WELKOM! Workshop … een bok op de haverkist 18 maart 2016
Even voorstellen Marianne Eringa
Programma Ervaringen Tips en tools Oefenen Zie het als een PROEVERIJ Wie zit er in de zaal?
….wie kent haar niet
VOORBEREIDEN
VAARDIGHEDEN
Voorbereiding Scherp je profiel aan Pitch achter de hand Deskundigheid Standpunt helder Bereid je eigen argumenten voor (logisch, maar vergeet emotie niet): pas aan op gesprekpartner) Bereid je voor op tegenargumenten Betrouwbaar, authentiek Aansluiting Voorbeelden/bewijzen ter ondersteuning Oefen Spiekbriefje
AANSLUITING
COMMUNICATIEVAARDIGHEDEN Maak verbinding: aankijken, non-verbaal gedrag Zoek aansluiting! Spreek vanuit jezelf (ik, wij i.p.v. de boeren) Laat OMA thuis of NIVEA Blijf neutraal, reageer met feedback: ‘begrijp ik het goed…’. Beschrijf. Blijf rustig en vriendelijk. Humor! Eerlijk Beoordeel (label) de tegenargumenten: feit of mening, klopt bewijs/bron, relevantie, volledigheid Probeer trucs te herkennen en ontmasker quasi-argumenten Herhaal zo nodig je standpunt Speel met overtuigingsstijlen
Overtuigen Overtuigen (of beïnvloeden) is een vaardigheid met als doel dat de ander je begrijpt, je ideeën overneemt, zijn/haar bezwaren laat vallen, in jouw situatie verplaatst etc. Ieder mens heeft zijn eigen overtuigingsstijl.
Overtuigingsstijlen Directieve stijl : helder, krachtig, bondig risico: komt gevoelloos over Expressieve stijl: enthousiast, kleurrijk vertellen risico: komt te emotioneel over Coöperatieve stijl: geeft anderen ruimte, stelt vragen, belangstellend risico: te aarzelend, kan een trucje lijken Beschouwende stijl: met bewijzen komen, goede argumenten risico: je bent te breedsprakig, je neemt anderen minder snel mee, te weinig gevoel
Overtuigingsstijlen Wees bewust van jouw overtuigingsstijl. Effectief? (-> herhaal je jezelf?) Je kunt niet een ander worden, wel kun je ‘spelen’ met overtuigingsstijlen door je te verplaatsen in de ander. - loslaten doel gesprek - loslaten oordeel over de ander - verplaats je in de ander: wat heeft die nodig om overtuigd te raken? Ietsje minder… ietsje meer - resultaat: je vergroot je repertoire.
Elevator Pitch Opbouw Binnenkomer Stel jezelf kort voor 5 W’s : wat doe je/bied je, waar ben je goed in, wanneer, voor wie is het interessant, waarom is het voor diegene interessant of waarom doe je het en hoe doe je het ? Afsluiter: iets wat blijft hangen bij de ander
Elevator Pitch Aandachtspunten bij pitch: Kom zeker over, vermijd woorden als: Misschien, eventueel, wellicht Blijf bij jezelf: het beeld wat je schetst moet kloppen (zelfkennis) Spreek met enthousiasme Oefen de pitch voor de spiegel en/of voor ‘eigen’ publiek en vraag feedback Verschillende versies achter de hand
Tot slot