Hoofdstuk 14 Biotechnologie
Hoofdstuk 7.5 Fermentatie Hoofdstuk 14 in zijn geheel ( ) Praktijk: Plantenkleurstoffen Papierchromatografie Bacterieel wateronderzoek
Levende wezens (bio). De bewerkingen van natuurproducten voor de industrie (technologie). Hiervoor wordt gebruikt gemaakt van: Bacteriën. Schimmels. Gisten. filmpje: wat is biotechnologie
Levensmiddelen. (kaas en yoghurt) Alcoholhoudende dranken. (bier en wijn) Medicijnen. (antibiotica en vaccins) Chemicaliën. (enzymen in wasmiddel) Brandstoffen. (productie van biogas/ethanol) Landbouw. (resistentie en opbrengst toename) Milieu. (zuivering van rioolwater) zie tabel blz. 290
Link film: ◦
De biotechnologie maakt gebruik van de stofwisselingsproducten die micro organismen produceren. Deze productie vindt plaats onder anaerobe omstandigheden. (Fermentatie H7.5) 1. primaire stofwisselingsproducten. (afbraakproducten, energie en opbouw cel) /alcohol 2. secundaire stofwisselingsproducten. ( fasen van de levenscyclus van een cel) /penicilline Opdracht 1 en 2 blz. 292
De afbraak van glucose zonder de hulp van zuurstof. Twee fasen van fermentatie: 1. De glycolyse, waarbij energie in de vorm ATP wordt gevormd. 2. Tweede fase waarin de reacties NAD + vormen.
1. Alcohol fermentatie: Gisten voeren onder anaerobe omstandigheden de fermentatie uit. Wijn Bier 2. Melkzuurfermentatie: Schimmels en bacteriën voeren onder anaerobe omstandigheden de fermentatie uit. Yoghurt Kaas
In 2 stappen wordt pyrodruivenzuur (pyruvaat) omgezet in ethanol en koolstofdioxide.
In 1 stap wordt pyrodruivenzuur (pyruvaat) omgezet in melkzuur (lactaat).
Als de zuurstof voorraad uitgeput raakt in de spieren, schakelen de spiercellen over van aeroob naar anaerobe omstandigheden en wordt er melkzuur gevormd. Dit veroorzaakt kramp. -> verzuring Opdracht 24 t/m 28 blz. 138
Vast substraat fermentatie. Bereiding van zuurkool Vloeibaar fermentatie. Bereiding van alcohol Batch fermentatie. (gesloten fermentor) Continue fermentatie. (kans op besmetting)
Van klein naar groot. Stadia van opschalen: 1. Sreening op agarplaat. 2. Laboratorium fermentatie. (5L) 3. Proeffabriek. (2000L) 4. Industriële fermentatie.( L) Opdracht 4 t/m 8 blz. 295
Ag7g Ag7g Ingrediënten: Tarwemeel, water, suiker, zout, vitamine c. Micro-organismen: gist Saccharomyces cerevisiae. Enzymen: maltases, saccharases. Fasen: mengen, gisten(rijzen, fermenteren), bakken. Opdracht 9 en 10 blz. 297
Ingrediënten: hop, wort( water, gerst), mout. Micro-organismen: gist. Enzymen: amylases. Fasen: mouten(enzymen komen vrij), brouwen (suikers kleiner gemaakt), fermenteren (gist doet de omzetting van suiker naar ethanol en CO2) en lageren(nagisting). Opdracht 11 t/m 14a blz. 299
Ingrediënten: melk. Micro-organismen: melkzuur bacteriën. Enzymen: chymosine (eiwit splitsend enzym). Fasen: verzuring, coaguleren, scheiden van de wrongel, persen, zouten en rijpen. Opdracht 15 t/m 18 blz. 301
Ingrediënten: Micro-organismen: 2 soorten thermofiele bacteriën: L.Bulgaricus, S.thermophilius Enzymen: peptidasen en lactasen Fasen: pasteurisatie en fermentatie melk
GxpjQ GxpjQ Ingrediënten: witte kool en zout. Micro-organismen: melkzuur bacteriën. Enzymen: successie van micro-organismen. Fasen: gesneden kool, voorfermentatie, vergisting 1 ste stap, vergisting 2 de stap Opdracht 19 t/m 22 blz. 303
Antibioticum = een stofwisselingsproduct van een micro-organisme dat een groei remmend effect heeft op een andere micro-organismen. Smal spectrum antibiotica (penicilline). Breed spectrum antibiotica (tetracycline). Schimmel -> Penicilline chrysogenum Opdracht 23 t/m 26 blz. 305
In Europa zijn biogewassen alleen toegestaan als is aangetoond dat ze geen schadelijk gevolgen hebben en voor mens en milieu. Een biogewas mag pas op de markt gebracht worden als ◦ Is onderzocht wat de effecten voor mens milieu zijn ◦ Er vermeldingen worden aangebracht op producten waarin het is gebruikt ◦ Als de volgende schakels in de productieketen zijn gewaarschuwd over het gebruik van GGO