5 hulpvragen.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Hoofdstuk 2 Verkooptraject
Advertisements

Inleiding Na het bestuderen van dit hoofdstuk kun je:
Artikel over een wetenschappelijk onderzoek Gemaakt door Vicky Peers
Effectief zoeken en verwerken van digitale informatie
Workshop Informatievaardigheden
Redeneren over bronnen
Het maken van een presentatie
HET BELANG VAN REKENEN Prof. Dr. Jan de Lange.
Lesgeven over duurzame ontwikkeling
Workshop Onderzoeksvaardigheden
THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD
Bronnen Merle Wissink.
Ingenieursvaardigheden
Onderzoeksmethodologie HRM Dr. Sophie De Winne 03/ (Lessius) 016/ (K.U.Leuven) 27 september Onderzoeksmethodologie.
1) Synthese 2) Context 3) Auteur 4) Wat doet de overheid? 5) Belangrijke organisaties 6) Moeilijke woorden 7) Interessante links 8) Besluit.
Omgaan met geschiedenis
Onderzoeksvaardigheden
De aanvaardbaarheid van een betoog
Redeneren met bronnen Albert van der Kaap.
Academische vaardigheden - C1.5
Informatievaardigheden. Niveau 1. Basis. Academiejaar 2010 – 2011 Els Martens & Carl Demeyere.
Informatievaardigheden. Niveau 2. Gevorderd. Academiejaar 2010 – 2011 Els Martens & Carl Demeyere.
Informatievaardigheden. Niveau 2. Gevorderd. Academiejaar 2010 – 2011 Els Martens & Carl Demeyere.
Informatievaardigheden. Niveau 3. Verder Gevorderd. Academiejaar 2010 – 2011 Els Martens & Carl Demeyere.
Bronnenonderzoek PWS-seminar V5 13 juli 2014
Informatievaardigheden Ecologie-2 (NCP-20503) september/oktober 2012 Corrie van Zeist, Liza Bruggenkamp, Marco van Veller, Wouter Gerritsma en Ans Brouwer.
Informatievaardigheden NCP Ecologie II Corrie van Zeist, Marco van Veller, Ans Brouwer en Wouter Gerritsma Bibliotheek Wageningen UR September 2009.
Informatievaardigheden NCP Ecologie II
Informatievaardigheden NCP Ecologie II
Informatievaardigheden Corrie van Zeist en Marco van Veller September 2008.
Informatievaardigheden Corrie van Zeist September 2007.
Werkstukken en rapporten
Informatievaardigheden Introductie BPE-10806
Leesvaardigheid Hoofdstuk 1 t/m 3
Overzicht ViP’s* ViP-1: structuur 1
inleiding leesvaardigheid Leesstrategieën & schrijfdoel
Bibliotheekintroductie UA-bibliotheek Campus Drie Eiken Oktober 2007 Marjan Andries- Barbara Lejeune.
INFORMATIEVAARDIGHEDEN SAW B.Wydooghe L. Gheysen C. Neckebroeck.
Bron: Baarda, B. (2014). Dit is onderzoek!. Wat is een theoretisch kader? ‘Een theoretisch kader is een overzicht van bestaande kennis en inzichten over.
Rotterdam, 00 januari 2007 Onderzoek I Bijeenkomst 5.
OC ECONOMIE ZESDE JAAR Maandag 26 okt 2015.
SET schrijfvaardigheid H5
Informatievaardigheden Sectorwerkstuk TLH – Zwolle – Mw. G. Scheper Schitteren in Zijn licht.
Waarom kritisch denken?. WAAROM KRITISCH DENKEN? Kritisch denken is één van de 21 ste eeuwse vaardigheden nodig om vlot te functioneren in onze samenleving.
MEDIAWIJSHEID LES 2 Laura van Vught. INTRODUCTIE o Vorige les: Zoeken op het Internet. Herkennen van betrouwbare sites. o Lessen Mediawijsheid Les 1:
Antwoorden: Gent is vree wijs.  Stelling: Gent is vree wijs Antwoorden: Vraag 1.
Wat moet ik weten over mijn bronnen?
Het onderzoeksverslag
Lezen, schrijven en argumenteren
Cursus Leesvaardigheid
3F maken van een verslag.
SET schrijfvaardigheid H5
Bronnen en onderzoeksvragen
Ongeschreven en geschreven bronnen
Antwoorden: Gent is vree wijs
Betrouwbaarheid van informatiebronnen
Betogende teksten Hoe herken ik de standpunten en argumenten in een betogende kijk-/luistertekst en hoe kan ik de kwaliteit van argumenten beoordelen?
H2 Soorten media.
Waarom kritisch denken?
Geschiedenis 3de jaar.
Redeneren met bronnen Albert van der Kaap.
Spreken en gesprekken 4.1 en 4.2 Formuleren en stijl 3.3
Posters voor in het geschiedenislokaal
Redeneren met bronnen Albert van der Kaap.
Redeneren met bronnen Albert van der Kaap.
Het maken van een PWS.
Ongeschreven en geschreven bronnen Aflevering 1
Representatief voor…. ‘wat’ of ‘wie’?
Vaardigheden Bron en vraagstelling.
Bronnenonderzoek.
Transcript van de presentatie:

5 hulpvragen

Wat is kritisch denken? Niet: Wel: bekritiseren afkeuren vaststellen in vraag stellen onderzoeken

5 VRAGEN Waarom werd deze tekst geschreven? WAAROM Wat staat er in de tekst? WAT WIE Wie vormt de onderzoeksgroep? Wanneer is de tekst geschreven? WANNEER WAAR Waar heb je de tekst gevonden?

Vraag 1: WAAROM? Waarom heeft de auteur deze tekst geschreven? Wat wil hij bereiken bij zijn lezers? Opgelet! Heeft de auteur een (verborgen) agenda? Is er sprake van belangenvermenging? Is de auteur op een of andere manier bevooroordeeld: commercieel, persoonlijk, sociaal, cultureel of zelfs historisch? Dit alles maakt de redenering minder objectief

Vraag 2: WAT? Wat is de conclusie van het artikel? Wat zijn de argumenten die tot deze conclusie leiden? Opgelet! 1. Hoe betrouwbaar is de tekst? Hoe meer objectieve gegevens, hoe betrouwbaarder de bron.

Vraag 2: WAT? 2. Worden er directe of indirecte gegevens aangevoerd als bewijsmateriaal? Hoe meer directe gegevens voorkomen, hoe representatiever de informatie. Voorbeeld: Voor je paper over de evolutie van het bosbestand in Vlaanderen in de laatste 2 eeuwen vind je een grafiek over het bosbestand in Europa in die periode. Deze grafiek bevat minder directe gegevens over het bosbestand in Vlaanderen en is dus minder representatief voor je onderzoek. Deze meer indirecte gegevens kunnen wel nuttig zijn voor een vergelijking van de evolutie van het bosbestand in Vlaanderen met Europa.

Vraag 2: WAT? 3. Zijn de gegevens relevant? Voorbeeld: Een kort artikeltje over de verhoging van de btw op energie van 6 naar 21 % is allicht minder relevant voor je onderzoek dan een uitgebreider artikel met cijfergegevens en grafieken over de btw op energie in alle Europese landen.

Vraag 3: WIE? Wie vormt de onderzoeksgroep? Opgelet! Was de onderzochte groep representatief? Was de onderzochte groep voldoende groot? Was de groep gevarieerd genoeg? Bijvoorbeeld: kwam iedereen uit dezelfde regio of dezelfde leeftijdsgroep of waren er teveel mensen van hetzelfde geslacht? Waren er controlegroepen?

Vraag 4: WANNEER? Wanneer is de tekst geschreven? Opgelet! Als er wordt verwezen naar onderzoek, wordt er dan een datum vermeld? En is deze dan recent genoeg? Is het onderzoek niet verouderd/achterhaald? De gevonden informatie kan door recenter onderzoek intussen uitgebreid of weerlegd zijn.

Vraag 5: WAAR? Waar heb je de informatie gevonden? Internet, databank, vakbladen, populaire of wetenschappelijke tijdschriften, etc. Opgelet! De kwaliteit van de bron bepaalt mee de kwaliteit van de informatie. Meer informatie hierover in de cursus Informatievaardigheden – Soorten bronnen http://www.arteveldehogeschool.be/informatievaardigheden