Nakijken Opdracht 25.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Staafdiagram Strookdiagram
Advertisements

3 mavo Betekenis van dit percentage bespreken..
Beeldvorming (inleiding)
Hoeveel boterhammen eten wij?
REKENEN.
Hoe teken je een klimaatgrafiek?
2. Fysische omstandigheden
Beeldvorming (inleiding)
P 1.2 Ethiopië, een paradijs boven de evenaar
Wonen in Nederland § 2.1 Leven met water.
Lesplanning – paragraaf 7 blz. 38
Lesplanning – paragraaf 7 blz. 38 Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent Zelfstandig werken, met radio?? Afsluiting van de les. Lokaal verlaten.
Hoofdstuk 1 Aarde: landschapszones Paragraaf 6
Nakijken Opdracht 6 en 9. Opdracht 6a Procent Aantal jongeren : 100 x 49 Dat zijn jongeren.
Seksuele Gezondheid Jongeren <25:
Een quiz over… water.
Latijns-Amerika - klimaat
2.1 zit er een dokter in de cel? Nakijken (ook vorige les) Intro HC Opdracht Opdracht bespreken Huiswerk.
De omvang is van grote invloed op het debiet !
Waterkwantiteit N41 8 nov Programma Arrangement “beken en rivieren” Waterkwantiteit –Neerslag –Verdamping (  ppt) * Tabel maken –Infiltratie Films.
Inhoud prisma en cilinder Eerst snel een LIVE uitleg Daarna een filmpje Daarna: KEIHARD WERKEN :D.
D-toets 9.1 t/m Maken: D-toets opdracht: 1 t/m 14 niet: 11, 12 en 13 blz: 152.
Inhoud van een balk en cilinder
Machten.
Exponentiele groei en procenten En weer een opdracht uit het huiswerk.
Halveringstijd en verdubbelingstijd
Exponentiele verbanden En wat opdrachten uit het huiswerk.
Waterkwantiteit N41. Programma Arrangement “beken en rivieren” Waterkwantiteit –Neerslag –Verdamping (  ppt) * Tabel maken –Infiltratie Films Wilnis.
Antwoorden proeftoets H4, h6 en h7 1 t/m 3. Jaren Schuldrest begin van het jaar InterestAflossing Schuld einde van het jaar Belasting- voordeel Lasten.
H4 Statistiek Beelddiagram
Gemiddelde: 13,7 km km km km km km km km = 1 303,7 km 1 303,7 km : 8 = 162,9625 km  163,0 km.
De Vrouwen beweging Deel 2. Wat we gaan doen Dolle Mina De tegenreacties Wat is er bereikt Maken laatste opdrachten.
INFORMATIE 2.8 HET SCHRIJVEN VAN JE ENQUÊTEVERSLAG.
Woordenschat Letterlijk en figuurlijk taalgebruik.
Procentuele afname berekenen
Procentuele toename berekenen
Deze les hfdst 1 verbanden gegevens verwerken
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Nakijken Opdracht 33a, 33b en 34a.
Maak opdracht 4, 7, 8, 11 En 15 t/m 26 Vanaf blz 11.
Exponentiele toename en afname
Controle 1 t/m 60 Opdracht 59 nakijken
Machten.
Exponentiele verbanden
Rekenen met procentuele afname
Welkom havo 3..
Woorden 4.7 Stijlfiguren.
Excel Statistiek en Excel.
Paragraaf 1.3 – Zinken,zweven en drijven
Rekenen periode 2: Verhoudingen
Jongeren en seks Plaatje.
Terugrekenen met procenten
2 vmbo-t/havo Samenvatting Hoofdstuk 2
Mens & Maatschappij Leerjaar 2
Hoofdstuk 25 Procenten. Hoofdstuk 25 Procenten.
Hoofdstuk 26 Rekenen met procenten. Hoofdstuk 26 Rekenen met procenten.
Rekenen Verhoudingen Les 1: Breuken en procenten 1
Les 3: Rekenen met tabellen 1 Les 4: Rekenen met tabellen 2
Rekenen Les 5: rekenen met grafieken, diagrammen en tabellen
Leerjaar 3 Nask1 H7 Materie §1 Moleculen.
Hoofdstuk 2 Paragraaf 4 Bladzijde
Hoofdstuk 2 Paragraaf 3 Blz. 28 / 29.
Waterketen Dinsdag 5 december 2017.
Stedelijk waterbeheer (SAG 3)
Dossieropdrachten.
Kom maar op…. Ik zal je laten zien hoe slim ik ben…
Allerlei opdrachten uit het huiswerk met verhoudingstabellen
Hoofdstuk 10 Procenten basis. Hoofdstuk 10 Procenten basis.
Hoofdstuk 11 Rekenen met procenten. Hoofdstuk 11 Rekenen met procenten.
Transcript van de presentatie:

Nakijken Opdracht 25

Opdracht 25a Procent 100 Aantal jongeren

Opdracht 25a Procent 100 1 49 Aantal jongeren 171000

Opdracht 25a : 100 x 49 Procent 100 1 49 Aantal jongeren 171000 : 100

Opdracht 25a : 100 x 49 Procent 100 1 49 Aantal jongeren 171000 1710 83790 : 100 x 49 Dat zijn 83790 jongeren

