Quaternaire structuur van eiwitten

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Koolhydraten BINAS 67A Algemene formule (CH2O)n
Advertisements

Weefsels.
Materie, energie en leven
Eiwitsynthese Klik hierop Klik hierop 1 uur 2 uur Jaak Smeets.
Eiwit als van een ei alleen dan anders….
Eiwitten structuur en functie
Ligand-receptor interactie:
Voortgezette assimilatie
Hoofdstuk 10 : Van DNA tot eiwit
koolhydraten: voorbeelden van koolhydraten
eiwitten: voorbeelden van eiwitten
vetten: vet algemeen Vetten
De belangrijke organische stoffen in de biologie
Van genotype tot fenotype
De wondere wereld van de cel
anatomie en fysiologie gewrichten
De Cel, DNA.
RIAM, an Ena/VASP and Profilin Ligand, Interacts with Rap1-GTP and Mediates Rap1-induced Adhesion Esther M. Lafuente, André A.F.L. van Puijenbroek, Mattias.
Food or Fuel H3 Grondstoffen.
CHEMISCHE STOFFEN IN ORGANISMEN
Centrale vraag Hoe kunnen inzichten in de moleculaire biologie helpen om ziektes te begrijpen, te voorkomen en te genezen?
Voortgezette assimilatie =
Keuze-opdracht 3-1.
DNA en eiwitten.
Chemie I Contact Dit document is samengesteld door onderwijsbureau Bijles en Training. Wij zijn DE expert op het gebied van bijlessen en trainingen in.
Organische moleculen.
Voortgezette assimilatie =
Atoombindingen Covalent: sterk, elektronenpaar gedeeld
Hoofdstuk 14 Chemie van het leven.
Thema 8 Moleculaire genetica
Eiwitten (CHMBCM21) College 4, CHMBCM21 Barbara Schrammeier
Aminozuren (CHMBCM21) College 3, CHMBCM21 Barbara Schrammeier
BIO 42 Replicatie “hoe het DNA in een cel wordt verdubbeld”
Biochemie 2 BCM21 BML Docenten: dr. E. van der Linden, dr. K. Langereis en dr. B. Schrammeijer.
Periode 2.1 Biomoculen en enzymen..
Biomoculen, Spijsvertering en Moleculaire genetica.
Temperatuurregeling bij de mens
DNA, RNA en Eiwitsynthese
College 6: Regulatie van gen expressie
Hoofdstuk 2 De cel.
Par Bescherming aan de buitenkant: De huid
Hoofdstuk 13: Eiwitten, de werktuigen van het leven
13.4. t/m De ruimtelijke vorm van eiwitten Nadat een eiwit in de cel is aangemaakt, vouwt het zich spontaan in een kluwen, die kenmerkend is voor.
6A1-Stofwisseling. B4 Eiwitsynthese (les3). Hoe haal je de INFO van het DNA? Volgorde van de ‘letters’ A-T-G-C = info. Één gen bevat de info voor één.
Zelfstandigheidproject 3 VWO
Johan Bugel Campus Winschoten. Hoeveelheid bloed Johan Bugel Campus Winschoten  Man 5 liter  Vrouw 4,5 liter.
Geleedpotigen en gewervelden
12.2 Stofwisselingsprocessen Autotroof: Organismen die uit anorganische moleculen hun benodigde organische moleculen kunnen maken Naam van dat proces:
Voortgezette assimilatie 1
Diagnostische toets.
Kijkkennis.
1 Basisvoedingsleer Voedingsstoffen
Thema 4: Ordening Het dierenrijk (1).
6A1-Stofwisseling. B4 Eiwitsynthese (les3).
AFWEER/IMMUNITEIT.
Hst. 3 De huid: het grootste orgaan!
Voortgezette assimilatie 1
6A1 Stofwisseling B5 Regulatie van de genexpressie. B6 Mutaties.
Antwoorden college 3 Noem de 5 structuren/ruimten waar de keelholte mee in verbinding staat. Neusholte, mond, luchtpijp, slokdarm, buis van Eustachius.
Voedingsstoffen Bouwstoffen
Voedsel Koolhydraten Vetten eiwitten.
Zoek de humane hemoglobine subunit beta op in de UniprotKB/Swiss-Prot databank. Wat is het accessienummer van dit eiwit? P68871.
Hst. 3 De huid: het grootste orgaan!
Biologie   studie van het leven Wat is leven? Een unieke ordening van moleculen (ligt vast in DNA) Stofwisselingsprocessen (enzymen) Zelf kunnen.
Diëten H 5.1 Ruststofwisseling Waar hangt dit van af? lichaamsgewicht
Huid anatomie en fysiologie
12.2 Stofwisselingsprocessen
Voedsel Koolhydraten Vetten eiwitten.
Koolhydraten H11§3.
Voortgezette assimilatie 1
Transcript van de presentatie:

