Internationale Handel en Welvaart
Globalisering: Internationale Handel Globalisering – Toename van internationale stromen Van goederen en diensten Van diverse vormen van kapitaal Van arbeidskrachten – Dalende kosten van transport en communicatie
Globaliseringgolf van tweede helft negentiende eeuw – Twee technologische innovaties: Stoomtrein Suezkanaal Globaliseringgolf na Tweede Wereldoorlog – Verdere technologische veranderingen: Roll-on Roll-off schepen Gestandaardiseerde containers
– Recente evolutie van wereldhandel Belang internationale handel in wereldeconomie sinds 1996 duidelijk gestegen Internationale handel neemt sneller toe dan output Omgekeerd: in crisissen valt internationale handel sterker terug dan totale productie Eerste olieschok (1973) Crisis (2001) Grote Recessie (2009)
– Hoge-inkomenslanden Belangrijkste exporteurs en importeurs Echter: belang in wereldhandel is gedaald – Ontwikkelingslanden Belang in wereldhandel gestegen
– Europese Unie blijkt grootste handelsblok ter wereld – Aandeel van China in wereldhandel is pijlsnel gestegen sinds begin van economische liberalisatie (1978) in China
Oorzaken internationale handel Comparatieve kostenvoordelen Internationale specialisatie en arbeidsverdeling – Elk land legt zich toe op productieprocessen die dat land best liggen – Verruimt consumptiemogelijkheden, zelfs voor iemand die minder efficiënt is in eender welke activiteit – Comparatieve kostenvoordelen Niet noodzakelijk absolute kostenvoordelen
Comparatieve kostenvoordelen Cijfervoorbeeld: – Twee landen: Europa en Amerika – Twee goederen: graan en kleding – Arbeid als enige productiefactor – Constante schaalopbrengsten – Afwezigheid van transportkosten
Oorzaken handel: kostenvoordelen – Amerika: absoluut kostenvoordeel in productie van zowel graan als kleding
Veronderstel eerst situatie zonder handel – Voorbeeld prohibitieve invoerrechten in Amerika – Amerikaanse consumptie = Amerikaanse output – Dergelijke situatie noemt men autarkie – Hetzelfde geldt voor Europa – Productievoorwaarden bepalen daarom ruilverhouding
Relatieve prijs van graan ten opzichte van kleding is 1/2, of kleding is dubbel zo duur als graan (in Amerika)
Zelfde berekening voor Europa
Verschillende prijsverhouding in Amerika en Europa Graan blijkt comparatief (relatief, uitgedrukt in kleding) goedkoper in Amerika dan in Europa Amerika: comparatief kostenvoordeel in graan Kleding blijkt comparatief (relatief, uitgedrukt in graan) goedkoper in Europa dan in Amerika Europa: comparatief kostenvoordeel in kleding
Ondanks absolute kostenverschillen ontstaat er handel Veronderstel situatie met handel – Voorbeeld prohibitieve invoerrechten opgeheven – Verschillende relatieve productiekosten Ruilvoordelen internationale handel, specialisatie Elk land specialiseert zich in productie van dat goed waarvoor het over een comparatief kostenvoordeel beschikt Dat goed wordt vervolgens ook uitgevoerd Amerika kan 1,25 eenheden kleding kopen in Europa voor 1 eenheid graan In Amerika kosten 1,25 eenheden kleding 2,5 eenheden graan
Verklaringen voor comparatieve kostenvoordelen Verklaring voor internationale handel: – Relatieve kostenverschillen, verschillen in comparatieve kosten Verklaringen voor relatieve kostenverschillen: – Verschillen in technologie (David Ricardo) – Verschillen in relatieve beschikbaarheid van bepaalde productiefactoren Aantal arbeidskrachten, hoeveelheid land, kwaliteit van productiefactoren Hoge- versus lage-inkomenslanden – Toenemende schaalopbrengsten
Verklaringen voor comparatieve kostenvoordelen Toenemende schaalopbrengsten – Concurrentie tussen vele landen die gelijkaardige, maar gediversifieerde producten produceren – Krugman: in economie waar alle variëteiten van product geproduceerd worden met toenemende schaalvoordelen zal elk land zich specialiseren in bepaalde variëteit andere variëteiten invoeren internationale handel – Verklaart aanzienlijke handel tussen (hoge- inkomens-) landen met gelijkaardige productiefactoren
Internationale handel breidt de consumptiemogelijkheden uit Voordeel 1: Uitbreiding consumptiemogelijkheden – Wereldproductie stijgt – Autarkie Consumptiemogelijkheden = Productiemogelijkheden – Handel met comparatieve kostenvoordelen Consumptiemogelijkheden > Productiemogelijkheden
