Methodologische beoordeling van observationeel onderzoek

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Handen wassen als preventie van influenza
Advertisements

Wanneer presenteert een CVA zich als een delier??
NVMO 27 maart2013 NVMO Workshop OvO 27 maart 2013 Quasi-experimental study design and get the grant.
Registratie van achtergrondfactoren bij patiënten in de huisartsenpraktijk: welke zijn volgens huisartsen belangrijk om te registreren? Een Delphi studie.
Inhoud bijeenkomst 1 Doel- en vraagstelling Conceptueel model
Psychiatrische stoornissen bij patiënten met een lichamelijke aandoening Hanne Claeys.
Effectiviteit TCAs versus MAOIs
Presentatie Artikel Traditionele Chinese Geneeskunde
Hoofdstuk 6 Steekproeven trekken Methoden en technieken van onderzoek, 5e editie, Mark Saunders, Philip Lewis, Adrian Thornhill, Marije Booij en Jan.
Bronnen van ‘fout’ Validiteit (en precisie)
Vormen van studie (ontwerp)
Voorspellende factoren van post-CVA depressie
Exercise for people with peripheral neuropathy Karin Faber CAT, 8 september 2005.
Clinical audit Ervaringen in Engeland
Kinesiofobie bij lage-rugpijn: kan het eenvoudig en toch ‘’evidence-based? Prof.dr. Rob Oostendorp, Nancy Demolon MSc, Olaf van der Zanden MSc, Prof dr.
Co-schap huisartsgeneeskunde Je naam datum
Nederlands tijdschrift voor Diabetologie
Samenvatting Wat: 10 jaar durend onderzoek om inzicht te krijgen in de samenhang tussen zwaar drinken en depressieve symptomen Wie: Oudere mannen en.
Powerpoint presentaties NCvB
Systematische en individuele patient registratie in de CAM praktijk Voorjaarsconferentie Stichting CAM research 11 juni 2010 van Praag Instituut, Utrecht.
CAT Critical Appraisal of a Topic
Klinische gegevens en bloedonderzoek:
De Herkenning van depressie en angst door huisartsen: Beïnvloed door lichamelijke gezondheid? Marloes Gerrits Juni 2012 NHG wetenschapsdag Co-auteurs:
Preventie van depressie: een overzicht
Effectiviteit van oefentherapie bij heupartrose
Methoden & Technieken van Onderzoek
Hogeschool Rotterdam, Opleiding Vastgoed & Makelaardij drs. ing. M.M.A. Scheepers Collegejaar college.
Verpleegkundig redeneren
Methoden & Technieken van Onderzoek
‘Seksualiteit bespreekbaar?’ Dirry Keurhorst Master Health Care & Social Work 3 juni 2014.
Paulien Verschoren Groep psychische stoornissen 1BaOC4
Plasma NT-proBNP en predictie van cardiovasculaire morbiditeit, mortaliteit, en veranderingen in functionele status, bij de oudste ouderen: de Leiden.
1 Inflammatoire en metabole ontregelingen bij late-life depressie Het belang van symptoom profielen Nicole Vogelzangs Psychiatrie & EMGO + Instituut VU.
Meta-analyse van observationeel onderzoek Nicole Vogelzangs Afdeling psychiatrie & EMGO + instituut.
H2 antagonisten dé behandeling van wratten!?
1 Inflammatoire en metabole ontregeling bij depressieve ouderen Het belang van subtypering! Nicole Vogelzangs Hannie Comijs, Richard C Oude Voshaar (UMCG),
Fasciitis plantaris Het effect van shock wave therapy bij fasciitis plantaris Marjolein Kloet aios huisartsgeneeskunde groep (Jan Peter en Simone)
CoRPS Center of Research on Psychology in Somatic diseases De rol van persoonlijkheid bij het lichamelijk en psychisch welzijn van melanoom patiënten.
Wel of geen antibiotica geven na een hondenbeet Jelle Kolkman Aiosgroep van Alex en Marielle
Elektro shock wave therapie: de behandeling bij hielspoor? Marianne van der Windt Groep
Chronische kniepijn. Tapen? J. van Noort Groep: Jan Peter en Mariëlle 5 juni 2008.
EBM = Evidence Based Medicine. EBM (1)  Toepassen van een bepaalde methode, werkwijze voor het verzamelen van literatuur  Beoordelen en interpreteren.
 Wie zijn wij?  Waar hebben wij dit gedaan?  Wat hebben wij gedaan?  Tandheelkunde en fysiotherapie?
Tot nu toe. Geschiedenis Uitzonderingen, verschil in incidenties.
Persisterende klachten na een enkel distorsie: afwijkingen op röntgenfoto en MRI John M. van Ochten, Marinka Mos, Nynke van Putte, Edwin Oei, Sita Bierma-Zeinstra,
De pijngevoeligheidsdrempel is lager in patiënten met het patellofemorale pijnsyndroom R.A. van der Heijden, M.M. Rijndertse, S.M.A. Bierma- Zeinstra,
Delier en opioiden Marleen van der Kaaij, 27 mei 2014.
Prognostische waarde van MRI bij patiënten met discushernia J Neurosurg Spine Feb 12:1-8. [Epub ahead of print] Abdelilah el Barzouhi*, Annemieke.
Amitriptyline voor musculoskeletale klachten – een systematisch review Jacoline van den Driest, Sita Bierma-Zeinstra, Patrick Bindels, Dieuwke Schiphof.
Schokgolftherapie bij chronische fasciitis plantaris
Behandeling. Moet elke behandeling getoetst? Plausibel mechanisme: carotisbypass?
Het beloop en de prognose van acute laterale enkeldistorsies in de huisartsenpraktijk Adinda K.E. Mailuhu, Edwin H.G. Oei, Nienke van Putten-Katier, John.
METHODE 1.Zoekstrategie in de literatuur met termen als ‘shift work, night work, irregular working hours, body weights and measures, BMI and body mass’.
Klinische kenmerken als voorspeller van vroege knie artrose
Professor Bart W. Koes Department of General Practice Erasmus MC, University Medical Center Rotterdam Missie Wij staan voor excellente patiëntenzorg in.
Sportparticipat ie, gepercipieerd e veiligheid in de wijk en individuele cognities Annie minasian 1BaSw C.
Prognostische factoren van chronische buikpijn bij kinderen in de eerste lijn
Blindering in klinische onderzoeken
Disclosure belangen NHG spreker
Disclosure belangen NHG spreker
Disclosure belangen NHG spreker
VUmc Basispresentatie
Hoofdstuk “Cognities” Medische Psychologie
Het voorspellen van agressie tijdens de behandeling van forensisch psychiatrische patiënten a.d.h.v. DE hcr-20.
Gastric bypass vs. Gastric sleeve
Maartje Schouwenburg, HAIO jaar 2 VUmc NHG-Wetenschapsdag, 8 juni 2018
IKO STUDIE Hein van Hout Associate professor
Disclosure belangen NHG spreker
Disclosure belangen NHG spreker
Kwantitatief onderzoek
Transcript van de presentatie:

