Werkwoordsvormen
Spoorboekje 1)Wat weet je al? 2)Oefening werkwoordsvormen 3)Bespreken 4)Zelfstandig aan het werk Wat gaan we leren? - Je kunt werkwoordsvormen herkennen. -Je kunt vertellen welke 5 werkwoordsvormen er zijn. - Je kunt 70% van de werkwoorden uit opdracht 2 van de oefening goed spellen.
Werkwoordsvormen Welke 5 werkwoordsvormen komen aan bod? -Persoonsvorm -Infinitief -Voltooid deelwoord -Tegenwoordig deelwoord / onvoltooid deelwoord -Bijvoeglijk naamwoord afgeleid van een werkwoord
Opdracht werkwoordsvormen Wat? Je gaat het opdrachtenpapier over werkwoordsvormen maken. Dit papier krijg je g d. Hoe? Je zet de antwoorden in je Ipad of op papier. Hulp? Je werkt alleen. Als je een vraag hebt, mag je je buurman/buurvrouw vragen. Kom je er nog niet uit? Steek dan je vinger op. Tijd? 25 minuten Uitkomst? We gaan daarna de belangrijkste zinnen bespreken. Klaar? Je mag het samen bespreken en daarna mag je verder werken aan je opdrachten.
Persoonsvorm Hoe vind je de persoonsvorm? (3 manieren): Van tijd veranderen Van getal veranderen Vraagzin
Voltooid deelwoord Beginnen vaak met ge- : gezongen, gelopen Dit geldt niet als een werkwoord begint met: ver-, her-, er-, be-, en ont-. Voorbeelden: verkend, herkend Voltooid deelwoord altijd in combinatie met hebben of zijn: is begonnen, heeft gewerkt
Infinitief Hele werkwoord op –(e)n. Soms voorafgegaan door te. Te maakt dan deel uit van het gezegde. Verschil met de persoonsvorm: -Wij maken soep -Wij gaan soep maken
Tegenwoordig deelwoord -Onvoltooid deelwoord Het onvoltooid deelwoord duidt een handeling aan die nog bezig is. Het onvoltooid deelwoord is heel makkelijk te vormen: het is altijd infinitief + d. Lopend bereikte hij de auto. Huilend liep het meisje door de gangen. Hij bereikte al zwemmend de kust van Engeland.
Bijvoeglijk naamwoord afgeleid van een werkwoord Zo kort mogelijk! Het verlichte gebouw zag er indrukwekkend uit. Maar: let op uitspraak De gewitte muren
Afsluiting - Je kunt vertellen welke 5 werkwoordsvormen er zijn.