deze toetspresentatie.
Stofwisseling Thema 1.
Koolstofchemie AARDOLIE.
Rekenen aan reacties Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 3.
Leskaart fotosynthese en verbranding Leskaart broeikaseffect
Hoofdstuk 2 Chemische reacties
Stofwisseling. Organische stof is een stof die gemaakt is in een levend wezen Bevat energie Koolhydraten eiwitten vetten Anorganische stof is een stof.
Scheikunde H4 + structuurformules. Fossiele brandstoffen paragraaf 1 Fossiele brandstoffen: ontstaan uit resten van planten en dieren die miljarden jaren.
Practicum 31 Pyriet Vraag bij het practicum:
VCA Basisveiligheid Hoofdstuk 4 Brand en explosie
Scheikunde klas 3 Herhaling
3.5 van reactieschema naar Reactievergelijking
8.4 Moleculen en atomen Praktikum 36: Vragen:
8.3 Soorten stoffen, soorten reacties
8.6 Van reactieschema naar reactievergelijking
Reactievergelijkingen kloppend maken.
CO2 prestatieladder van Stef Jonker
8.5 Molecuulformules Opdracht 16:
Het opstellen van reactieschema’s.
Reactiewarmte berekenen
Meer rendement uit de HR ketel
Milieu Jaar 1 Periode 3.
Hoe haal je meer rendement uit de HR ketel?
Synthesegas CH4 (g) + H2O (g) ⇄ CO (g) + 3H2(g)
Verbranding en ademhaling
Opstellen reactie vergelijking
Voorbereiding op de biologie toets
Brandstoffen verbranden
Brandstoffen verbranden
Coëfficiënt: 4 4 NH3.
Paragraaf 1 Wat is verbranding?.
Transcript van de presentatie:

8.8 Verbrandingsreacties Opdracht 37: Een verbrandingsreactie is een reactie van een brandstof met zuurstof, waarbij vuurverschijnselen optreden. Een oxide is een verbinding van zuurstof met een niet-ontleedbare stof. Opdracht 38: MgO en Al2O3 zijn oxides H2SO4 is geen oxide, want H2S is ontleedbaar (zie 37b) CL2 is geen oxide, want CL2 is weliswaar niet ontleedbaar, maar er is geen zuurstof aan gebonden.

8.8 Verbrandingsreacties Opdracht 39: 2H2 + O2  2H2O CH4 + 2O2  CO2 + 2 H2O C12H36O2 + 20O2  12CO2 + 18H2O Opdracht 40: Leid dieseldamp door een gaswasfles die gevuld is met een joodoplossing. Als er zwaveldioxide in de dieseldamp zit, zal de joodoplossing ontkleuren. Opdracht 41 De temperatuur wordt met het bluswater verlaagd tot onder de ontbrandingstemperatuur.

8.8 Verbrandingsreacties Opdracht 42: Door bij bv een brandende gasleiding de hoofdkraan dicht te draaien, stop je de toevoer van de brandbare stof. Opdracht 43: Exotherm, want er komt veel warmte bij vrij. Het verbrandingsproces houdt zichzelf gaande, zolang er brandstof is. Er komt zoveel warmte vrij, dat de temperatuur blijkbaar boven de 390C is gekomen.

8.8 Verbrandingsreacties Opdracht 44: CO2 en H2O ontstaan, want in de beginstof zit Koolstof en waterstof en zuurstof. Als die reageren met zuurstof ontstaat er koolstofdioxide en waterdamp. C7H16 + 11O2  7CO2 + 8H2O 2C8H18O(l) + 25O2  16CO2 + 18H2O Een damp is veel toegankelijker voor de zuurstof dan een vloeistof. D.w.z. er is veel meer ruimte tussen dampmoleculen dan tussen vloeistofmoleculen. Diesel heeft grotere moleculen dan benzine (bevat meer atomen) Daardoor is er bij diesel meer energie nodig om de dieselmoleculen ‘kapot’ te krijgen. Daardoor is dus de ontbrandingstemperatuur hoger dan bij benzine Een verbinding ontstaat met zwavel en zuurstof. Dat is dan zwavelmonoxide SO of zwaveldioxide SO2

8.8 Verbrandingsreacties Opdracht 45: Volledige verbranding in de blauwe zone. In gebied 2, 3 en 4 Opdracht 46: a) Ja, eerst CO2, dan CO en tot slot C b) Ja, weinig zuurstof geeft een gele vlam en roet. Zuurstoftoevoer open geeft een kleurloze vlam en een volledige verbranding.

8.8 Verbrandingsreacties Opdracht 47: In een caravan is niet altijd een goede rookgasafvoer. In huis is dat wel zo (rookgas verdwijnt uit de cv-ketel door de schoorsteen naar buiten). 22 x 29 mg = 638mg CH4(g) + 2O2(g) CO2(g)+ 2H2O(g)