MI CASA ES TU CASA ¡VAMOS AL INSTITUTO! 2HSP2. PROGRAMA ¿Qué día es hoy? Hoy es miércoles el dos de marzo Unidad 4 herhalen Proeftoets Unidad 4 Spelletjes.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
KLOKLEZEN Wat wil je oefenen ? Klik op jouw keuze UUR HALF UUR
Advertisements

P OR Y PARA. W ANNEER P OR ? Niet-exacte tijdsaanduidingen (rond) - rond de jaren 50 (por los años cincuenta) Niet-exacte plaatsaanduidingen (door, langs,
Schrijf dit op:   Op deze site probeer ik zoveel mogelijk info.
Bienvenidos a la clase de español conjugar los siguientes verbos hablar llevar Escribir leer Escuchar aprender vivir 2.
El Futuro Toekomstige tijd. Er zijn verschillende manieren om over een aktie in de de toekomst te spreken :  Ir + a + infinitive  Vamos a estudiar en.
Ser De vertaling van dit werkwoord: (yo) soy (tú) eres
Voorzetsels.
Ser/Estar/Hay en de Gerundio
Spanje Lotte en Ella.
AARDRIJKSKUNDE.
Capítulo 6 Frases Clave, bron E ¿Qué hacemos? © Noordhoff Uitgevers 2010.
Goedemorgen.
STOF PW hst. 3 Fictie vertelstandpunten
¿ ¿QUÉ HORA ES? HOE LAAT IS HET? ¿Qué hora es? Perdone, ¿tiene hora? Pardon, heeft u de tijd? DE TIJD VRAGEN ( PREGUNTAR LA HORA) No tengo reloj. Nee.
Wat is de persoonsvorm?. Wat is de persoonsvorm?
Samenvatting Havo 5.
De dag vóór het examen Schrijf de data en uren waarop je examen moet doen op een groot vel papier en hang het goed zichtbaar op! Leg alles wat je voor.
Vraagzinnen met vraagwoord
Stage: Basisschool de Klingerberg
Het schrijven van een verhaal
LES 1 EIGEN WOORDENLIJST 15 WOORDEN SP/NL INGELEVERD? INTRODUCTIE BOEK Week 37: 7-11 september.
Week 23 aug-3 sept Info voor 2 lessen. Les 1 Ophalen kennis 2 e jaar mbv foto presentatie /character-design-by-brett-bean-via.html.
Hoy es viernes el 30 de octubre Vandaag is het vrijdag 30 oktober
3HD Unidad 3: Y tú, ¿cómo eres? Granada. Programa Start Unidad 3 Filmpje: Granada (3 op reis) Start taak Unidad 3 + eigen woordenlijst.
2 HAVO Unidad 3: Mi casa es tu casa ¿Qué día es hoy? Hoy es miércoles el 2 de diciembre Welke dag is het vandaag? Vandaag is het 2 december.
Hoy es lunes Vandaag is het maandag. Programa Proefwerk bespreken in vorm van SPEL Proefwerk uitdelen Eigen woordenlijst afmaken en inleveren Bron C Bron.
Hoy es miércoles el 28 de octubre Vandaag is het woensdag 28 oktober.
Eenzame kerst Media begrip week Kerstfeest Vraag 1: met wie en waar ga je dit jaar Kerstmis vieren? Vraag 2: ken je iemand die Kerstmis dit jaar.
Module Grammatica K3 zinsontleding.
Module Grammatica K3 zinsontleding.
