Ontwikkelingspsychologie voor het Onderwijs Motorische ontwikkeling 1 Introductie Drie hoofdfasen (controle houding, voortbewegen, hanteren) groei van spieren en rijping hersenen 2 Babyreflexen Aangeboren of kort na geboorte ontwikkelen Sturing vanuit hersenstam Geen vrijwillige bewegingen Hersenstam versus cortex Spierkracht doet reflexen verdwijnen (bv stapreflex) Voorbeelden (ATNR, grijpreflex, mororeflex, stapreflex enz.) P.Dejonckheere ©
Ontwikkelingspsychologie voor het Onderwijs Motorische ontwikkeling 3 Controle over de bewegingen -Grove motoriek = grove lichaamsbewegingen -Controle spieren dicht tegen lichaam (bv evenwicht, lopen, fietsen) -Voorwaarde voor fijne motor (leervoorwaarde) -Vooral in babytijd en uitwerking tot in lagere school -Grote individuele verschillen (zie figuur) -Leren lopen levert nieuwe exploratiemogelijkheden -6-jarige kinderen: goed het evenwicht bewaren en tien seconden op één been staan, stuiterende bal en kleine bal kan vangen. -7 jaar over balk lopen, touwtjespringen bal laten stuiteren en opvangen. -8 à 9 jaar toegenomen uithoudingsvermogen, snel recupereren na intensieve inspanningen, toename spierkracht. Zowel grote als kleine bal goed vangen met en zonder stuiteren. Beheersing zwaaien, springen, rollen, duikelen, balanceren, klimmen en sprinten. P.Dejonckheere ©
Ontwikkelingspsychologie voor het Onderwijs Motorische ontwikkeling Motoriek stimuleren Grove bewegingsopvoeding : lopen, klimmen, balspel enz. Fijne motoriek tekenen, schilderen, voorbereidende schrijfoefeningen, puzzelen, enz. 4 Problemen met motoriek Leren lopen max 18 maanden (ook kijken naar andere ontwikkelingsgebieden) Motorische problemen/achterstand/stoornis (DCD) houterige bewegingen problemen met evenwicht onleesbaar of slecht leesbaar handschrift kracht moeilijk kunnen doseren een beweging niet goed kunnen starten of stoppen Faalangst en vermijdingsgedrag, negatief zelfbeeld! P.Dejonckheere ©