Quaternaire structuur van eiwitten Hoofdstuk 10 Quaternaire structuur van eiwitten

Inhoud De quaternaire structuur: symmetrie De basis van eiwit:eiwit interacties Fibreuze eiwitten Keratine Collageen Quaternaire structuur van membraaneiwitten

Quaternaire structuur Symmetrie

Quaternaire structuur Veel eiwitten bestaan uit meer dan 1 polypeptideketen (verschillende genen coderen dan voor verschillende polypeptideketens die samen een groot eiwit vormen) Interacties tussen polypeptideketens: H-bruggen, ionaire interacties, hydrofobe interacties Schikking van deze polypeptiden is meestal symmetrisch Quaternaire structuur

Hemoglobine is een tetrameer eiwit Quaternaire structuur

Actine polymeer Quaternaire structuur

symmetrie in de quaternaire structuur

De basis van eiwit:eiwit interacties

Eiwit:eiwitherkenning + Geïnduceerd versus niet-geïnduceerd Eiwit:eiwit interacties

Eiwit:eiwit herkenning is gebaseerd op klassieke niet-covalente interacties Actine Profiline K113 E82 zoutbrug Y166 S71 E167 R88 Y169 H119, G120 L171 H173 F59 vdW (ring-stapeling) D286 F59, V60, S71 V287 V60 hydrofoob, vdW D288 Q354 M355 H119 E361 K125 E364 E129 I369 H371 R74 R372 T84, N124 F375 I73 G120, G121 N124 F375 (COO-) Actine en profiline zijn twee eiwitten van belang voor de dynamiek van de cel. Actine filamenten vormen de basis van het cytoskelet. Profiline staat mee in voor de controle op vorming en afbraak van deze filamenten

Fibreuze eiwitten

Fibreuze eiwitten Eiwitten werden klassiek opgedeeld in twee groepen: globulair en fibreus (vezelachtig). Nu weet men ook dat er mengvormen zijn zoals globulaire domeinen afgewisseld met fibreuze De klassieke familie fibreuze eiwitten omvat een groep van eiwitten die een beschermende of steungevende functie hebben, of die zorgen voor de verbinding tussen verschillende weefsels (bindweefsel). Keratine, zijde en collageen zijn de meest typische voorbeelden met een heel eigen structuur en specifieke secundaire structuurelementen. Fibreuze eiwitten

Keratine Fibreuze eiwitten

Maakt deel uit van het intermediaire filament Keratine: coiled coil Keratine: structurele component van de hoornlaag van de huid en uitstulpingen daarvan (haar, hoornen, nagels en veren) Maakt deel uit van het intermediaire filament α-keratine: zoogdieren β-keratine: vogels en reptielen Bij zoogdieren: meer dan 30 varianten, afhankelijk van het weefsel waar ze worden aangemaakt (isovormen gecodeerd door verschillende genen) Fibreuze eiwitten

Structuur via X-stralendiffractie: lijkt op α-helix Keratine Structuur via X-stralendiffractie: lijkt op α-helix MAAR: Afstand tussen de lussen iets kleiner (5.1 ipv 5.4 Å) Twee polypeptiden, helices zijn om elkaar gewikkeld met de vorming van een links draaiende ‘coil’. Om dit te kunnen realiseren is de afstand tussen de twee repetitieve eenheden iets kleiner Fibreuze eiwitten

Keratine Deze bijzondere structuur is het gevolg van een bijzondere primaire structuur: het centrale 310 az-tellende gedeelte heeft een repetitief gedeelte van 7 aminozuren met sequentie a – b – c – d – e – f – g waar a en d steeds apolaire residuen zijn. a en d zitten steeds aan de zelfde kant van de helix (3.6 AZ per draaiing!). Gevolg: hydrofobe binnenkant die interageert met de hydrofobe binnenkant van een tweede keten Fibreuze eiwitten

Voet, Voet, Pratt Fibreuze eiwitten

Keratine Strengen iets anders dan in de klassieke helix (buis), nu ietwat draaiend. Dus om optimale contacten tussen niet-polaire aminozuren te verzekeren zijn de ketens om elkaar gewikkeld (‘coiled coil’) N- en C-terminale domeinen in contact met mekaar: vorming van protofilament, twee protofilamenten vormen protofibril, 4 protofibrillen vormen een microfibril, diverse microfibrillen vormen macrofibrillen Een menselijk haar bestaat uit diverse lagen van dode cellen die gevuld zijn met parallelle macrofibrillen Fibreuze eiwitten

