Paragraaf 4.3 De strijd tussen paus en keizer

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Kenmerk 15 Het conflict in de christelijke wereld over de vraag de wereldlijke of de geestelijke mach het primaat behoorde te hebben Les 2 - Investituurstrijd.
Advertisements

De Republiek in een tijd van vorsten
Kenmerk 16 De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de Kruistochten Les 3: Het Grote Schisma van 1054.
1.5 Vorsten in Europa Republiek De Nederlanden waren een republiek: - De macht lag bij de Staten Generaal - Opvolgers werden gekozen. Monarchie Frankrijk,
Late Middeleeuwen.
Karel en grote problemen
Kerstening van Noordwest-Europa - werkwijze
Hfd. 1.4 opkomst van machtige vorsten
De Opstand Les 1: Karel V en de Gewesten én het begin van de Opstand
5 kenmerken van het tijdvak
Paragraaf 1: Frankrijk in de 18e eeuw
Middeleeuwen: Monniken en Ridders
Paragraaf 4.4 Vorige les: staatsvorming en centralisatie
1.1 De koningen van Engeland en Frankrijk
Hoofdstuk 3 Extra informatie…
Hoofdstuk 1, §3 … de antwoorden
4 De keizer, de paus en de grenzen van de macht
De Republiek in een tijd van vorsten
Kenmerk 21 De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had. Les 1: De Christelijke Kerk valt uiteen.
Strijd tussen De Kerk en De Staat Les 8 - Investituurstrijd
Kenmerk 15 Het conflict in de christelijke wereld over de vraag de wereldlijke of de geestelijke mach het primaat behoorde te hebben Les 13 - Investituurstrijd.
Van Hunebed tot heden Kenmerk 22: Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat Les 45: Karel V en de Gewesten.
Vroege Middeleeuwen.
Paragraaf 5.3 De macht van vorsten.
Vrijheidsrechten en politieke rechten in Nederland
Machtsstrijd in de Middeleeuwen
Tijd van steden en staten ( n. Chr.)
DE LATE MIDDELEEUWEN Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben.
Tijd van steden en staten
Goed voorbereid naar de Pabo!
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Bestuur in andere landen
Paragraaf 1.3 De Hervorming.
Tijd van steden en staten
4.5 De Nederlanden onder de Bourgondiërs - de Gewesten
Een Christelijke samenleving
Rond 1500 was Europa een standenmaatschappij
Renaissance en Opstand
Paragraaf 3 Opkomst van machtige vorsten
Opkomst van machtige vorsten 1.4. Vorsten brengen een scheiding aan tussen Kerk en Staat Tot de dertiende eeuw dachten de meeste Europeanen dat God maar.
§4 Christendom in Europa
Wat moet ik weten aan het einde van de les?
H 3 Monniken en ridders§ 3.4 Christendom in Europa Wat moet je weten aan het eind van de les? Hoe de hiërarchie van de rooms katholieke kerk in elkaar.
Tijd van steden en staten
H4.3 De Strijd tussen paus en keizer om de macht
Op naar feodaal Europa (een strijd om macht) (feodaal stelsel = Leenstelsel, adel regeert)
23 Het streven van vorsten naar absolute macht 27 Rationeel optimisme en een ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving:
Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen Paragraaf 2.2 Het Romeinse Rijk.
De tijd van de pruiken en de revoluties
Monniken en ridders 5.2 De kerstening van Europa
De vroege middeleeuwen
Leg uit welk schilderij hoort bij de Republiek en waarom je dat denkt.
Monniken en ridders 5.1 Leenheren en leenmannen
Paragraaf 4.4 Het ontstaan van machtige staten
Paragraaf 2 ‘Nationalisme’
Monniken en ridders 5.2 De kerstening van Europa
Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen
Europa wordt christelijk
Hoofdstuk 4 Steden en Staten
Kenmerk 21 De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had. Les 42: De Christelijke Kerk valt uiteen.
Kenmerk 16 De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de Kruistochten Les 32: Het Grote Schisma van 1054.
KA 12 - Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Cursus 5.2 : Monniken en Ridders 1 KB Lesweek 1
Kenmerk 15 Het conflict in de christelijke wereld over de vraag de wereldlijke of de geestelijke mach het primaat behoorde te hebben Les 27 - Verzet en.
KA 12 - Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur KA 09 - De verspreiding van het christendom in geheel Europa Les 22: Karel de Grote.
Kenmerk 15 Het conflict in de christelijke wereld over de vraag de wereldlijke of de geestelijke mach het primaat behoorde te hebben Les 28 - Investituurstrijd.
Tijd van Steden en Staten
§2.3 De opkomst van het christendom
Tweede pijler: Institutionele macht
Transcript van de presentatie:

Paragraaf 4.3 De strijd tussen paus en keizer Late middeleeuwen (1000 – 1500)

Kenmerkend aspect Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke, dan wel de geestelijke macht het primaat moest hebben.

geestelijke macht & wereldlijke macht Geestelijke macht: KERK (de katholieke kerk met aan het hoofd de paus. Bisschoppen en andere geestelijken) Wereldlijke macht: STAAT (in de middeleeuwen de adel: koningen, keizers, hertogen enz.)

