Cherche une palette moins cher. Voilà, je l’ai déjà. Zoek een goedkoper doosje. Kijk, ik heb het al.
Cherche une palette moins cher. Voilà, je l’ai déjà. Tu as déjà dépensé tout ton argent de poche? Comment tu le dépenses? Zoek een goedkoper doosje. Kijk, ik heb het al. Heb je al je zakgeld al uitgegeven? Hoe geef je het uit?
Cherche une palette moins cher. Voilà, je l’ai déjà. Tu as déjà dépensé tout ton argent de poche? Comment tu le dépenses? Zoek een goedkoper doosje. Kijk, ik heb het al. Heb je al je zakgeld al uitgegeven? Hoe geef je het uit?
Cherche une palette moins cher. Voilà, je l’ai déjà. Tu as déjà dépensé tout ton argent de poche? Comment tu le dépenses? Zoek een goedkoper doosje. Kijk, ik heb het al. Heb je al je zakgeld al uitgegeven? Hoe geef je het uit?
Mannelijk le Vrouwelijk la Klinker of stomme h l’ Meervoud les
Als er een heel werkwoord in de zin staat, dan komt het voor het hele werkwoord: Je vais le voir. Je veux les acheter.
Als er geen heel werkwoord in de zin staat, dan komt het vóór de persoonsvorm. Je les achète. Je la vois. Je l’ai eu.