De quaternaire structuur van α-keratine Fibreuze eiwitten

Scanning electron micrografisch beeld van de doorsnede van menselijke huid Fibreuze eiwitten

an intermediate filament. Figure 5.23: Model of an intermediate filament. Fibreuze eiwitten

Keratine a-keratine zeer rijk aan cysteïne: vormen zwavelbruggen tussen naburige ketens. Zachte a-keratine: laag gehalte S-S bruggen (huid), harde a-keratine: hoog gehalte S-S bruggen (nagels, haar) Haarpermanent: eerst haar reduceren met mercaptanen (verbreken S-S bruggen), dan bepaalde vorm geven (bv. krullen) en behandelen met een oxidans om disulfide bruggen te regeneren: het haar blijft gefixeerd in de vorm die het gegeven is. Veerkracht haar: coiled coil probeert zich te herstellen als ze ontwikkeld is door uit te rekken. Bij uittrekken zal structuur eerder over gaan naar vouwblad (β-keratine is trouwens eerder een vouwblad) Fibreuze eiwitten

Collageen Noot : hierover staat meer in slides dan in boek Fibreuze eiwitten

Collageen: triple helix Collageen is het meest voorkomende eiwit in gewervelde dieren. Vezels vormen de basisstructuur van been, tand, kraakbeen en de matrix van huid en bloedvaten (bindweefsel). 1 molecule collageen bestaat uit 3 ketens Bij zoogdieren: 30 genen die tot 19 verschillende types vezels assembleren Meest voorkomende: type I Bestaat uit 2 α1(I) en 1 α2(I) type, 285 kDa, breedte 14Å, lengte 3000Å Fibreuze eiwitten

Figure 5.24: Electron micrograph of collagen fibers. Fibreuze eiwitten

Ook 3-hydroxyproline en 5-hydroxylysine komen voor. Collageen Bijzondere aminozuursamenstelling: 1/3 is Gly, 15 à 30 % is Pro en 4-hydroxyproline Ook 3-hydroxyproline en 5-hydroxylysine komen voor. Zijn posttranslationele modificaties ProHyp: prolylhydroxylase Enzyme heeft vitamine C nodig voor activiteit Tekort aan vitamine C: scheurbuik Fibreuze eiwitten

Collageen Aminozuursequentie: gedomineerd door repetitieve sequenties Gly-X-Y (X vaak Pro,Y vaak Hyp, soms Hyl) Aanwezigheid Pro verhindert vorming normale a-helix (Pro heeft geen ruggegraat N-H functie voor stabilisatie van de helix) Vorming linkshandige helix, 3 AZ/draaiing (ipv 3.6). Drie parallelle ketens wikkelen rond mekaar in een rechtsdraaiende structuur, te vergelijken met touw. Fibreuze eiwitten

Fibreuze eiwitten

Pro en Hyp zijn niet flexibel: molecule is zeer star. Collageen Elk derde aminozuur gaat door het centrum van deze helix  alleen Gly kan daardoor (vandaar elk 3e residue: Gly) Peptidebinding zo dat elk N-H van Gly waterstofbrug vormt met C=O van X-residue in de naburige keten. Pro en Hyp zijn niet flexibel: molecule is zeer star. Fibreuze eiwitten

Fibreuze eiwitten

a1(1)-collageen 13 GPMGPSGPRGL(HO)PGP(HO)PGA(HO)PGPQGFQGP(HO)P-GE(HO)PGE(HO)PGASGPMGPRGP(HO)PGP(HO)P60... Fibreuze eiwitten

Fibreuze eiwitten

Stabilisatie van collageen door covalente bindingen tussen de ketens Bevat geen Cys, dus geen disulfidebruggen Cross-links tussen Lys en His: enzymatisch proces waarin vit C een rol speelt Crosslinks nemen toe naarmate we verouderen (taaiheid vlees oudere dieren) Fibreuze eiwitten

Fibreuze eiwitten

Quaternaire structuur van membraaneiwitten

Membraaneiwitten: porines Quaternaire structuur van membraaneiwitten

Quaternaire structuur van membraaneiwitten hydrofiele (en hydrofobe) aminozuren hydrofiele en hydrofobe hydrofobe Quaternaire structuur van membraaneiwitten

Quaternaire structuur van membraaneiwitten binnenste helix buitenste helix poriehelix K+ holte selectiviteitsfilter H20 Quaternaire structuur van membraaneiwitten