Dictee
Met dank voor de tekst aan: Joke Verweerd
Deel 1
Spelfoudten
De gatsen voor de groote tafel komen binen.
Even leikt het retsaurant dol te staan van hun schets en gelag.
Asof het stemvollume noch staat afgeteld
op de ruinte van het dos.
Maar eemaal aaan tafel doen warnte en sveer hun wek.
De stemmun demppen zich en Tanny heet bij het opneemen
van de drangkjes al door dat er een verjaadag geviert wort.
Ees vraagen of ze baar hier iets aan doen,
een klein cadotje is uitstsekende klantendinbing,
weet ze uit ervaaring.
Wijnand, ahcter het vornuis, schut zijn hooft.
‘Wat bedeol je? Een rodnje van het huis?’
‘Welnee,’ shrikt Tanny, ‘tel iut je wints!
Het zuo kunnnen zijn dat je een kliene verasssing hat.
Je ziedt dat wel vakker.’
Deel 2
Te k St v e rvor m I n g
Z e l f s n U z e d e n a A m ‘ P a r m E n t i e r’ n I e t n o e m t,
rEageert hiJ meteen.rEageert hiJ meteen.
‘ W a t h a dD e n j U l l i e d a N v o o r a aR d i g s ?
V u u r w e r k O p h e t d e s s e rt ?’
‘ E e n c h i q u E b o n b on i n e E n k l e i n d o o s j e
e n v o o r k I n d e r e n e e n p u z z e l t j e.’
H i j v i n d t h e t B e l a c h e l i jk, d a t i s d u i d e l i j k.
‘ L a a t m a a r,’ z e g t z e,
z i c h v o o r n e m e n d v a n a v o n d g e e n e n k e l v o o r s t e l m e e r t e d o e n,
z e l f s n i e t o v e r e E n n i e u w e m e n u k a a r t T e b E g i n n e n.
‘ M o e t i k i e t s a a n b e v e l e n, o f m a a k t h E t j e n i e t u it w a t z e b e s t e l l e n ?’
‘ A l s z e a l l e m a a l v o o R d e z a l m k i e z e n,
h e b i k w a a r s c h i j n l i j k e e n p r o b l e e m.’
‘ M a x i m a a l d e h e l f t k i e s t v o o r v i s, m e e s t a l m i n d e r.
I k g a w el e e n s h o r e n.’
Z e w a c h T z i j n a n t w o o Rd n i e t a f.
H e t i r r i t e e r t h a a rd a t W i j n a n d z o s n e l i n d e v e r d e d i g i n g s c h i e t,
n u l i j k t h e t a l s o f z i j e r e e n c o m p e t i t i e v a n m a a k t.
A a n T a f e l i S m e n e r u i t : d r i e m a a l o p d e h u i d g e b a k k e n z a l m,
e n t w e e v a r k e n s h a a s m e t r o o m s a u s.
Deel 3
Spiegelbeeld
Nakijken
Deel 1 - Nakijken
De gatsen voor de groote tafel komen binen.
Even leikt het retsaurant dol te staan van hun schets en gelag.
Asof het stemvollume noch staat afgeteld
op de ruinte van het dos.
Maar eemaal aaan tafel doen warnte en sveer hun wek.
De stemmun demppen zich en Tanny heet bij het opneemen
van de drangkjes al door dat er een verjaadag geviert wort.
Ees vraagen of ze baar hier iets aan doen,
een klein cadotje is uitstsekende klantendinbing,
weet ze uit ervaaring.
Wijnand, ahcter het vornuis, schut zijn hooft.
‘Wat bedeol je? Een rodnje van het huis?’
‘Welnee,’ shrikt Tanny, ‘tel iut je wints!
Het zuo kunnnen zijn dat je een kliene verasssing hat.
Je ziedt dat wel vakker.’
Deel 2 - Nakijken
Zelfs nu ze de naam ‘Parmentier’ niet noemt,
reageert hij meteen.
‘Wat hadden jullie dan voor aardigs?
Vuurwerk op het dessert?’
‘Een chique bonbon in een klein doosje
en voor kinderen een puzzeltje.’
Hij vindt het belachelijk, dat is duidelijk.
‘ Laat maar,’ zegt ze,
zich voornemend vanavond geen enkel voorstel meer te doen,
zelfs niet over een nieuwe menukaart te beginnen.
‘Moet ik iets aanbevelen, of maakt het je niet uit wat ze bestellen?’
‘Als ze allemaal voor de zalm kiezen,
heb ik waarschijnlijk een probleem.’
‘Maximaal de helft kiest voor vis, meestal minder.
Ik ga wel eens horen.’
Ze wacht zijn antwoord niet af.
Het irriteert haar dat Wijnand zo snel in de verdediging schiet,
nu lijkt het alsof zij er een competitie van maakt.
Aan tafel is men eruit: driemaal op de huid gebakken zalm,
vier haasbiefstuk, een groentequiche
en twee varkenshaas met roomsaus.
Deel 3 - Nakijken
EINDE