Antieke bronnen en materiële cultuur van de Grieks-Romeinse wereld Epigrafiek F.G. Naerebout f.g.naerebout@hum.leidenuniv.nl www.oudegeschiedenis.info
1 Definitie en categorisering Epigrafie(k) = studie der inscripties Inscriptie = tekst geschreven in (intaglio) een drager van hard niet-organisch materiaal (steen/keramiek/metaal) PLUS enkele randverschijnselen NB: een kwestie van VORM, en niet van INHOUD
Een algemeen fenomeen
De ‘standaard’ inscriptie: een blok of stele, steen, met tekst aan één zijde.
Maar er zijn vele typen inscripties
Grensgevallen: houdt rekening met een grijze zone: teksten die niet beantwoorden aan de definitie van ‘inscriptie’ maar die toch tot het terrein van de epigrafiek gerekend worden (en een enkele tekst die wél binnen de definitie valt, maar toch door een andere discipline, met name de papyrologie, bestudeerd en uitgegeven wordt – al is het geen papyrus)
2 Waarom epigrafiek? Barthold Georg Niebuhr schreef in 1815 (!) “dass Inschriften für die alte Geschichte den Urkunden für die neuere entsprechen”: “dat binnen de Oude Geschiedenis inscripties een bijdrage leveren die vergelijkbaar is met die van archiefstukken binnen de geschied-schrijving van de post-antieke wereld.”
Een corpus geschreven bronnen dat voortdurend groeit – met honderden teksten per jaar Louis Robert 1904-1985 1939-1974 Professeur d’épigraphie et antiquités grecques au Collège de France
3 Wat moet de eindgebruiker van epigrafisch materiaal kunnen? De eindgebruiker moet in staat zijn: 1 op grond van een verwijzing de betreffende epigrafische publicatie te vinden 2 ter beantwoording van een bepaalde vraag relevant epigrafisch materiaal te verzamelen Heeft men eenmaal een inscriptie, dan moet men in staat zijn: 3 alle relevante edities, commentaar, vertaling(en) en afbeelding(en) van die inscriptie bijeen te brengen 4 het aan die inscriptie verwante materiaal te traceren: mettre en série, contextualizeren 5 elke inscriptie kritisch te gebruiken; dit impliceert kennis van wat de epigraaf doet: ‘meekijken’. bibliografie (inclusief databases); hulpmiddelen: afkortingen; toponymie; chronologie; typologie; etc.; uitgeefconventies
Heuristiek 1: Zoeken naar (her)uitgave van een bekende inscriptie Uitgangspunt: referentie (en/of de tekst) Breng de referentie thuis Zoek de publicatie Zoek verdere uitgaven/commentaren: concordanties; SEG, BE, etc. NB: analoog en digitaal
CN1-1355 Inscriptions. Epigraphy CN120-740 Ancient inscriptions Analoog: UB LCC Subclass CN CN1-1355 Inscriptions. Epigraphy CN120-740 Ancient inscriptions CN750-753 Early Christian inscriptions CN755 Medieval inscriptions (General) CN760 Modern inscriptions (General) CN805-865 By language CN870-1355 By region or country en in de A-Z classes verspreid over de leeszalen….
Heuristiek 2: Zoeken naar vooralsnog onbekende inscripties: wat is er aan epigrafisch materiaal relevant voor een bepaalde vraag/onderwerp? Provenantie corpora Datering corpora, bloemlezingen Onderwerp thematische collecties; onderwerpsindices; ELKE publicatie betreffende het onderwerp waarin epigrafisch materiaal is verwerkt; Grieks en Latijns vocabulaire Bepaald kenmerk thematische collecties NB: analoog en digitaal
Digitaal: websites Zie www.epigraphy.eu portal: epigraphy on the web How to do epigraphy Zie Google ‘intelligent zoeken’ Google Books Google Scholar
4 De taken van de epigraaf Totaalpakket: 1 inscripties vinden 2 inscripties verzamelen en documenteren: beschrijving, foto, tekening, squeeze (Abklatsch) 3 inscripties lezen 4 inscripties begrijpen: categoriseren, vertalen, becommentariëren 5 inscripties dateren 6 inscripties (her)uitgeven met inachtname van de publicatie-conventies 7 inscripties contextualiseren, (her) interpreteren 8 de geschiedenis van de inscripties schrijven 9 geschiedenis schrijven aan de hand van inscripties Hoofdtaak: inscripties beschikbaar maken.
Inscriptie (RIB 274)
Tekening van Inscriptie RIB 274
Abklatsch
Een rubbing – vooral in Azië al eeuwenlang de techniek bij uitstek om inscripties te reproduceren; vgl. brass rubbing als Britse hobby
Uitgeefconventies hoofdprobleem: de incomplete tekst. Zie de twee voorbeelden hierna: met behulp van het zgn. Leidse systeem geeft de epigraaf aan wat op de steen aanwezig is, en wat is aangevuld, vanwege een beschadiging of vanwege een afkorting
Lacunae and conjectures
5 De epigrafische bronnenuitgave: voorbeeld Ontleend aan: C.M. Lehmann & K.G. Holum, The Greek and Latin inscriptions of Caesarea Maritima ( Boston 2000 ASOR – The Joint Expedition to Caesarea Maritima Excavation Reports vol. 5) nr. 51
Nr, titel, afbeelding Datering Afmetingen & beschrijving Provenantie Bibliografie Transcriptie met opgelosde afkortingen Vertaling Commentaar
Uitgeefconventies: het Leids systeem 1931 Aangepast door Krummrey & Panciera 1980 en door Panciera 1991 Momenteel in algemeen gebruik NB: in oudere publicaties worden afwijkende conventies gehanteerd !
Lezing onzeker Letter te beschadigd om een lezing voor te stellen (in oudere edities ook: ?) Letters die gelezen kunnen worden, maar waar geen betekenis aan gegeven kan worden Letters die ooit gelezen zijn, maar niet langer zichtbaar zijn Ligaturen Letters die ontbreken en als conjectuur zijn toegevoegd Een opgeloste afkorting
Letters of symbolen die in de inscriptie anders zijn weergegeven dan in de editie (bv. omgekeerde letters, symbolen als 7 or > for centurio, centuria; |_ for Greek etos, etous etc) Correctie door de uitgever (oudere edities hebben wel [ ]) Letters die per abuis zijn geschreven en door de uitgever verwijderd zijn (oudere edities hebben wel < >) Letters die per abuis zijn weggelaten en door de uitgever toegevoegd (oudere edities hebben wel ( ) ) Letters die in de oudheid opzettelijk verwijderd zijn: een rasuur Letters op de plaats van een rasuur Letters in de oudheid toegevoegd om een tekst aan te vullen of te corrigeren 5 ontbrekende letters Een ruimte van ongeveer 5 letters groot die in de oudheid opzettelijk is leeg gelaten
[------] Lacuna van onbekende lengte ------] (ook wel met een ononderbroken lijn) [------ Geeft de schrijfrichting aan | Geeft de regels van de oorspronkelijke |5 |10 tekst aan; met een superscript 5, 10 enz || voor de 5de regel, 10de regel enz (of 4, 8 enz). Dubbel voor geleding van de oorspronkelijke tekst
(ds = disegno etc)