Maak je niet dik: Verdunnen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
(procent)rekenen in de vakken
Advertisements

Concentratie Hardheid van water ADI-waarde
v.b. Licht gaat van lucht naar water
Dichtheid Dit hoofdstuk gaat over dichtheid. Dichtheid is een eigenschap van een stof, en is voor iedere stof anders.
Hoofdstuk 1 Om te beginnen
Instrumentele Analyse
Evenredigheden.
1212 /n Korte herhaling van vorige keer Vermelding van meetresultaten zonder nauwkeurigheid is uit den boze ! Conclusies trekken zonder betrouwbaarheids-intervallen.
mol molariteit percentage promillage ppm
Massaverhoudingen Klas 3
Scheikunde DE MOL.
PH-berekeningen.
5 VWO Hst 8 – zuren en basen.
Chemisch rekenen In de derde klas hebben we bij scheikunde geleerd met massaverhoudingen te rekenen. Nu gaan we de reactievergelijkingen gebruiken om.
Kun je complexe problemen oplossen.
6.1 Oplosmiddel – opgeloste stof
Verhoudingstabel Er is een voorraad laxeermiddel. Die oplossing bevat 15% natriumsulfaat. Dit betekent: 15 gram per 100 mL oplossing. Kinderen krijgen.
Berekeningen aan redoxtitraties
Ronde 1: aan het werk gaan.
Oefenopgaven bij ABC toets Opgaven C6. “ optellen en dan delen door het aantal. Zo krijg je het gemiddelde …” C6 Het gemiddelde uitrekenen….. “ voor het.
Massa’s en massaverhoudingen bij een chemische reactie
3.6 Rekenen aan reacties 4T Nask2 3 Verbrandingen.
4.5 Samenstelling van mengsels
Klik ergens op het witte deel van deze pagina om verder te gaan
Berekening middel en water
De chemische concentratie
Elektriciteit Deel 4 Waterstromen Energie Omzetting Ing W.T.N.G. Tomassen.
Lekker en Gezond de Quiz
Thema 2 Cellen § 2.4 Opname en afgifte van stoffen tussen cellen en het uit- of inwendig milieu.
Werk uit.. Methode 1)hou de teller samen door haakjes in te voeren 2)vervang de breukstreep door het deelteken 3)hou ook de noemer samen door haakjes.
Dit is een test. Een tweede dia biedt mogelijk uitkomst.
Chemisch rekenen voor oplossingen
Verdunningen berekenen
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 1 Powerpoints staan op med.hro.nl/houmj/Klas_1BCEHI_Inductief/
Chemisch rekenen Hfst 3.4 t/m 3.7. Een chemische reactie verloopt vaak niet voor 100% De opbrengst (de Yield = de hoeveelheid product(en) is dan lager.
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 2 Powerpoints staan op med.hro.nl/houmj/Klas_1BCEHI_Inductief/
Wet van Lambert en Beer.
Zuurgraad Verband pH en [H 3 O + ] – pH = - log [H 3 O + ] – [H 3 O + ] = 10 -pH – pH = 3,56 Wat is [H 3 O + ] – [H 3 O + ] = 10 -pH = Hoe zit het met.
Significante cijfers Wetenschappelijke notatie a • 10b
Molariteit Molariteit concentratie van stof X [X] = Eenheid molair M
Zoek de het juiste antwoord 100 cm1 meter 100 meter1000 centimeter100 decimeter 1000 meter2000 meter meter next.
rekenen Basisvaardigheden toegepast rekenen
Rekenen met concentratie
DKA4-model In 4 stappen naar het antwoord.. DKA4-model. Delen, keer antwoord op het 4 e getal. Teken een tabel De getallen die bij elkaar horen, onder.
Inhoud Breuken (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen).
Sportvoeding. Verschillende sportvoeding Energiedrank: Aanvullen van koolhydraatgehalte Dorstlesser: Aanvullen van mineralen en vocht Hersteldrank: Aanvullen.
Theo Jacobi We beperken ons tot de grootheden die wij als amateur wijnmakers meten.
1 Maak je niet dik: Verdunnen Opzetje door Ruud van Iterson Voor herbies.nl.
Hoofdstuk 4.
Les 4 : rekenen met tabellen
massapercentages Zo doe je dat Deel weegt 0,20 g Geheel weegt 3,95 g 1
Les 5 Vermenigvuldigen en delen
Hoofdrekenen 1.
Rekenen Les 6 Meten en Meetkunde in het verkeer Les 7 Meten in recepten Les 5 figuren slaan we over!
Berekeningen glasteelt
Breuken optellen en aftrekken
Rekenen MZ4.
Hoofdstuk 4.
Rekenen Les 6 Meten en Meetkunde in het verkeer Les 7 Meten in recepten Les 5 figuren slaan we over!
Berekeningen glasteelt
Hoofdstuk 3 Wat gaan we doen? Terugblik Doel van vandaag Nieuwe stof
H9: ENKELVOUDIGE INTEREST INTEREST
Vergelijkingen van de vorm ax + b = c oplossen
Berekeningen aan redoxtitraties
Hoofdrekenen 1.
Rekenen met verhoudingen
Verder rekenen met kommagetallen
Vermenigvuldigen & delen
Breuken optellen en aftrekken
Transcript van de presentatie:

Maak je niet dik: Verdunnen Opzetje door Ruud van Iterson Voor herbies.nl Antwoorden van Yvet, niet compleet www.drenthecollege.nl

f = 20 Verdunnen V wordt 20x zo groot c wordt 20x zo laag 5 mL Aan een monster water toevoegen f = 20 V wordt 20x zo groot c wordt 20x zo laag 100 mL

de verdunningsfactor f 5 gram suiker 10 ml Vraag; Bereken de verdunningsfactor f 100 ml 500 ml

Opgave 1 Verdunningsfactor: 100 ml : 10 ml is 10 x verdunt Dia 5:   Dia 5: Gram/liter maatkolf 1: 2,01 g suiker in 500 ml Om het in 1 liter te weten moeten we dit x 2 doen. Dus 4,02 g suiker in 1000 ml ( 4,02gSuiker/L) Gram/liter maatkolf 2: Verdunningsfactor = 100:10 = 10 x verdunt.  Cna= 100:10x2,01 = 20,10 mg suiker/L

2,01 gram suiker 2 ml Vraag; Bereken f 50 ml 250 ml

Opgave 2 Verdunningsfactor: f= 50 ml : 2 ml is 25 x verdund

500 ml 2,01 gram suiker 10 ml Vraag; Bereken het aantal g/l in elke mk

Opgave 3 Gram/liter maatkolf 1: 2,01 g suiker in 500 ml Om het in 1 liter te weten moeten we dit x 2 doen. Dus 4,02 g suiker in 1000 ml ( 4,02gSuiker/L) Gram/liter maatkolf 2: Verdunningsfactor = 100:10 = 10 x verdund.  Cna= 100:10x2,01 = 20,10 mg suiker/L (nee!! c delen door f Dus c(na)= 4,02 g/L :10 = 0,402 g/L  

1000 ml 0,701 gram suiker 10 ml Vraag; Bereken het aantal mg/l in elke mk 100 ml 1000 ml

Opgave 4 Mk 1: 0,701 g in 1 liter Mk 2: Cna= 0.701:10=0,0701 g suiker /L

250 ml 653 mg suiker 5 ml Vraag; Bereken het aantal mg/l in elke mk

Opgave 5 MK 1: 653mg suiker in 250 ml. dit x 4 dan heb je het in een liter (juist). 653x4 = 2612mg/L * MK 2: f= 25 :5 = 5 x verdund. Dus c 5x zo klein = 2612/5 mg/L = 522,4 mg

500 ml x gram suiker 10 ml Vraag; Bereken het aantal g/l in elke mk

Opgave 6 Verdunningsfactor = 100:10 = 10 x verdund. Eerste maatkolf x2 omrekening naar 1 L dus 2x Tweede maatkolf 10x zo klein dus 0,2x

x gram suiker 10 ml 800 ppm Vraag; Bereken x 100 ml 500 ml

Opgave 7 Verdunningsfactor = 100: 10= 10 x verdund. Er staat: c= 800 ppm. Dus na 10x verdunnen 800 mg/L . Voor de verdunning dus 10x zoveel = 8000 mg/L De eerste maatkolf is maar een halve liter Dus bevatte ½ x8000 mg = 4000 mg, (4 gram)

100 ml 10 gram suiker 1 ml Vraag; Bereken het aantal mg/l in de laatste maatkolf 250 ml 100 ml

Opgave 8 Verdunningsfactor = 250: 1= 250 x verdund Mk 1: 10x 10g = 100 g/ 1000 ml ( 100g/L) Mk 2: 250x verdund dus 100g/250 = 8,4 g/L

500 ml 5 ml 2,01 g 5 ml 250 ml Vraag; Bereken het aantal mg/L in laatste mk 500 ml 100 ml

Opgave 9 Stap 1 omrekenen naar 1L dus x2 Stap 2 50x verdund Stap 3 20x verdund Dus 2,01 x2 --------- = 4,02/1000 = 0,00402 g/L 50x20 = 4,02 mg/L Merk op dat niet 45x verdund is (dus niet optellen) Maar 1000x (50x20 dus beide ff vermenigvuldigen!!)

2,01 gram suiker y ml? 20,1 ppm Vraag; Bereken y 100 ml 500 ml

Opgave 10 2,01 g/500 mL = 4,02 g/L = 4020 mg/L Na verdunnen 20,1 ppm = 20,1 mg/L f kun je berekenen met V(maatkolf)/V(pipet) maar ook (zie Verdunnen op Herbies.nl , met f = c(voor)/c(na) = 4020/20,1 = 20x 20x verdunnen kan door 5 mL in de 100 mL maatkolf v(maatkolf )/ v(pipet) = 20 100/y = 20 dus y=5

500 ml 2,01 gram suiker 10 ml Vraag; Bereken het aantal g/l in elke mk

Opgave 11