3HD Unidad 3: Y tú, ¿cómo eres? Granada. Programa Inleveren eigen woordenlijst Nakijken opdr. 1 Bron C (maken opdr. 3 en opdr. 8) Bron D (uitleg en maken.
Hoe maak ik een PowerPoint presentatie?
Spaans week 9 les 1 3HD.
WEEK 2: 11 T/M 15 JANUARI Unidad 3: Y tú, ¿cómo eres?
ESPAÑOL 5 2MA Hoy es viernes el 18 de marzo. PROGRAMA  Lezen uit ‘Pobre Ana’ en de vragen maken10  Start U520  Stencil over Madrid (filmpje)  Bron.
Werkwoordsvormen, voorzetsels en voegwoorden
Creatief schrijven. Programma -Klassengesprekje: schrijf je weleens? -Inkomopdracht: een gebeurtenis -Creatief verhaal schrijven: tijdcapsule Wat gaan.
SPAANS Alles op een rijtje. Wat hebben we inmiddels gedaan? Woordenlijst gemaakt van min. 35 ‘dingen’( bioscoop, ziekenhuis etc) Eerst oefenen met willekeurige.
Grammatica zinsdelen H1 t/m H6
Programa Leestekst (in stilte) Uitleg Bron G/oefenen Zelfstandig werken aan tarea (tijdschrift)
HERHALING U5 EN U6 2HSP. BRON D – UNIDAD 5 Het bezittelijk vnw geeft aan van wie iets of iemand is. In het Spaans hangt de vorm van het bezittelijk vnw.
De digitale klok.
Tot nu toe ken je: De tegenwoordige tijd (ik eet, ik praat etc.) (Yo) como, (Yo) hablo. De toekomende tijd (wat je van plan bent om te gaan doen, morgen.
MI CASA ES TU CASA ¡VAMOS AL INSTITUTO! 2HSP2. PROGRAMA ¿Qué día es hoy? Hoy es martes el primer de marzo Leestoets afronden (20 min./22 min. extra tijd)
Hoofdstuk 5 Grammatica zinsdelen Meewerkend voorwerp.
Rekenen!!! cito.
Les 4 havo Leesvaardigheistraining;
Herhalen schaal Schaal is een verhouding.
Het schrijven van een verhaal
Deze les nieuwe opzet Instructietafel links in de klas
SO’s en toets SO  maandag 3 november Leren: TB blz. 16  alleen de persoonlijke voornaamwoorden TB blz. 21 helemaal! Dus ook de Frases clave!!! TB blz.
Herhalen schaal Schaal is een verhouding.
SCHAAL in toepassingssituaties
Woordbenoemen Groep 6 en 7.
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Thema 4: Zo bereik je meer
Schrijven 4.3 Formuleren en stijl 1.1
Hoofdstuk 14 Rekenen met tijd. Hoofdstuk 14 Rekenen met tijd.
Examentraining.
Hoofdstuk 13 klokkijken. Hoofdstuk 13 klokkijken.
volgende bladzijde terug
SCHAAL in toepassingssituaties
Oorcheck op het mbo 1 Over gehoor en gehoorschade
De zakelijke brief – schrijven 3.3
Ik kies bewust Films Les 1 Groep 3-4. Ik kies bewust Films Les 1 Groep 3-4.
SEL Les 2: normen en waarden.
Les 3: regels en afspraken met de klas
Grammatica: werkwoorden
Hoofdstuk 21 PROBLEEMOPLOSSEN. Hoofdstuk 21 PROBLEEMOPLOSSEN.
Basis 7 Tijd. Basis 7 Tijd Paragraaf B7.1 Wijzers van de klok.
Transcript van de presentatie:

