Welkom T1A Goedemorgen! Ga op je plek zitten volgens de klassenplattegrond. Je hebt voorlopig geen IPad nodig. Berg je telefoon op, of lever hem bij mij in.
Doel en inhoud van deze les Je maakt kennis met verschillende gedichten. Je kunt de gedichten benoemen. Je weet het woord te raden bij een ‘raadgedicht’. Je begint met het schrijven van een eigen gedicht.
Bedenk in 1 minuut zoveel mogelijk soorten gedichten en schrijf ze op. Het rondeel De haiku Het naamgedicht De elf Het raadgedicht
Het rondeel Gedicht waarin enkele regels herhaald worden.
De haiku Gedicht dat bestaat uit drie regels (regel 1 heeft vijf lettergrepen, regel 2 heeft zeven lettergrepen, regel 3 heeft vijf lettergrepen)
Het naamgedicht Gedicht waarbij de eerste letter van elke regel van boven naar beneden een naam vormt.
Elfje Een elfje bestaat uit, hoe kan het ook anders, elf woorden. De volgende opbouw is noodzakelijk: 1 – 2 – 3 – 4 – 1
Raadgedichten Een raadgedicht is een gedicht waarin één woord ontbreekt. Dit woord is afgedekt en alleen de dichter kent het woord. Je leest het gedicht heel precies om te weten te komen welk woord ontbreekt. Het doel van een raadgedicht is om het lezen van gedichten te bevorderen.
Aan de slag Opdracht 1: Lees de gedichten. Bepaal wat voor soort gedicht het is. Kies uit: rondeel, elf, haiku, naamgedicht. Let op: je houdt twee gedichten over. Opdracht 2: Lees de raadgedichten. Probeer te ontdekken welk woord er ontbreekt. Klaaropdracht: Kies een gedicht uit één van de vijf en schrijf zelf een gedicht.
Afsluiting Welke woorden heb je gevonden bij de raadgedichten? Hoe heb je het aangepakt? Welke dichtvorm spreekt je het meeste aan en waarom? https://app.nearpod.com/?pin=3981DD7A2ADE266DA377B5A94608E799-1