S/K/L 2.6 MAKEN VAN EEN TV-JOURNAAL, OBJECTIEF EN SUBJECTIEF, KRITISCH KIJKEN.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De leesstrategie voor begrijpend lezen
Advertisements

Taalkunde Grammatica A
tekstsoort, -doel + tekstvorm
MedMec01-2 Les schema per week Les 1. toelichting module, deelopdrachten, identiteit. Les 2. presentaties opdracht 1.1 = mindmap (of anders) ik en startformulering.
De pluriforme samenleving
10.1: De pluriforme samenleving Intro statistiek HC Test Onderzoekje.
Al doende leren training docenten
PRESENTATIES IN A NUTSHELL.
3 terugkomende trends en hoe worden deze toegepast?
MedMec01-2 Les schema per week
Opstel schrijven.
inleiding leesvaardigheid Leesstrategieën & schrijfdoel
Exponentiele groei en procenten En weer een opdracht uit het huiswerk.
Flipping the Classroom Principe: Studenten doen het huiswerk op school en volgen de colleges thuis Doel workshop: Ervaren hoe Flipping the Classroom werkt.
Workshop INFORMATIEVAARDIGHEDEN Samen sterk met.
WOENSDAG 16 MAART VRIJDAG 18 MAART NEDERLANDS. PROGRAMMA  15 minuten lezen uit het leesboek  Bespreken werkplanner  Nakijken opdracht 3 en 4 (lezen)
FICTIE 1.1 VERHAALPERSONEN. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET JE Wat een verhaalprobleem/thema is en hoe dit verwoord wordt. Hoe spanning ontstaat en welke.
LEZEN 4.2 BETOOG, SOORTEN ARGUMENTEN EN KRITISCH LEZEN VAN EEN BETOOG.
TAALONDER ZOEK 2.10 SOCIOLECTEN. WAT GAAN WE DEZE LES LEREN? 1.Wat groepstaal is. 2.Hoe sociale groepen zich onderscheiden via groepstaal. 3.Het belang.
LEZEN 5.2 SOORTEN SAMENVATTINGEN. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET/KUN JE.. Welke soorten samenvattingen er zijn. Hoe je deze samenvattingen moet maken.
S/K/L 2.7 PRESENTEREN. WAT GA JE LEREN *Waar een goede presentatie aan voldoet *Hoe je een presentatie voorbereidt.
GRAMMATICA TIJDEN VAN HET WERKWOORD. WAT GAAN WE DEZE LES LEREN Wat de acht tijden van het werkwoord zijn. Wat toekomende tijd is.
INFORMATIE 2.8 HET SCHRIJVEN VAN JE ENQUÊTEVERSLAG.
FICTIE 1.1 VERHAALPERSONEN. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET JE Wat hoofd- en bijfiguren zijn en hoe je deze herkent in een tekst. Hoe het komt dat je.
WOORDEN 2.7 HOMONIEMEN. WAT GAAN WE DEZE LES LEREN? 1.De betekenis van de leerwoorden in deze paragraaf. 2.Wat homoniemen zijn.
Grammatica voorzetselvoorwerp.
Beeldspraak: de vergelijking
Alinea: kernzin + uitwerking
Griekse leenwoorden samenstelling en afleiding
Woorden 3.3 Woorden 1 en woorden 2.
S/k/l 1.6 Kritisch kijken.
Lezen 1.2 Leesstrategieën, tekstverband/signaalwoorden onderwerp en hoofdgedachte.
S/k/l interviewen.
Leesvaardigheid 2 Klaar voor je toekomst!.
Overtuigende tekst/betoog
Aantekeningen maken en navertellen
Een reisverslag schrijven
Genotmiddel Eerste bijeenkomst.
Effect van vertelstandpunt, tijd
Woorden/uitdrukkingen met een vast voorzetsel
Een beschouwing schrijven
Instructie geven en uitvoeren
Aantrekkelijk formuleren
Ongeschreven en geschreven bronnen Aflevering 3
Mannelijke en vrouwelijke woorden
Schrijven Een Verslag.
Interview voorbereiden
Lezen samenvatten.
Soorten zinnen en verbindingswoorden
Betrouwbaarheid van informatiebronnen
Betogende teksten Hoe herken ik de standpunten en argumenten in een betogende kijk-/luistertekst en hoe kan ik de kwaliteit van argumenten beoordelen?
Feiten en meningen Hoe herken ik feiten en meningen in een tekst en weet ik wat het verschil tussen beide is? NU Nederlands 2F.
Hoe schrijf je een recensie?
Inleiding, slot, functies, samenvattend tekstverband
Informatieve teksten, interviewverslag
Interview verslag schrijven
Les 3 Lezen 4.2, 4.3 en 4.4.
Leerjaar 3 Nask1 H7 Materie §1 Moleculen.
Inleiding, middenstuk, slot
Van alle markten thuis Perron 1 – les 2.
Observeren Les 2.
Profilering van aandachtswijken, kantelwijken en zelfreddende wijken
Een (informatief) Artikel schrijven
Van alle markten thuis Perron 1 – les 1.
De leesstrategie voor begrijpend lezen
Observeren Les 2.
De vierkantjes puzzel Dit is een puzzel om uw hersens eens goed te laten werken. De vraag is bij elk figuur hoeveel vierkanten u ziet.
lezen Feiten, meningen en argumenten
Kritiek geven en krijgen
Observeren Les 7.
Transcript van de presentatie:

S/K/L 2.6 MAKEN VAN EEN TV-JOURNAAL, OBJECTIEF EN SUBJECTIEF, KRITISCH KIJKEN

WAT GAAN WE VANDAAG DOEN? 1.Introductie opdracht (10m) 2.Uitleg theorie (10m) 3.Maken opdr 5 en 6 (10m) 4.Maak de opdrachten 2,4,7 (20m)

TV-JOURNAAL Bekijk het fragment en beantwoord in tweetallen de volgende vragen: Uitzending journaal Wie zorgen voor het nieuws en hoe komen ze daaraan? 2.Wie beslist er wat er op het journaal komt? 3.Wat is een correspondent? 4.Waarom begint de uitzending met de aanslag in Parijs?

WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN ONDERSTAANDE ZINNEN? 1.Gisteravond is om twee `s nachts ingebroken aan de Heringstraat 25 te Zeist. 2.Gisteravond is tot mijn grote spijt een verschrikkelijke inbraak gepleegd in de mooie villa aan de Heringstraat 25 in het mooie Zeist.

OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE INFORMATIE OBJECTIEF Er worden alleen feiten verteld (controleerbaar) Geen mening van de journalist Neutraal SUBJECTIEF Wel een mening/ideeën van de journalist. Journalistieke informatie is bijna nooit helemaal objectief. 1.Keuze voor onderwerpen 2.De plaats in de uitzending/krant

WAT VOOR IEMAND IS HIER AFGEBEELD? ZEG WAT OVER ZIJN KARAKTER

Kritisch kijken bij een nieuwsuitzending let op: 1.Welke plaats krijgt het item in de uitzending? 2.Hoeveel tijd wordt eraan besteed? 3.Hoe objectief wordt het gebracht? 4.Wie komen er aan het woord? Alle betrokkenen? 5.Hoe betrouwbaar is de info? 6.Hoe deskundig is de spreker? 7.Heeft die een belang bij wat er gezegd wordt? KRITISCH KIJKEN NIEUWSUITZENDING

HUISWERK Opdr 2,4,5,6,7