Jongerentaal

Creatief denken, kritisch denken, computerdenken Sociale (communicatieve) en culturele vaardigheden Probleemoplossend en zelfregulerend vermogen Mediawijsheid en informatievaardigheden

1923

 1901: leerplicht: 6 jaar onderwijs volgen (vanaf uiterlijk het 7 e levensjaar)  1969: 9 jaar  1975: 10 jaar (+ 2 dagen per week leerplichtig tot en met schooljaar waarin kind 17 wordt)  2007: volledig leerplichtig tot 18 jaar

Wat stinkt het hier bliksems! Het stinkt hier vervloekt. Die bedonderde kagchel rookt hier al weer. ’t Is hier om donders te worden.

1919  fuifnummer  heusig  jolig  kooi  lam  leut  mal  neerkeilen  moppig  tea’en  zalig  saaie pan ’t Is op het ogenblik een saaie pan op school.

1924 ‘Knal zeg. Een knal-plan. Van wie is dat knaldenkbeeld om mij d’r bij te vragen? Zeker van die knal-Max?’

INLEIDING TOT DE TAALSTUDIE TEN DIENSTE VAN Athenea, Colleges en Normaalscholen door Dr. Remi Sterkens Leraar aan het Koninklijk Atheneum en aan de Hogere Handelsschool voor Juffrouwen te Antwerpen EN Dr. Paula Sterkens-Cieters Lerares aan het koninklijk Atheneum voor Meisjes te Antwerpen

1930 Meisjes:  snoeperig  beelderig  dolletjes  snoezig  schattig  honneponnig  engelachtig Jongens:  formidabel  geweldig  knal  denderend

‘Mieters,’ zei Maarten. ‘Het uitzicht is verdomd mieters.’ - ‘Vind je ze niet verdomd mieters?’ vroeg Paul met glinsterende ogen. - ‘Een mieters verhaal,’ zei Flap bewonderend. - ‘Mieters weer,’ zei hij hijgend.

James Avati

1950  ‘Je weet wel.’  ‘Praat me d’r niet van.’  ‘Ik was van school getrapt.’  ‘Zwaar onvoldoende.’  ‘Op ’n halfgare manier.’  ‘Die gloeiende nonsens.’

Jaren vijftig  Muziek  Mobiliteit  Mode

1970  blitskikker  birdie  gewoon te gek  high  knurft  tof  weetjewel  poepie-ruig  be-in  ludiek

: turbotaal  buma burgermannetje  dombo dom persoon  frust zenuwachtige, onzekere jongen  ordi ordinair meisje  saggonurks, zwijgzaam type  sappo sukkelige jongen

De eightees: gaaf en chillen  los ballos  gers  kopkluiven  heftig  niet te doen  retestrak

 Muziek: hiphop  Mode/mobiliteit  Computer/mobieltje  Funsporten

Schoolopstel My smmr hols wr CWOT. B4, we usd 2go2 NY 2C my bro, his GF & thr 3 :- kds.

ILNY. It’s a gr8 plc. Bt my Ps wr so {:-/ BC o 9/11 tht they dcdd 2 stay in SCO & spnd 2wks up N. Up N = WUCIWUG. I ws vvv brd. Bt my Ps wr :-) they sd ICBW, & tht they wr ha-p 4 the pc&qt...IDTS!! I wntd 2 go hm ASAP, 2C my M8s again. 2day, I cam bk 2 skool. I feel v O:-) BC I hv dn all my hm wrk. Now its BAU...

SMS rglmtg vnzlfsprknd lfdsvrdrt stdnt zkt kmr.

Smileys :-) B:-) :- # I-(

Kontikons (-.-)(?) (13)(=) (9)(,,) (Oo)(-x-) (OoO)

SMS-poëzie D MSJS STND NT ALLN Z WRN MT ZN 44 K STPT P D MEIS AF & W DR 1 VRSRN ‘H KNK J NT RGNS VN’ ZEIK MT 1 RD KP Z KK M TN 7:-/ AN N ZEI: RFFOP TN WR HR DINDIN N D BRT: NRD NRD AFGKRD

straattaal chinga doekoe (VD) floeshfloesh groentoe knaldo pakka plakka

Zwarte schapen, Zak in de stront Ik ben die rapper met een boodschap, muziekaal als Mozart. De onbekroonde koning, dus maak plaats klootzak. Check hoe ik me troon pak, zo van de troon af. Blijf je zitten, geef ik je carrière de doodstraf. Rappers zeggen, we hebben do zat, so What? We schrijven niet voor do, we schrijven voor onze genoodschap.

De wereld is groot, je ass zeker ook daarom wil ik jou want ik vind je zo dope Hoow… daar begint het gezeik maar je vind me te leip dus je durft niet gelijk mee van de club en terug naar m'n wijk is het dat je bluft of wil je dat ik slijm Soesi B & Yes-R, Hey schatje So hey schatje

Loop met me mee, naar de waterkant We gooien alle oude kleren van ons af We springen in één keer samen, hand in hand Laat het stormen. Laat het waaien.

Van Dale anno nu  Jeugdtaal: 93 sma max (de max) flex pienantie kuitenflikker daldeeën

 Jongerentaal: 12 dakken dissen navelpluis kopkluiven

 Meisjestaal: 4 akeligheid dolletjes eng wicht

 Jongenstaal: 7 een oliepoot halen kattenbak kiks onk: een knikker die overschiet

Creatief denken, kritisch denken, computerdenken Sociale (communicatieve) en culturele vaardigheden Probleemoplossend en zelfregulerend vermogen Mediawijsheid en informatievaardigheden