MI CASA ES TU CASA ¡VAMOS AL INSTITUTO! 2HSP2

PROGRAMA ¿Qué día es hoy? Hoy es miércoles el dos de marzo Unidad 4 herhalen Proeftoets Unidad 4 Spelletjes spelen (zelf gemaakt)

UNIDAD 4 Bron D (ir) Bron F (kloktijden) Bron I (ontkenning) Bron E + J (zinnetjes) Vaste woordenlijst SP-NL Eigen woordenlijst beide kanten Taak (filmpje) Van iedere taak leer je 4 Spaanse zinnen (dus 12 totaal)

UNIDAD 4BRON D IR (gaan) YoVoy TúVas Él, ella, ustedVa NosotrosVamos VosotrosVais Ellos, ellas, ustedesVan  Als je wilt zeggen dat je ergens naartoe gaat, gebruik je na het werkwoord IR het voorzetsel A gevolg door de plek waar je naartoe gaat.  Voy a casa  Voy al supermercado (a + el wordt AL)  Voy a la escuela

UNIDAD 4BRON F ¿Qué hora es?Hoe laat is het ? In het Spaans kun je op twee manieren zeggen hoe laat het is: Son las…..... Es la Es la gebruikt men alleen als het één uur is (of half 2) 13:00Es la una 1:00 Es la una 14:00Son las dos 15:00 Son las tres 12:00Es mediodía 24:00Es medianoche

Als je wilt zeggen dat het half 2, half drie, half 12 etc. is: Es la una y media13:30 Son las dos y media14:30 Son las once y media11:30 In het Spaans zeggen ze dus eigenlijk: het is één uur en een half, het is twee uur en een half, etc. Y media betekent: en (een) half

Als je wilt zeggen dat het kwart OVER 3, kwart over 1, kwart over 6 is: 15:15Son las tres y cuarto 13:15Es la una y cuarto 18:15Son las seis y cuarto Let op! Cuarto = kwart(ier) en cuatro = vier Y cuarto betekent dus: en (een) kwart

Als je wilt zeggen dat het kwart VOOR 1, kwart voor 3, kwart voor 6 is: 12:45Es la una menos cuarto 14:45Son las tres menos cuarto 17:45Son las seis menos cuarto MENOS CUARTO betekent: min een kwart

Er zijn ook kloktijden die anders zijn, bijvoorbeeld: 19:10 19:25 In het Spaans is dit: 19:10Son las siete y diez (Het is zeven uur en 10 minuten) 19:25Son las siete y veinticinco (Het is zeven uur en 25 minuten) Ze zeggen dus eerst welk uur het is geweest en door middel van het woordje Y (en) hoeveel minuten erbij komen.

De kloktijden 18:50Son las siete menos diez 19:35Son las siete menos veinticinco Ze zeggen dus eerst welk uur het moet worden en door middel van het woordje menos (min) hoeveel minuten eraf gaan. Je kunt in het volgende plaatje goed zien of je MENOS of Y moet gebruiken. Om klok te leren kijken in het Spaans moet je dus de getallen van 0-30 goed kennen!

UNIDAD 4BRON I Niet of geen vertaal je in het Spaans met NO. Dit woordje staat vóór de persoonsvorm (werkwoord). Vaak staat het woordje NO vooraan in de zin, maar dit hoeft niet. No quiero bailarIk wil niet dansen Hoy no tengo claseVandaag heb ik geen les

Er zijn ook andere woorden die een ontkenning aangeven zoals: NooitNunca NiemandNadie NietsNada Deze woorden gebruik je samen met NO. Ze staan dan om de persoonsvorm heen. NO staat ervoor en NUNCA/NADIE/NADA erachter. No voy nunca al cine.Ik ga nooit naar de bios. No hay nadie en casa. Er is niemand thuis.

De woorden Nunca en Nadie kunnen ook VOOR de persoonsvorm staan. NO kun je dan weglaten: Nunca voy al cine.Ik ga nooit naar de bios. Nadie tiene hambre.Niemand heeft honger.

TAREA UNIDAD 4 Filmpje maken (in tweetallen, 1x drietal) In je filmpje vertellen jullie iets over school: -Welke vakken heb je? - Beschrijf van 1 dag hoe laat je ontbijt, hoe laat je naar school gaat (en hoe), met welke les je begint, wanneer je pauze hebt, hoe laat ben je uit, wat ga je dan doen, hoe laat ga je avondeten en hoe laat ga je naar bed. Je kunt bijvoorbeeld filmen: je fiets (als je met de fiets naar school gaat), in school (hoe ziet onze school eruit) etc. Je filmpje duurt per tweetal 1,5 minuut. Per drietal duurt het filmpje 2 minuten. Je spreekt gedurende het hele filmpje in het Spaans. 6 Spaanse zinnen per persoon (ongeveer) -> dus 2 zinnen per les. Per les 1 groepje filmen. INLEVEREN 9 MAART

PW UNIDAD 3 EN 4 MARTES 9 DE MARZO  Eigen woordenlijst U3 en U4  Vaste woordenlijst U3 en U4  Eindtaken U3 + U4 (4 Spaanse zinnen per opdracht, 12 totaal)  Unidad 3:  Bron D  Bron C getallen SP-NL  Bron J  Bron E + K  Unidad 4:  Bron D  Bron E + J  Bron I  Bron F