Paragraaf 4.4 Het ontstaan van machtige staten

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Feodalisme en het hofstelsel
Advertisements

De Republiek in een tijd van vorsten
1.5 Vorsten in Europa Republiek De Nederlanden waren een republiek: - De macht lag bij de Staten Generaal - Opvolgers werden gekozen. Monarchie Frankrijk,
Hofstelsel en leenstelsel
Karel en grote problemen
De Bourgondische Nederlanden
De samenleving in de Vroege Middeleeuwen
Staatsvorming en centralisatie
Paragraaf 1: Frankrijk in de 18e eeuw
Middeleeuwen: Monniken en Ridders
Verdediger van het Christendom
Paragraaf 4.3 Vorige les: toenemende zelfstandigheid van steden
Hoofdstuk 1, §3 … de antwoorden
Vandaag: H.4 afronden Powerpoint over staatsvorming met als voorbeeld Bourgondië Tekst lezen en opdracht maken Verhaal vertellen over Jeanne d'Arc.
De Republiek in een tijd van vorsten
Machtsbasis Twee elkaar versterkende monopolies
Hoge en lage edelen Het merendeel der adel bestond uit lage adel
Van Hunebed tot heden Kenmerk 22: Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat Les 44 Ontstaan der Gewesten.
Hoofdstuk 1 Reformatie en Opstand
Paragraaf 5.3 De macht van vorsten.
De Nederlandse opstand
Hoofdstuk 3 De Romeinen.
Het begin van staatsvorming en centralisatie
Goed voorbereid naar de Pabo!
Het leenstelsel Van orde naar wanorde (8e -15e eeuw)
Leg uit welk schilderij hoort bij de Republiek en waarom je dat denkt.
DE VROEGE MIDDELEEUWEN
Dankzij de welvaart van de Republiek konden de Gewesten ook steeds meer een vuist maken tegen Spanje. Ook zat het mee dat de Spanjaard op meerdere fronten.
Bestuur in andere landen
Paragraaf 1.3 De Hervorming.
Hoofdstuk 3: Regenten en Vorsten
De strijd om de macht: van feodale naar territoriale koninkrijken
Wat moet je weten aan het eind van de les?
4.5 De Nederlanden onder de Bourgondiërs - de Gewesten
Paragraaf 3, trouw aan de heer
Rond 1500 was Europa een standenmaatschappij
Wat moet je weten aan het einde van de les?
Paragraaf 3 Opkomst van machtige vorsten
Van gewesten naar eenheidsstaat
Paragraaf 5.3 en 5.5.  Aan het eind van de les kun je…  Herhaling  Centralisatie  Kruistochten  Reactie moslims  Opdracht  Afsluiting.
Opkomst van machtige vorsten 1.4. Vorsten brengen een scheiding aan tussen Kerk en Staat Tot de dertiende eeuw dachten de meeste Europeanen dat God maar.
Context 1 De Republiek der Zeven Verenigde Nederland
Ka11. het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
1.4 De Nederlandse Opstand
Politieke situatie Europa rond 1800
Ontstaan van een decentrale, feodale standensamenleving
Staatsvorming en centralisatie
Tijd van Monniken en Ridders
H4.4 Het ontstaan van machtige staten
1.5 Vorsten in Europa Absolute vorsten
Kenmerkend aspect: Staten werden gevormd en door centralisatie werd het bestuur efficiënter.
5.3 Democratie in Nederland Tijd van burgers en stoommachines
Staten in wording ( ) Centralisatiepolitiek in de middeleeuwen.
Karel V, Filips II en de Nederlanden
Paragraaf 3.3 Het feodale stelsel
De tijd van de pruiken en de revoluties
Leg uit welk schilderij hoort bij de Republiek en waarom je dat denkt.
Regenten en vorsten 2.1 Machthebbers in Europa
Monniken en ridders 5.1 Leenheren en leenmannen
Samenvatting 4.5 Opkomst steden en staten
Paragraaf 4.3 De strijd tussen paus en keizer
Regenten en vorsten 3.1 Machthebbers in Europa
Cursus 3.2 Hoe verloren vorsten hun macht Klas 2 BK Lesweek 4
Hoofdstuk 4 Steden en Staten
Vorsten en vazallen in de europese rijken ( )
De Geschiedenis van de Nederlanden Les 1: Ontstaan der Gewesten
Algemeen: Hoe staatvorming begon
KA 12 - Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur KA 09 - De verspreiding van het christendom in geheel Europa Les 22: Karel de Grote.
Machtsbasis Twee elkaar versterkende monopolies
Kenmerk 15 Het conflict in de christelijke wereld over de vraag de wereldlijke of de geestelijke mach het primaat behoorde te hebben Les 28 - Investituurstrijd.
Transcript van de presentatie:

Paragraaf 4.4 Het ontstaan van machtige staten De tijd van steden en staten Late middeleeuwen 1000 – 1500 Vooral 13e/ 14e / 15e eeuw

Kenmerkend aspect: Het begin van staatsvorming en centralisatie

Jan zonder land Lees de casus (op blz. 83) door. Engelse koning: Jan zonder Land (leenheer) moet bij een bijeenkomst op 15 juni 1215 van zijn leenmannen een oorkonde ondertekenen: ‘de Grote Oorkonde’ (ofwel in Latijn: de Magna Carta). De edelen hadden Londen veroverd en Jan overvallen in zijn kasteel in Windsor. Want de edelen vonden dat Jan: - zijn wil te veel aan te steden oplegde - macht misbruikte - belastingen eisten van edelen - dat hij zich niet aan de wet hield In de oorkonde stond vastgelegd dat zijn macht beperkt zou worden. Als Jan zou ondertekenen beloofden ze weer trouw aan hem te zijn. http://www.youtube.com/watch?v=0ozNSKTpyjw

Welk begrip past bij deze tekening? Centralisatie: Alles vanuit één punt. In de late middeleeuwen wilden vorsten hun macht verstevigen EN het rijk ook steeds meer vanuit één punt regeren!!!

