3. Energietransport in de atmosfeer

3.1 Warmtebalans in evenwicht

grootste instraling oorzaak ? kleinste instraling Hoe verloopt de instraling?

met toenemende breedte: een schuinere lichtinval - de afgelegde weg van zonlicht doorheen de atmosfeer wordt groter - evenveel zonlicht wordt verspreid over een groter oppervlak met toenemende breedte: een schuinere lichtinval - daardoor meer reflectie op het aardoppervlak, meer verlies

het zaklampeffect

grootste uitstraling kleinste uitstraling Hoe verloopt de uitstraling?

De wereldisothermenkaart KOUD WARM KOUD

instraling < uitstraling instraling > uitstraling = stralingstekort ENERGIE instraling > uitstraling = stralingsoverschot resultaat: een warmtebalans in evenwicht !

3.2 Snelwegen in de troposfeer

Saharastof Griekenland Sicilië Kreta Tunesië Libië Egypte Saharastof boven de Middellandse Zee

koud warm maximum minimum lucht daalt lucht stijgt H L wind

depressie anticycloon L H 1013 hPa drie krachten voor de wind

depressie anticycloon noordelijk halfrond L H wind L H

verplaatsing stofwolk windrichting windstil veel wind Saharastof boven de Middellandse Zee

Druk- en windsystemen voor de ganse planeet Model voor een niet-roterende aarde Model voor een roterende aarde

Hadleycel NO-passaat ZO-passaat koude lucht daalt botsende lucht stijgt afkoelende lucht daalt Hadleycel NO-passaat ZO-passaat warme lucht stijgt luchtbeweging in de troposfeer

luchtbeweging in de Hadleycel afgekoelde lucht daalt H NO-passaat warme lucht stijgt L luchtbeweging in de Hadleycel tussen evenaar en 30°N

Ligging ITCZ januari

Ligging ITCZ juli

evenaar Ligging ITCZ

3.2.2.3 Luchtsoorten in België

de dominante luchtsoort voor België

cTL cPL Noord-Afrika warme, droge lucht luchtsoorten die België Oostelijk Europa koude, droge lucht luchtsoorten die België kunnen bereiken

zeer koude, vochtige lucht mAL Noordpool zeer koude, vochtige lucht mTL Azoren/Atl. Oceaan warme, vochtige lucht Noordelijke Atl. Oc. koude, vochtige lucht mPL luchtsoorten die België kunnen bereiken

Besluit: De warmtebalans van de aarde wordt in evenwicht gehouden door het transport van warmte. B. Het grootste deel van het warmtetransport gebeurt door de wind. Wind ontstaat door luchtdrukverschillen. Per halfrond zijn er drie luchtcirculatiecellen. Evenwijdig met de evenaar volgen luchtdrukgordels elkaar op. D. België krijgt meestal maritieme tropische lucht, aangebracht door een dominante zuidwestenwind.