5 hulpvragen
Wat is kritisch denken? Niet: Wel: bekritiseren afkeuren vaststellen in vraag stellen onderzoeken
5 VRAGEN Waarom werd deze tekst geschreven? WAAROM Wat staat er in de tekst? WAT WIE Wie vormt de onderzoeksgroep? Wanneer is de tekst geschreven? WANNEER WAAR Waar heb je de tekst gevonden?
Vraag 1: WAAROM? Waarom heeft de auteur deze tekst geschreven? Wat wil hij bereiken bij zijn lezers? Opgelet! Heeft de auteur een (verborgen) agenda? Is er sprake van belangenvermenging? Is de auteur op een of andere manier bevooroordeeld: commercieel, persoonlijk, sociaal, cultureel of zelfs historisch? Dit alles maakt de redenering minder objectief
Vraag 2: WAT? Wat is de conclusie van het artikel? Wat zijn de argumenten die tot deze conclusie leiden? Opgelet! 1. Hoe betrouwbaar is de tekst? Hoe meer objectieve gegevens, hoe betrouwbaarder de bron.
Vraag 2: WAT? 2. Worden er directe of indirecte gegevens aangevoerd als bewijsmateriaal? Hoe meer directe gegevens voorkomen, hoe representatiever de informatie. Voorbeeld: Voor je paper over de evolutie van het bosbestand in Vlaanderen in de laatste 2 eeuwen vind je een grafiek over het bosbestand in Europa in die periode. Deze grafiek bevat minder directe gegevens over het bosbestand in Vlaanderen en is dus minder representatief voor je onderzoek. Deze meer indirecte gegevens kunnen wel nuttig zijn voor een vergelijking van de evolutie van het bosbestand in Vlaanderen met Europa.
Vraag 2: WAT? 3. Zijn de gegevens relevant? Voorbeeld: Een kort artikeltje over de verhoging van de btw op energie van 6 naar 21 % is allicht minder relevant voor je onderzoek dan een uitgebreider artikel met cijfergegevens en grafieken over de btw op energie in alle Europese landen.
Vraag 3: WIE? Wie vormt de onderzoeksgroep? Opgelet! Was de onderzochte groep representatief? Was de onderzochte groep voldoende groot? Was de groep gevarieerd genoeg? Bijvoorbeeld: kwam iedereen uit dezelfde regio of dezelfde leeftijdsgroep of waren er teveel mensen van hetzelfde geslacht? Waren er controlegroepen?
Vraag 4: WANNEER? Wanneer is de tekst geschreven? Opgelet! Als er wordt verwezen naar onderzoek, wordt er dan een datum vermeld? En is deze dan recent genoeg? Is het onderzoek niet verouderd/achterhaald? De gevonden informatie kan door recenter onderzoek intussen uitgebreid of weerlegd zijn.
Vraag 5: WAAR? Waar heb je de informatie gevonden? Internet, databank, vakbladen, populaire of wetenschappelijke tijdschriften, etc. Opgelet! De kwaliteit van de bron bepaalt mee de kwaliteit van de informatie. Meer informatie hierover in de cursus Informatievaardigheden – Soorten bronnen http://www.arteveldehogeschool.be/informatievaardigheden