Voordeel 2: Ruimer productenassortiment Voordeel 3: Toename van concurrentie – Efficiëntie en innovatie – Splendid isolation Aan het einde van de negentiende eeuw plaatsten Britten zich buiten de Europese aangelegenheden Voordeel 4: Nieuwe technologieën en knowhow Internationale handel breidt de consumptiemogelijkheden uit
Tegenover deze voordelen staan overgangskosten – Kosten bij overgang van autarkie naar internationale handel met specialisatie – Verhoogde concurrentie: Bedrijven sneuvelen in de concurrentie, … – Specialisatie: Werknemers moeten herscholen, soms moeizaam Conclusie: participatie aan internationale handel lijkt ondanks alles beste strategie op lange termijn
Voordelen van internationale handel Welvaartsanalyse m.b.v. Het consumenten en producentensurplus
BinnenlandseVraag Binnenlands Aanbod PwPw PbPb a 1= v 1 v2v2 a2a2 Prijs Hoeveelheid a cbd e
BinnenlandseVraag Binnenlands Aanbod PwPw PbPb a 1= v 1 v2v2 a2a2 Prijs Hoeveelheid a cbd e Consumentensurplus producentensurplus Consumentensurplus na internationale handel Producentensurplus na internationale handel Netto-welvaartswinst door internationale handel IMPORT
Voor internationale handel Na internationale handel Verschil Prijs die binnenlandse consumenten betalen PbPb PwPw P b -P w Consumentensurplus aa+b+c+d+b+c+d Producentensurplus b+ee-b Netto-welvaartswinst? Totaal c+d
Protectionisme Effect van een invoertarief op de welvaart van een land?
BinnenlandseVraag Binnenlands aanbod P w +t PwPw PbPb a1a1 v2v2 a2a2 v1v1 Prijs Hoeveelheid a c b d f gk e jihl
BinnenlandseVraag Binnenlands aanbod P w +t PwPw a1a1 v2v2 a2a2 v1v1 Prijs Hoeveelheid a c b d f ge j i h consumentensurplus producentensurplus t = invoertarief Consumentensurplus na invoertarief Producentensurplus na invoertarief Tariefopbrengst overheid IMPORT Eigen productie IMPORT Eigen productie
Voor internationale handel Na internationale handel Verschil Prijs die binnenlandse consumenten betalen PwPw P w +tt Consumentensurplus a+b+c+d+e+ f+g+h+i a+b+c+d -e-f-g-h-i Producentensurplus j+e+j+e Overheidsinkomsten --+h+g Totaal Netto-welvaartswinst/Verlies -f-i
Desondanks wordt protectie (soms) verdedigd… – Douanerechten: belastingen geheven op handelsverkeer over grenzen Percentage van ingevoerde waarde Forfaitair bedrag per ingevoerde eenheid – Invoerquota’s: kwantitatieve beperkingen – Niet-tarifaire handelsbelemmeringen: maatregelen die invoer bemoeilijken (hoewel niet steeds uitdrukkelijk protectionistisch) Wettelijke en reglementaire voorschriften
Argumenten waarmee protectie verdedigd wordt Protectie – Invoervergunningen: invoerder mag slechts invoeren na voorafgaandelijke toelating van overheid
Argumenten waarmee protectie verdedigd wordt Argumenten voor protectie: – Specifieke doelen Bescherming van specifieke goederen Diversificatie van productie Nationale onafhankelijkheid en strategische zelfvoor- ziening – Minder aanvaardbare argumenten Bescherming tegen concurrentie van landen met lage lonen Bescherming van werkgelegenheid – Objectieven gericht op verhoging van welvaart Bescherming van jonge industrie Handelspolitiek op strategische markten Beïnvloeding van ruilvoet
Protectionisme via exportsubsidie voor de eigen producenten Welvaartsanalyse
BinnenlandseVraag Binnenlands aanbod voor bescherming PwPw a1a1 v1v1 Prijs Hoeveelheid a b Binnenlandse aanbod (na bescherming) c IMPORT Eigen productie Consumentensurplus voor bescherming Productiesubsidie voor eigen producenten Consumentensurplus na bescherming Producentensurplus na bescherming IMPORT na bescherming Kosten subsidie voor overheid Welvaartsverlies van een productiesubsidie a d d e f
Voor subsidie Na de subsidieVerschil Prijs die de consument betaalt PwPw PwPw -- Consumentensurplus +a+b+c+d +e --- Producentensurplus ----+f Kosten overheid---(b+c) met b=f -c-f Totaal netto-welvaartsverlies -c
Vergelijking protectie door invoerheffing en productiesubsidie Welvaartsanalyse
Invoer- heffing Productiesubsidie Netto-welvaartsverlies bij invoerheffing Netto-welvaartsverlies bij productiesubsidie VV A A2A2 A1A1 pwpw pwpw P w +t Eigen productie Prijs Hoeveelheid
EINDE