 Cherche une palette moins cher.  Voilà, je l’ai déjà.   Zoek een goedkoper doosje.  Kijk, ik heb het al.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Het delend lidwoord Het delend lidwoord is een soort onbepaald lidwoord waarmee je een onbepaalde hoeveelheid aangeeft, bijvoorbeeld:
Advertisements

Delend lidwoord.
Universiteitscollege TU/e 2011
Basisschool de Wester 9 mei 2014.
Futur van regelmatige werkwoorden
PASSÉ COMPOSÉ VERVOEGD MET ÊTRE
Grammaire chapitre 4 1 hv.
Le subjonctif De aanvoegende wijs.
2 hv en 2 A+ Grammaire chapitre 4.
3 vwo+ Grammaire chapitre 2
Namen van landen Les noms des pays.
Het onderwerp ????????????????????.
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
Bienvenue à tous.
Bienvenue à tous.
Bijvoeglijk naamwoord
Grammaire thème 4.
Grammaire thème 6 4 vwo.
Unité 14 Texte 1 Manneken Pis et le Shuttle. Manneken Pis et le Shuttle de hemel* de hemel* een minuut* een minuut* een seconde* een seconde* een week*
aanwijzend voornaamwoord die / deze / dit / dat
Havo 3 Grammaire chapitre 6.
Franse Les Les 16 Vorige les & huiswerk Voyages unité 7 afmaken Les pirates chapitre 8,9, 10 Vorige les & huiswerk Voyages unité 7 afmaken Les pirates.
Franse Les Les 15 Vorige les & huiswerk Extra oefenen meew. Vw.
Franse Les Les 16 Anne chapitre 1 à 4 Aujourd’huis nous sommes vendredi le 13 février 2015 QUEL JOUR SOMMES-NOUS?
Franse Les Les 18 Vorige les & huiswerk Zinnen maken / herhalen
Grammaire chapitre 3 3 havo.
2 hv en 2 vwo+ Grammaire chapitre 5.
Grammaire chapitre 1 2 vwo (+).
Franse Les Les 15 Vorige week Anne chapitre 3 Voyages p. 25/26
In en naar (à, au, aux, en) 2 VMBO - Frans.
Het lijdend voorwerp 3 VMBO - Frans.
Vraagzinnen met vraagwoord
Het bijvoeglijk naamwoord
Franse Les Les 4 Vorige week Voyages p. 12/13 Il y a une fille … Vorige week Voyages p. 12/13 Il y a une fille … Nous sommes mercredi le 8 avril 2015.
HET VRAGEND VOORNAAMWOORD
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
HET AANWIJZEND VOORNAAMWOORD
HET BIJWOORD L’ADVERBE [Audio p.1] Stem NL: Het bijwoord
HET PERSOONLIJK VOORNAAMWOORD
Meewerkend voorwerp & Lijdend voorwerp
HET LIDWOORD L’ARTICLE [LS3_4v_u5_animaties_GRIII] [Audio p.1]
Bijvoeglijk naamwoord Functie: zegt iets over het zelfstandig naamwoord voorbeeldde grote auto la grande voiture het blauwe boek le livre bleu.
Bezittelijk voornaamwoord
Les verbes.
Lijdend voorwerp als persoonlijk voornaamwoord bijvoorbeeld Ik heb een boek gevonden. Ik heb het gevonden. Stefan heeft Sarah gisteren gezien. Stefan heeft.
Franse Les Les 20 Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si vergelijkingen p maken Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si.
Franse Les j’ai cherché et j’ai(re)trouvé mon livre Frans à la carte p. 40, 41, 42 Chanson – Destination ailleurs J’ai cherché j’ai cherché et j’ai(re)trouvé.
Franse Les Les 20 Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si vergelijkingen p maken Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si.
Lijdend Voorwerp Juni 2014.
Het lidwoord Het bepaald lidwoord Nederlands:de/het In het Frans zijn er vier verschillende vormen.
L´adjectif.  Regarde Fabien, ce pantalon bleu.  Et regarde la chemise verte.
TAALREGELS 33 DE VRAGENDE ZIN
Le COD et le COI Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp (COD) En meewerkend voorwerp (COI)
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Flapmethode Wrts.nl Woordjesleren.nl computerdoos
LE FUTUR Je vais aller en France ce week-end.
Delend lidwoord l'article partitif.
LES ADVERBES.
Aanwijzend voornaamwoord
Vraag stellen A. Zonder vraagwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Het lidwoord: de, het mannelijk enkelvoud Le garçon - de jongen
Lidwoorden Le, la, l’, les Un, une, des
Bezittelijk voornaamwoord
BIJVOEGLIJK NAAMWOORD
Klokkijken.
Delend lidwoord Mnl. enk ham - du jambon melk - du lait Vrl. enk
HET BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD
Ontkenning.
Transcript van de presentatie:

 Cherche une palette moins cher.  Voilà, je l’ai déjà.   Zoek een goedkoper doosje.  Kijk, ik heb het al.

 Cherche une palette moins cher.  Voilà, je l’ai déjà.  Tu as déjà dépensé tout ton argent de poche? Comment tu le dépenses?  Zoek een goedkoper doosje.  Kijk, ik heb het al.  Heb je al je zakgeld al uitgegeven? Hoe geef je het uit?

 Cherche une palette moins cher.  Voilà, je l’ai déjà.  Tu as déjà dépensé tout ton argent de poche? Comment tu le dépenses?  Zoek een goedkoper doosje.  Kijk, ik heb het al.  Heb je al je zakgeld al uitgegeven? Hoe geef je het uit?

 Cherche une palette moins cher.  Voilà, je l’ai déjà.  Tu as déjà dépensé tout ton argent de poche? Comment tu le dépenses?  Zoek een goedkoper doosje.  Kijk, ik heb het al.  Heb je al je zakgeld al uitgegeven? Hoe geef je het uit?

 Mannelijk  le  Vrouwelijk  la  Klinker of stomme h  l’  Meervoud  les

 Als er een heel werkwoord in de zin staat, dan komt het voor het hele werkwoord:  Je vais le voir.  Je veux les acheter.

 Als er geen heel werkwoord in de zin staat, dan komt het vóór de persoonsvorm.  Je les achète.  Je la vois.  Je l’ai eu.