AANEENSCHRIJVEN VAN WOORDEN
Aaneenschrijven Basisregel: als het bij elkaar hoort, en over één ding gaat, schrijf je het ook aan elkaar, zelfs als het heel lang wordt: onroerendgoedtransactiekostensysteem betekenis Let wel op de betekenis! Langeafstandloperlange afstandloper
Aaneenschrijven er-, hier-, daar- en waar- Woorden met er-, hier-, daar- en waar- schrijf je vast: Ermee Daarvan Hieronder Waarom Getallen Getallen tot en met het woord duizend schrijf je ook vast: zevenduizend vijfhonderdtien
Wel of geen tussenletter? en -en als meervoud alleen op –en is: kippensoep e Behalve bij woorden waar er maar één van is: maneschijn e Meervouden op –s krijgen alleen een e: aspergesoep ss Je schrijft –s- als je de [s] hoort in vergelijkbare woorden: stationshal, dus ook stationsstraat
Wanneer krijg je een koppelteken? Na afkortingen en cijfers: mbo-leerling, 18-jarig Als het nodig is voor uitspraak: autoongeluk auto-ongeluk Tussen aardrijkskundige plaatsen: Zuid-Holland Tussen gelijkwaardige delen: zwart-wit Als je een woord afkort: voor- en nadelen Na chef-, ex-, leerling-, niet-: niet-roker Alleen als voor en na het streepje een heel woord staat: dus A4-vel, maar A4’tje
Oefeningen aaneenschrijven 1. Doe de spatietoets op Lees de uitleg over aaneenschrijven in boek B op bladzijde Maak de online opdrachten (paragraaf 2.2) 4. Schrijf van de volgende afbeeldingen op welke spatiefout(en) je ziet. Benoem waarom dit fout is, en hoe het verbeterd moet worden.
Opdracht Maken paragraaf 2.2 boek B Bladzijde Af voor volgende week maandag Klaar? Doorlezen theorie paragraaf 2.3 en beginnen met de opdrachten