Vraag 1: Was de centralisatiepolitiek van Jan zonder Land (zie casus) succesvol verlopen? NEE!!! Waarom? Antwoord 1: Omdat de (lagere) edelen / zijn leenmannen, hun macht niet wilden afstaan.

Even op een volgorde: Vroege middeleeuwen: Vorsten (keizer / koning) bestuurden volgens het feodale stelsel (leenstelsel) = land in leen uitgeven Leenmannen gingen ‘hun’ leen steeds meer als bezit zien  werden minder trouw aan de vorst Late middeleeuwen: Vorsten wilden hun macht ‘terug’  ze gingen centraliseren Leenmannen moesten hun macht afstaan aan de vorst. Leenmannen kwamen (soms) in opstand tegen hun vorst.

Vraag 2: Waarom konden de vorsten in Europa, in de late middeleeuwen vaak wél succesvol centraliseren? Antwoord 2 (oorzaak  gevolg): handel leefde op  belasting heffen  legers inhuren + ambtenaren (die niet dus niet van adel waren) inhuren.  MEER MACHT VOOR DE VORST (KONING / KEIZER)

Middeleeuwse ‘staten’ vergelijken VRAAG 3: waarom staat het woord ‘staten’ tussen aanhalingstekens? VRAAG 4: hoe succesvol was de centralisatie in de late middeleeuwen van: Duitse keizerrijk, Noordelijke Nederlanden, Frankrijk en Engeland? - maak een schema van vier kolommen waarbij je deze vier ‘staten’ gaat vergelijken.

Antwoord 3: Dit staat tussen aanhalingstekens omdat je het woord staten niet echt serieus moet nemen, in die tijd bestonden er namelijk nog geen staten. Het proces van staatsvorming was slechts begonnen.

Antwoord 4: Duitse keizerrijk: hoe succesvol gecentraliseerd Antwoord 4: Duitse keizerrijk: hoe succesvol gecentraliseerd? NIET succesvol omdat door de Investituurstrijd (par. 4.3) de macht van de kleinere vorstendommen (hertogen /graven) groot bleef.

Het verloop van de investituurstrijd was bepalend voor de verdeling van de macht in Midden-Europa (Duitse keizerrijk) Dit is o.a. het gevolg van het verloop van de investituurstrijd. Duitsland is een lappendeken van staten en staatjes. Centralisatie? = niet gelukt

Antwoord 4: Noordelijke Nederlanden: hoe succesvol gecentraliseerd? NIET succesvol omdat leenmannen zich hier als zelfstandige vorsten gedroegen. En de Brabantse steden hadden de vorst een oorkonde (geen belasting en oorlog zonder toestemming) laten ondertekenen die de positie van de vorst verzwakte. Pas rond 1500 centralisatiepogingen (bijv. door Karel V en Filips II: par. 6.1) Parlement (of Staten-Generaal) had veel macht. Dit is een standenvergadering (1e, 2e, 3e stand)

Antwoord 4: Frankrijk: hoe succesvol gecentraliseerd? WEL succesvol omdat: Het koninklijk domein (landgoed) lag centraal Rijk handelsgebied  veel belasting innen Gunstige familieomstandigheden (vaak maar één zoon, handig met erven) Succesvolle oorlogvoering (Honderdjarige oorlog) Wel een parlement (of Staten-Generaal) maar deze had weinig tot geen macht.

Antwoord 4: Engeland: hoe succesvol gecentraliseerd? MATIG succesvol omdat: Willem de Veroveraar (1066) veel macht naar zich toe trok en veel gebieden had veroverd en slim bestuurde. Maar: 1215 Magna Carta: edelen (in het parlement) kregen meer macht (door middel van deze oorkonde) ten koste van de koning: Jan zonder Land (die maakte het een beetje bont met oorlogsvoering en belasting heffen).

Parlement / Staten-Generaal In de middeleeuwen (want we hebben nu nog steeds parlementen maar die zijn anders ingericht) was een parlement (ander woord = Staten-Generaal) een overlegorgaan / vergadering van de drie standen met de koning. In het parlement werd door de koning of keizer toestemming gevraagd voor belastingheffing of oorlogvoering.

Vraag 5 Wanneer zou Jan zonder Land zijn bijnaam hebben gekregen ‘zonder Land’? Voor of na de Magna Carta? Antwoord 6: Daarna natuurlijk… want toen had hij ‘geen land’ meer.

Conclusie In de late middeleeuwen was een BEGIN gemaakt met centralisatie en staatsvorming. Dit was mogelijk door de toenemende handel  belastinginnig  aanstellen niet erfelijke bestuurders = ambtenaren, maar dit proces ging met veel conflicten en andere problemen gepaard (de vorsten moesten rekening houden met hun leenmannen en de onafhankelijke steden in parlementen). Van echte gecentraliseerde macht en staten was nog lang geen sprake.