Monniken en ridders 5.2 De kerstening van Europa Hoofdstuk 5 Monniken en ridders 5.2 De kerstening van Europa
In deze presentatie leer je over De kerstening van Europa De moord op Bonifatius Willibrord Kenmerkend aspect de verspreiding van het christendom in geheel Europa
Schoolplaat Willibrord de apostel der Friezen
Begrippen Aartsbisschop: geestelijke die de leiding heeft over een aantal bisschoppen. Abdij: klooster Abt: hoofd van een klooster Bekeren: iemand over laten gaan naar een andere godsdienst Geestelijkheid: mensen in dienst van de kerk Heiden: iemand die niet de goede godsdienst heeft Kerstenen: tot het christendom bekeren Klooster: woonplaats van monniken of nonnen Missie: opdracht om mensen te bekeren tot het christendom Missionaris: iemand die opdracht heeft om mensen te bekeren tot christendom Monnik: geestelijke die afgescheiden van de samenleving leeft, meestal in een klooster Non: vrouwelijke geestelijke in een klooster Pastoor: lage rooms-katholieke geestelijke die de leiding heeft over een groep gelovigen
Jaartallen: 500 – 1500 : middeleeuwen 500 – 1000 : tijd van monniken en ridders 754: Bonifatius wordt vermoord bij Dokkum Willibrord
Schooltv Beeldbankclip Bonifatius Standbeeld van Bonifatius
Klokhuis: Willibrord Standbeeld Willibrord in Utrecht
Samenvatting Tussen 500 en 1000 werden steeds meer mensen christen in Europa. Er waren geestelijken die op pad gingen om mensen te bekeren tot het christendom. Missionarissen. Bekende missionarissen: Willibrord en Bonifatius Voor die tijd geloofden de Romeinen en Germanen in meerdere goden. polytheïstische godsdiensten. De Friezen waren heidenen, zij waren geen christenen. Willibrord was een missionaris, hij probeerde de Friezen te bekeren tot het christendom. Koning Pepijn wilde de baas worden in het Friese gebied, dat zou makkelijker gaan als het volk christen was! eenheid
Samenvatting Willibrord vertelde de Friezen dat als zij zich niet zouden bekeren tot het christendom dat zij dan in de hel zouden komen. Zij zouden dan heidenen zijn. niet-christen. Daarom moesten ze christen worden, dan zouden ze als ze de regels van god hadden nageleefd naar de hemel gaan. Willibrord was naar Rome geweest en benoemd tot aartsbisschop. Hij bouwde in Utrecht (Trajectum) een kerk. Bekeren van Germanen ging moeizamer zij zagen de missionarissen als indringers! Bonifatius had geprobeerd om de Friezen te bekeren. Dit liep niet goed af, in 754 werd hij vermoord. Bonifatius had zichzelf niet eens verdedigd. Hij vertrouwde op God. Op de plek waar hij vermoord is staat nog steeds een standbeeld.
Samenvatting Veel oude Germaanse gebruiken kregen een christelijke betekenis. Dit deed men om de overgang naar het christendom makkelijker te maken Bijvoorbeeld: Kerstmis op de dag van het midwinterfeest Pasen (Jezus’ opstanding) werd gevierd tijdens het lentefeest In het jaar 1000 was bijna heel Europa christelijk tot Polen in het oosten en Scandinavië in het noorden.
Samenvatting Geestelijken De paus is de hoogste leider van de katholieke kerk. Een bisschop is een leider van een kerk in een groot gebied. Een priester is iemand met een functie in de kerk, een geestelijke. Monniken zijn geestelijken die kozen voor een eenzaam leven in een klooster. Zij vulden hun dagen met bidden en werken. Ora et labora. Zij mochten niet trouwen
De kerk werd erg rijk Veel vorsten en edelen hadden geld of bezittingen geschonken aan de kerk, ze dachten dat ze zo in de hemel konden komen. Na de dood lieten zij ook vaak grond na, dat was dan ook voor de kerk Een bijzondere manier om de kerk te steunen was door kloosters te stichten.