Je leert met de klankgroepen regelwoorden goed te schrijven.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Lees- en Taalproblemen
Advertisements

Vera Turpyn Dinsdag, 3 juni 2008
De R plaagt de dubbelklank -eer, -eur en -oor je hoort bir: je schrijft beer je hoort dur: je schrijft deur je hoort bor: je schrijft boor.
dia's bij lessenserie Pythagoras ± v Chr.
Verkeers- stellingenspel
Verdeel het woord in lettergrepen
De spellingsregels.
Marokko.
Woordpakket 8.
Thema 1 Het landje is van ons.
Fonemisch bewustzijn / aanvankelijk lezen Groep 1 t/m 4
Grote Anna leert lezen en rekenen
Een taalopdracht maken (e-ee/ u-uu/o-oo/a-aa)
MET DANK AAN COLLEGA’S IN DEN LANDE ! vee 2012
Woordpakket 4.
1. Welk rekenverhaal hoort hierbij? 2.
Structureel Coöperatief Leren
Ie als i geschreven • verdubbelen & verenkelen
Brugklas Werkwoordspelling.
2. Grammatica en spelling
De vrije & doffe klinker
3 DE LEERJAAR VERSIE 2 Woordpakket 6 Luister goed en schrijf het woord. www. Sclera.be.
2. Grammatica en spelling
w e b wat moet ik doen r i b b ie b b e d h oe d g oe d ik stop.
wat moet ik doen b ij l w ie l m uu r k ou s l ij m n u l p ie k j eu
m o l w ij n d eu k l i k p ij l b oe r t ie n v o s wat moet ik doen ik stop.
m a s t v l ie g v l a g z ei l t ou w w ie s h oe d aa p ik stop wat moet ik doen.
schoe n wat moet ik doen schat schaar schaap schiet schuil schep schil 2.
Het praktisch verkeersexamen start vanaf
Spaans.
Thema 8 Ella lacht weer.
3 DE LEERJAAR VERSIE 1 Woordpakket 23 Kijk goed en schrijf het woord. www. Sclera.be.
5 DE LEERJAAR VERSIE 2 Woordpakket 20 Luister goed en schrijf het woord. www. Sclera.be.
2 DE LEERJAAR VERSIE 1 Woordpakket 19 Kijk goed en schrijf het woord. www. Sclera.be.
2 DE LEERJAAR VERSIE 2 Woordpakket 19 Luister goed en schrijf het woord. www. Sclera.be.
3 DE LEERJAAR VERSIE 2 Woordpakket 19 Luister goed en schrijf het woord. www. Sclera.be.
3 DE LEERJAAR VERSIE 2 Woordpakket 23 Luister goed en schrijf het woord. www. Sclera.be.
In de stripkeswinkel kun d’ alle stripkes ale. G’oef gin bonne mee, want g’oef dèèr nie te betale. In de stripkeswinkel zijn alle stripkes grates. Dus.
Mol en beer.
Mol en beer.
Mol en beer.
Het praktisch verkeersexamen start vanaf
Natuurlijk leert de Koninklijke EHBO je helpen
Je leert met de klankgroepen nog meer regelwoorden goed te schrijven.
Hoe schrijf ik dat woord?
Regels en uitzonderingen
Blok 7 week 23 dag 1.
Spelling woorden met lange klank
“Maar het huis blijft staan, want het is stevig gebouwd.”
Mol en beer.
Spelling Klinkers en medeklinkers
Week 1, les 5.
Spelling Woorden afbreken.
1 woorden met ui 2 woorden met oe 3 woorden met ou en nu 4.
Blok 1 week 15 dag 1.
Mol en beer.
Wat moet ik doen 1.
Een instructie schrijven
1. Welk rekenverhaal hoort hierbij? 2.
KLANKE VOKALE.
1. Welk rekenverhaal hoort hierbij? 2.
Mol en beer.
Internasionale Moedertaal dag!
Hoe schrijf ik dat woord?
Aflevering 3: Het koppelteken‘-’.
Mol en beer.
Groep 4 blok 1 Weet je het nog?.
*Bekijk het zwarte woordje
Semantisatieverhaal: Vorige week kwam ik ‘s avonds laat met de auto terug van een feestje. Op de autoweg waren 3 rijbanen afgesloten (klik voor eerste.
Vokale, konsonante en diftonge
Transcript van de presentatie:

Je leert met de klankgroepen regelwoorden goed te schrijven. R5 R7 R8 R9 R12

Klankgroepen. Wat weet je al: Je weet wat klankgroepen zijn. Je weet hoe je een woord schrijft, als je aan het eind van de klankgroep een korte klinker, lange klinker, een stomme e of een tweetekenklank hoort. R5 R7 R8 R9 R12

Klankgroepen. Wat weet je al: Je weet ook dat mee, twee en zee altijd een ee houden. Je weet hoe je een woord schrijft, als je aan het eind van de klankgroep een ie hoort. Meestal schrijf je een ie, soms een i. Dat zijn dan weetwoorden. R5 R7 R8 R9 R12

Als een klankgroep eindigt op …… een korte klinker: a,e,i,o,u een lange klinker: aa, ee, oo, uu een tweetekenklank: au,ou, oe, ui, eu, ie, ei, ij een medeklinker: b,d,f,g,h,j,k,l,m,n,p,r,s,t,v,w,z dan schrijf je daarna twee dezelfde medeklinkers dan schrijf je een a,e,o,u dan schrijf je wat je hoort R5 R7 R8 R9 R12

Nog een keer oefenen Luister naar het woord. Bedenk de regel. Eerst daarna Luister naar het woord. Bedenk de regel. Schrijf het woord op. R5 R7 R8 R9 R12

Stap 4: controleer het woord muziek gitaar trompet fluiten bekkens trommel R5 R7 R8 R9 R12

Luister goed naar het woord. Wat kunnen we drinken? Eerst daarna Luister naar het woord. Bedenk de regel. Schrijf het woord op. R5 R7 R8 R9 R12

Stap 4: controleer het woord cola fanta cassis yoki appelsap koffie R5 R7 R8 R9 R12

We gaan nog een keer oefenen. Eerst daarna Luister naar het woord. Bedenk de regel. Schrijf het woord op. R5 R7 R8 R9 R12

Stap 4: controleer het woord buffel zeehond ezel kameel zebra padden R5 R7 R8 R9 R12

We gaan nog een keer oefenen. Eerst daarna Luister naar het woord. Bedenk de regel. Schrijf het woord op. R5 R7 R8 R9 R12

Stap 4: controleer het woord wespen muggen kippen kittens hanen duiven R5 R7 R8 R9 R12

We gaan oefenen met lange woorden. Eerst daarna Luister naar elke klankgroep! Bedenk de regel. Schrijf het woord op. R5 R7 R8 R9 R12

Stap 4: controleer het woord telefoon oplader telefoonoplader krokodillen eieren krokodilleneieren R5 R7 R8 R9 R12

Weer alles door elkaar. 1 de a….. 2 de pl….. 3 de ra… 4 de st….. 5 hij kan zw... 6 de as……… R5 R7 R8 R9 R12

Stap 4: controleer het woord 1 de aarde 2 de planeten 3 de raket 4 de sterren 5 hij kan zweven 6 de astronaut R5 R7 R8 R9 R12

Let op, alles door elkaar. 1 de r…….. 2 hier kan je o… 3 dit is een z… 4 hier mag je een auto p….. 5 hier moet je st… 6 inrijden is v….. R5 R7 R8 R9 R12

Stap4: controleer het woord 1 de rotonde 2 oversteken 3 zebrapad 4 parkeren 5 stoppen 6 verboden R5 R7 R8 R9 R12

Let op, alles door elkaar. 1 zij kl…. 2 zij tr… 3 zij hu….. 4 zij d ….. 5 je mag niet d… 6 zij zijn aan het o….. R5 R7 R8 R9 R12

controleren 1 klimmen 2 trekken 3 huppelt 4 duikelen 5 duwen 6 omkleden R5 R7 R8 R9 R12

Let op, alles door elkaar. 1 zij v…. 2 zij vl… 3 niet sp….. 4 onder de p…. 5 hij is zich aan het a…. 6 zij ligt te z….. R5 R7 R8 R9 R12

controleren 1 zij voetballen 2 zij vliegeren 3 niet spetteren 4 parasol 5 hij is zich aan het afdrogen 6 zonnen R5 R7 R8 R9 R12

Let op, alles door elkaar. 1 het land A….. 2 er wonen i… 3 zij z….. 4 het w…. huis 5 een t….. 6 een h…. R5 R7 R8 R9 R12

controleren 1 Amerika 2 indianen 3 zij zagen 4 witte huis 5 een tornado 6 hamburger R5 R7 R8 R9 R12

Het lukt je nu vast beter om de regelwoorden goed te schrijven! Dat was het! Het lukt je nu vast beter om de regelwoorden goed te schrijven! R5 R7 R8 R9 R12