Niet Schoolse Cognitieve Capaciteiten Test Groep 5
Er zijn 5 taken 10 minuten per taak Klaar met je taak? Wachten tot je verder mag
- Jouw antwoordenblad - Een goed potlood - Gum - Een leesboek
Hier staat jouw naam. Klopt dat?
Elke taak start met een voorbeeld. Die maken we samen. Zo leer je: Wat je moet doen bij de taak Hoe het antwoordenblad werkt. Voorbeeld antwoordformulier
A B C D a | C is het goede antwoord
Vul nu zelf in op het antwoordblad bij b. Had je het goed?
Wachten tot je verder mag
Elke taak start met een voorbeeld. Die maken we samen. Zo leer je: Wat je moet doen bij de taak Hoe het antwoordenblad werkt.
of zo
Je mag taak 1 nu maken 10 minuten
Je mag taak 2 nu maken 10 minuten
Je mag taak 3 nu maken 10 minuten
Welk woord hoort erbij? Het tweede deel van deze test gaat net zo, alleen zijn het nu geen plaatjes maar woorden. Achter de streep staan vijf woorden waarvan er één past bij de drie woorden voor de streep. Bij de woorden achter de streep horen letters: die staan er boven A, B, C, D. Streep op het antwoordblad de letter aan die hoort bij het woord dat bij de eerste drie past. Welk woord achter de streep hoort bij de drie woorden die voor de streep staan? Dat is het woord stappen, want stappen is ook lopen. Welke letter hoort daar bij? Dat is D.
Je mag taak 4 nu maken 10 minuten
Welk woord hoort net zo bij dobbelstenen als appel bij bal? Dat is een kubus, want een kubus is net als een dobbelsteen een soort vierkant doosje, terwijl een bal en een appel allebei rond zijn. C is dus het goede Verbale analogieën Het tweede deel van taak 5 is met woorden in plaats van plaatjes. Links voor de streep staan twee woorden die bij elkaar horen. Achter de streep staat één woord waarbij jij het woord moet vinden dat op de stippeltjes moet komen. Dit woord staat bij de woorden A, B, C of D. Voorbeeld:
Je mag taak 5 nu maken 10 minuten
We zijn klaar!