Les 1.2 11 Orgaanstelsels 11.1 Organisatieniveaus 11.2. Orgaanstelsels en hun niveau 12 Topografie 12.1 Anatomische houding 12.3 Plaatsaanduidingen 12.5 Indeling in hoofd, romp en ledematen Incl. 12.5.1, 12.5.2 en 12.5.3 12.6.1 Lichaamsholten
De mens: 1 geheel 100.000 miljard cellen Cellen niet onafhankelijk, werken samen Cel weefsel orgaan orgaanstelsel mens
De CEL Koolstofdioxide + water + warmte Brandstof + zuurstof IN UIT
Ontstaan van een cel Uit 1 zaadcel en 1 eicel eerste lichaamscel
Groei en herstel van je lichaam Door celdeling: Weefsel
Cel = de kleinste, zelfstandig levende eenheid van je lichaam Weefsel = groep cellen met zelfde vorm en functie Orgaan = groep van samenwerkende weefsels met bepaalde functie Orgaanstelsel = groep van samenwerkende organen met bepaalde functie
Opdracht 1 Uitleg orgaanstelsel In groepjes van 3 á 4 wordt één van de volgende 10 orgaanstelsels per groepje gekozen. Elk groepje zoekt uit HOE het orgaanstelsel werkt, WELKE organen er bij betrokken zijn, met minimaal 2 latijnse namen. Dit wordt kort voor de klas gepresenteerd, het liefst met beeld via beamer/ smartboard in max.2 minuten. circulatiestelsel spijsverteringsstelsel urinewegstelsel ademhalingsstelsel huid hormonaal stelsel zenuwstelsel sensorisch stelsel motorisch stelsel voortplantingsstelsel
Weefselvocht Inwendig milieu alles wat in je lichaam zit, en géén contact met de buitenwereld heeft Uitwendig milieu alles van je lichaam wat contact met de buitenwereld heeft b.v. lever b.v. huid, maar óók slokdarm, maag, urinebuis
Hoe zeg je wáár iets zit?? Anatomische houding: Persoon staat rechtop, met hoofd recht omhoog Armen gestrekt naast het lichaam Handpalmen naar voren gericht Voeten licht gespreid
Beetje aan de voorkant, schuin erboven??? Voor / achter : ventraal / dorsaal anterior / posterior Centraal / perifeer Internus / externus (Links / rechts) Sinister / dexter (Binnen/buiten) mediaal / lateraal
Craniaal: Hoofdzijde Caudaal: Staartzijde
Opdracht 2 Latijnse woorden Zoek de betekenis van de volgende woorden op en schrijf deze op: CHROMOSOOM INWENDIG MILEU VENTRAAL PERIFEER INTERNUS EXTERNUS ABDOMEN*
Opdracht 3 Maken vragen Opdracht 4 Maken vragen Maak de volgende vragen: Blz. 104 uit het boek Anatomie en fysiologie Vraag 1 en 2 Opdracht 4 Maken vragen Maak de volgende vragen: Geef de definitie van een weefsel Geef de definitie van een orgaan Geef de definitie van een orgaanstelsel Welke soorten weefsels zijn er? Welke 4 typen steunweefsel zijn er?
EINDE College 1.2 Volgend college: 1.3 De huid