VERBONDEN PARTIJEN Een onderzoek naar effectieve governance bij verbonden partijen Inez Vereijken en Wouter Derksen, KPMG Imke Frijters en Ester Weststeijn, Delftse Rekenkamer COMMISSIE M&E 10 oktober 2013
TWEELUIK OVER REGIEVOERING Collegeakkoord Delft 2010 – 2014: “We hervormen, door de gemeente een meer regisserende rol te geven, door meer samenwerking te zoeken met partners en door meer lijn te brengen in overlegvormen. Kern van de regierol: “Partnerships aangaan met partijen die kunnen en willen bijdragen aan de realisatie van beoogde maatschappelijke effecten” Twee vormen van regie: 1.Verzelfstandiging en op afstand zetten van taken september 2013: DRK- rapport ‘Verbonden Partijen, effectieve governance bij verbonden partijen’ 2.Strategische samenwerking met andere partijen juli 2012: DRK-rapport ‘Regievoering door de gemeente Delft’.
Met welke aannames en vanuit welke doelstellingen is door de gemeente Delft gekozen voor de betreffende (vorm) van verbonden partijen, waren dit de juiste keuzes, zijn de verwachtingen waargemaakt en hoe heeft de gemeente daar op gestuurd of kunnen sturen? Keuze verbonden partij Inrichting governance 1.Sturen 2.Beheersen 3.Verantwoorden 4.Toezicht houden Functioneren in de praktijk
6 = VOM bv 12 = YES! Delft bv 13 = ROM Zuidvleugel i.o. 15 = Recreatieschap Midden Delfland 18 = Avalex 19 = Grondwateronttrek- king Delft-Noord 20 = bedrijvenschap Harnaschpolder 22 = OMDH 23 = Regionale belastinggroep
CONCLUSIES THEMA 1: KEUZEPROCES 1.Keuze vorm past niet altijd bij takkenpakket VP. Leidt tot nadelen in sturing en beheersing. 2.Beleidskader t.a.v. deelname in VP’s geeft te weinig houvast bij overweging tot deelname. AANBEVELINGEN College: versterk bij aangaan VP onderbouwing/argumentatie voor de vorm. Raad: zorg voor adequaat kennisniveau om juistheid keuze te beoordelen.
CONCLUSIES THEMA 2: INRICHTING GOVERNANCE 1.Op hoofdlijnen sturingsrelatie met VP’s naar behoren ingericht. Verbeterslagen mogelijk. 2.Overkoepelend beleid over inrichting governance ontbreekt, daardoor sterke verschillen tussen de VP’s. 3.Sturing en verantwoording onvoldoende o.b.v. risicoprofielen. 4.Te weinig aandacht voor toezichthoudende rol. 5.Gevaar rolvermenging aanwezig. AANBEVELINGEN College: laat inrichting governance aansluiten bij type taak, vorm en risico. College: waarborg dat inrichting governance aansluit bij geldende normen. College: breng raad in positie om sturende en controlerende taak op te pakken.
VOORBEELD GEMEENTE AMERSFOORT: ROVA
CONCLUSIES THEMA 3: FUNCTIONEREN IN DE PRAKTIJK 1.Nadelen van vorm worden in de praktijk vaak ‘gecorrigeerd’. 2.Te weinig aandacht voor bedrijfsvoerings- en financiële component in sturing en beheersing. 3.Controlerende taak raad schiet tekort door gebrek aan kennis en expertise en het ontbreken van tijdig beschikbare sturings- en verantwoordingsinformatie. 4.Laag risicobewustzijn bij wethouders, ambtelijk apparaat en raad. 5.Goede vertrouwensrelatie tussen gemeente en andere deelnemers in VP’s. 6.Resultaten lijken aan de verwachtingen te voldoen. AANBEVELINGEN College en raad: let op ‘early warnings’ bij beheersing VP’s. College en raad: maak heldere keuzes bij sturing en beheersing, zoek actief samenwerking op. Raad: zorg voor voldoende kennis over doelstellingen, prestaties en risico’s van de VP om onderbouwd oordeel te vormen.
VOORBEELD GEMEENTE NIJMEGEN: NOVIO