Primaat Latijn: primus = behorende tot de eersten ‘Wie heeft het primaat’?  ‘wie heeft de hoogste macht?’

Tweezwaardenleer Geestelijke macht Wereldlijke macht Het idee in de middeleeuwen dat de wereld door god in twee machten is verdeeld (dit is bedacht door Paus Gelasius I in de 5e eeuw) Een geestelijke macht EN een wereldlijke macht. De paus is te herkennen aan de driekroon (drie banden) die zijn drie functies moeten voorstellen: priester, koning, leraar. Zie je zo’n kroon in een bron? Dan weet je altijd dat dit de paus moet voorstellen.

Paus De hoogste leider van de christelijke kerk (de katholieke kerk). Hij wordt gezien als opvolger van Petrus (een belangrijke apostel) Hij is de hoogste bisschop Hij wordt gezien als plaatsvervanger van Jezus Christus

Investituurstrijd Dat betekent: een strijd tussen de paus (geestelijke macht) en de keizer (wereldlijke macht) over wie die bisschoppen mag benoemen. Investituur is de aankleding met (symboliek) staf (= wereldlijke macht) en ring (= geestelijke macht). De strijd gaat dus over wie dat mag geven: de paus of keizer?

Investituur en lekeninvestituur Investituur: De benoeming van bisschoppen Lekeninvestituur: Het benoemen van bisschoppen door een ‘leek’: iemand die er eigenlijk niet bij hoort (bijv. de keizer die een bisschop benoemt, of brugklasser die les volgt in een havo-4 klas)

1075: begin Investituurstrijd Paus bemoeide zich met Saksische oorlogen in Duitsland…. Hendrik IV benoemt de bisschop van Milaan terwijl daar al een bisschop was.

Gevolg van deze benoeming: Paus Gregorius VII EN NU IS DE MAAT VOL! De benoeming van bisschoppen is MIJN terrein! Ik doe Hendrik IV in de BAN

Hendrik IV ziet in dat dit verschrikkelijk voor hem en zijn macht is. Vraag: waarom is deze banvloek dit voor Hendrik IV verschrikkelijk? Oplossing: BOETE DOEN  gang naar Canossa

Na drie dagen wachten laat de Paus Hendrik binnen en geeft hem vergiffenis en heft de banvloek op… Maar de Investituurstrijd is nog niet beslist (ze gingen door met ‘pesten’: tegenpausen en tegenkeizer benoemen) .

Wie is de winnaar van deze strijd? Bedenk samen met een klasgenoot wie: De winnaar is op korte termijn (geestelijke macht of wereldlijke macht) en waarom. De winnaar is op langere termijn (geestelijke macht of wereldlijke macht) en waarom. (zie blz. 81)

Examenvraag Twee gebeurtenissen uit het leven van Karel de Grote: 1 In het jaar 800 werd Karel de Grote door paus Leo III tot keizer gezalfd. 2 In 805 benoemde Karel de Grote missionaris Liudger tot bisschop van Münster. Deze gebeurtenissen uit de vroege middeleeuwen werden in de late middeleeuwen gebruikt door de partijen die in die tijd tegenover elkaar stonden in hun strijd om de macht (de Investituurstrijd). Beide partijen konden zich beroepen op één van deze gebeurtenissen uit het leven van Karel de Grote. (4p) Leg voor elke partij uit welk van deze gebeurtenissen zij konden gebruiken om hun standpunt te verdedigen.

Antwoord examenvraag maximumscore 4 Kern van een juist antwoord is: • De paus kon zich beroepen op gebeurtenis 1, die aantoonde dat de geestelijkheid boven de wereldlijke macht stond, omdat de paus de keizer zalfde 2 • De keizer kon zich beroepen op gebeurtenis 2, die aantoonde dat de wereldlijke macht boven de geestelijke macht stond, omdat de keizer de bisschop benoemde 2

Concordaat van Worms 1122 Einde van lange investituurstrijd (verschillende keizers en pausen die met elkaar in conflict zijn) Concordaat = vergadering tussen kerk en staat Beslissing van deze vergadering = De paus geeft aan de bisschop de geestelijke macht (de kerk in een gebied leiden), De keizer geeft aan een bisschop wereldlijke macht (bijv. een gebied te besturen) In praktijk kozen de hoge geestelijken in Duitsland hun nieuwe bisschoppen. Die kwamen uit adellijke families. Zo kregen deze families steeds meer macht ten koste van de Duitse keizer. Hierdoor verzwakte de macht van de Duitse keizer en raakte het Duitse rijk verbrokkeld… later zal de Duitse keizer niet meer goed zijn macht kunnen centraliseren.

Het verloop van de investituurstrijd was bepalend voor de verdeling van de macht in Midden-Europa (Duitse keizerrijk) Dit is o.a. het gevolg van het verloop van de investituurstrijd. Duitsland is een lappendeken van staten en staatjes

Uiteindelijk is de scheiding tussen kerk en staat steeds duidelijker geworden, ten gunste van de staat. Centraliserende vorsten (met hun legers) werden dominant in de macht. De wereldlijke macht heeft dus het primaat op langere termijn in handen gekregen. De staat heeft dus ‘de hoogste macht’ en dat is nog steeds zo in de westerse wereld. Je mag de godsdienst beledigen zonder daarvoor gestraft te worden.