Opdracht 25b : 100 x 58 Procent 100 1 58 Aantal jongeren 145000 1450 84100 : 100 x 58 Dat zijn 84100 jongeren

Opdracht 25c : 100 x 58 Procent 100 1 58 Aantal jongeren 118000 1180 68440 : 100 x 58 Dat zijn 68440 jongeren

Opdracht 25d 15: 186000 68820 (opdracht 24) 16: 171000 83790 (25a) TOTAAL MET BIJBAAN 15: 186000 68820 (opdracht 24) 16: 171000 83790 (25a) 17: 145000 84100 (25b) 18: 118000 68440 (25c) Totaal: 620000 305150 Dat is bijna de helft, de meeste mensen zullen het er dus mee eens zijn dat ruim de helft een bijbaan heeft.

1.3 Procenten gevraagd

Paragraaf 1.3 OPDRACHT 28 In Nederland valt gemiddeld 760 mm neerslag per jaar In Zuid Limburg valt zelfs gemiddeld 900 mm per jaar hoeveel procent is dat meer?

Paragraaf 1.3 OPDRACHT 28 In Nederland valt gemiddeld 760 mm neerslag per jaar In Zuid Limburg valt zelfs gemiddeld 900 mm per jaar hoeveel procent is dat meer? 900 – 760 = 140

Paragraaf 1.3 OPDRACHT 28 In Nederland valt gemiddeld 760 mm neerslag per jaar In Zuid Limburg valt zelfs gemiddeld 900 mm per jaar hoeveel procent is dat meer? 900 – 760 = 140 Procent 100 mm Neerslag

Paragraaf 1.3 OPDRACHT 28 In Nederland valt gemiddeld 760 mm neerslag per jaar In Zuid Limburg valt zelfs gemiddeld 900 mm per jaar hoeveel procent is dat meer? 900 – 760 = 140 Procent 100 mm Neerslag 760

Paragraaf 1.3 OPDRACHT 28 In Nederland valt gemiddeld 760 mm neerslag per jaar In Zuid Limburg valt zelfs gemiddeld 900 mm per jaar hoeveel procent is dat meer? 900 – 760 = 140 Procent 100 ? mm Neerslag 760 140

Paragraaf 1.3 OPDRACHT 28 In Nederland valt gemiddeld 760 mm neerslag per jaar In Zuid Limburg valt zelfs gemiddeld 900 mm per jaar hoeveel procent is dat meer? 900 – 760 = 140 Procent 100 ? mm Neerslag 760 1 140

Paragraaf 1.2 OPDRACHT 28 In Nederland valt gemiddeld 760 mm neerslag per jaar In Zuid Limburg valt zelfs gemiddeld 900 mm per jaar hoeveel procent is dat meer? 900 – 760 = 140 : 760 Procent 100 ? mm Neerslag 760 1 140 : 760

Paragraaf 1.2 OPDRACHT 28 In Nederland valt gemiddeld 760 mm neerslag per jaar In Zuid Limburg valt zelfs gemiddeld 900 mm per jaar hoeveel procent is dat meer? 900 – 760 = 140 : 760 Procent 100 0,1315 ? mm Neerslag 760 1 140 : 760

Paragraaf 1.2 OPDRACHT 28 In Nederland valt gemiddeld 760 mm neerslag per jaar In Zuid Limburg valt zelfs gemiddeld 900 mm per jaar hoeveel procent is dat meer? 900 – 760 = 140 : 760 x 140 Procent 100 0,1315 ? mm Neerslag 760 1 140 : 760 x 140

Paragraaf 1.2 OPDRACHT 28 In Nederland valt gemiddeld 760 mm neerslag per jaar In Zuid Limburg valt zelfs gemiddeld 900 mm per jaar hoeveel procent is dat meer? 900 – 760 = 140 : 760 x 140 Procent 100 0,1315 18,42 mm Neerslag 760 1 140 : 760 x 140 Dat is 18,42 % meer

Procentuele toename : 760 x 140 Procent 100 0,1315 18,42 mm Neerslag 760 1 140 : 760 x 140 Absolute toename

Procentuele toename : 760 x 140 Procent 100 0,1315 18,42 mm Neerslag 760 1 140 : 760 x 140 Absolute toename Hoeveel komt er in het echt bij?

Paragraaf 1.2

Paragraaf 1.2 a) 760 – 738 = 22

Paragraaf 1.2 a) 760 – 738 = 22 Procent 100 Neerslag in mm

Paragraaf 1.2 a) 760 – 738 = 22 Procent 100 Neerslag in mm 738 1 22

Paragraaf 1.2 a) 760 – 738 = 22 : 738 x 22 Procent 100 Neerslag in mm

Paragraaf 1.2 a) 760 – 738 = 22 : 738 x 22 Procent 100 2,98 Neerslag in mm 738 1 22 : 738 x 22 Het is met 2,98 % toegenomen

Maak opdracht 28 t/m 37 Vanaf blz 19