DE HERE IS MIJN HERDER Psalm 23
‘De Here is mijn herder, mij ontbreekt niets.’ Als de HEER je herder is, ontbreekt het je aan niets dat er werkelijk toe doet.
‘Hij doet mij nederliggen in grazige weiden’ Een schaap legt zich neer als ie vrij is van angst, spanning, ergernis en honger.
Alleen de herder weet waar het stille, heldere, diepe en zuivere water te vinden is. ‘Hij voert mij aan rustige wateren’
De herder heeft persoonlijke aandacht voor het schaap: ‘Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven.’ ‘Hij verkwikt mijn ziel’
Schapen zijn van nature geneigd te dwalen, maar de herder leidt ze in rechte sporen die voeren naar de betere gronden. ‘Hij leidt mij in de rechte sporen om zijns naams wil.’
Vanaf nu wordt de herder rechtstreeks aangesproken. In de diepe dalen van het leven wordt de relatie versterkt. ‘Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis, ik vrees geen kwaad, want Gij zijt bij mij.’
De stok of knuppel werd gebruikt tegen gevaar. De staf dient om te leiden, te inspecteren en te tellen. ‘Uw stok en uw staf vertroosten mij’
De hoge bergplateaus (ook wel ‘tafellanden’ genoemd) worden eerst door de herder geïnspecteerd. Ze worden schoongemaakt van kreupelhout, gevaarlijke plekken en giftig onkruid. ‘Gij richt voor mij een dis aan voor de ogen van wie mij benauwen’
Verlaat de psalmist vanaf hier de beeldspraak? Olie werd gebruikt om insecten en schurft te bestrijden. ‘Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed.’ ‘Gij zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over’
Een schaap onder leiding van de goede herder laat een spoor van vruchtbaarheid achter zich. ‘Ja, heil en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven’
Bij deze herder is het leven zo goed dat je voorgoed in zijn nabijheid wil verblijven. ‘Ik zal in het huis des Heren verblijven tot in lengte van dagen’