Jeugd in het Strafrechtelijk kader Les 5, 2016 ‘Needs’ en responsivity
Leerdoelen Module: Je weet wat je waarom en hoe wel en niet met jongeren en hun omgeving moet aanvangen om ze binnen het kader van het strafrecht niet opnieuw met het strafrecht in aanraking te laten komen Deze les:
What Works-beginselen 1. Risicobeginsel: wie (interventie afhankelijk van recidiverisico) 2. Behoeftebeginsel: wat (veranderbare factoren) 3. Responsiviteit: hoe (motivatie, leerstijl en (on-)mogelijkheden hiervan te profiteren) 4. Behandelmodaliteit (evidencebased) 5. Programma-intergriteit (getoetste theorie uitgevoerd volgens programma) 6. Professionaliteit (opleiding, training inter- en supervisie) RNR-Model, Risks, Needs Responsivity Assessement
Dus? Wat leerde het risico beginsel ons ook alweer? Grijp niet te zwaar maar ook niet te licht in Risico wordt bepaald door statische factoren En door veranderbare/dynamische factoren Het risico profiel bepaalt de intensiteit van het ingrijpen
Die dynamische factoren gaat het hier over Wat is het doel van de behandeling/interventie? Welke veranderbare (risico) factoren hangen samen met het delict en schade is hier de vraag Opzoek naar de criminogene factoren (= dus veranderbaar en delict gerelateerd)
Binnen de criminogene factoren: delict en schade gerelateerde factoren Algemeen en specifiek Statisch en dynamisch Stabiel en acuut Denk bij de schade ook aan de schade voor de jongere zelf (IVRK): de zorgsignalen. Deze aanpakken verminderen niet recidive maar vergroten welzijn
motivatie voor doorgaan/stoppen Van voor de kick, spanning, plezier en dromen van grote buit naar verdienen Motivatie voor stoppen pedagogisch beïnvloeden volgens Weijers toegepast op Redouan.
Wat was wijs m.b.t. Sancties? Graag jullie evaluaties
Motivatie vergroten voor volharders Cascademodel pedagogisch leed toevoegen door kale detentie (vrijdag nut van straffen bij criminologie). Scholing voor een vak als alternatief en TUL-en als het niet gaat Zonder: Voorwaardelijk, werkstraf na detentie of een leerstraf…
Wat te zeggen over Redouans ‘straatwaarde’ Afpakken van het ’genieten’ van spullen en de media aandacht Grote jongen met naam (ook nu nog reputatie) Plukken: financiële OTS
Hulp na detentie Werk, wonen (verhuizen naar elders) Hulp alleen als er motivatie is, en alleen voorwaardelijk met controle van incidenten en financiën (dus keten samenwerking) Als jongeren zich schamen breng ouders in beeld in de straftoepassing
School Leer een vak en leid toe naar WERK (Redouan?)
Bij crimineel milieu Weinig boetes, veel afpakken, maximaal straffen zonder resocialiseren ivm kosten/ baten en ZSM reacties Weer terug naar de WW
Stabiele delictgerelateerde criminogene factoren: The big four Antisociale cognities (normen, attitude, gevoelens als haat, wrok) Antisociaal netwerk Antisociaal gedrag (incl. verslaving) Antisociaal persoonlijkheidscomplex (agressief egocentrisch temperament, psychopathie, zwakke probleemoplossing)