Methodologische beoordeling van observationeel onderzoek Nicole Vogelzangs Afdeling psychiatrie & EMGO+ instituut

Inhoud Vormen van observationeel onderzoek Methodologische beoordeling: Bronnen van vertekening Belangrijke aspecten bij beoordeling Verwerken van methodologische beoordeling in review Causaliteit Observationeel I-1

Soorten onderzoek Etiologie Diagnose Prognose Ontstaan van een klacht of aandoening Risicofactoren Diagnose Vaststellen (ernst) klacht of aandoening Prognose Beloop van een klacht of aandoening Prognostische factoren (inclusief behandeling!) Observationeel I-2

Redenen voor observationeel onderzoek Bestuderen van natuurlijk beloop Volgen van grote groepen mensen Lange follow-up duur noodzakelijk Randomisatie niet ethisch Randomisatie niet mogelijk bv beroepsmatige blootstelling Praktische problemen (efficiënter, goedkoper) Zeldzame aandoeningen of gebeurtenissen bv bijwerkingen Black N. BMJ 1996; 312: 1215-8 Observationeel I-3

Verstorende variabelen Design (algemeen) Determinant Uitkomst Verstorende variabelen (confounders) Voorbeelden: Geeft gebruik van Cox-2 remmers een verhoogd risico op myocard infarct in vergelijking met niet-selectieve NSAIDs? Is er een associatie tussen stressvolle gebeurtenissen tijdens de kindertijd en het ontstaan van chronische pijn? Wordt de kans op een chronisch beloop van depressie verhoogd door de aanwezigheid van lichamelijke aandoeningen? Observationeel I-4

Cross-sectioneel onderzoek Alle determinanten en de uitkomst worden op hetzelfde moment gemeten Determinant Uitkomst Voorbeelden: Patiënten met gewrichtsklachten in 50 huisartspraktijken die in de afgelopen 5 jaar Cox-2 remmers of NSAIDs hebben gebruikt? Dossieronderzoek: wel of geen infarct? Meten van stressvolle gebeurtenissen in het verleden en chronische pijnklachten Meten van depressieve klachten in de afgelopen 2 jaar en de aanwezigheid van lichamelijke aandoeningen Observationeel I-5

Cohort onderzoek Stel cohort samen Meet blootstelling aan de determinant Volg cohort in de tijd Identificeer ziektegevallen Determinant Uitkomst Voorbeeld I: Patiënten met gewrichtklachten in 50 HA praktijken, starters medicatie (Periodiek) vaststellen type pijnstiller Registreren gevallen myocard infarct gedurende 5 jaar Vergelijking incidentie infarct bij Cox-2 remmers vs. NSAIDs Observationeel I-6

Patiënt - controle onderzoek Selecteer ziektegevallen Kies een (gezonde) controle groep Meet blootstelling aan de determinant (in het verleden) Determinant Uitkomst Voorbeeld I: - Alle (nieuwe) infarcten gedurende 1 jaar in 10 centra - Selectie controlepersonen (bv. via huisartsinformatiesysteem) - Vergelijking type NSAID tussen patiënten en controles (OR) Observationeel I-7

Inhoud Vormen van observationeel onderzoek Methodologische beoordeling: Bronnen van vertekening Belangrijke aspecten bij beoordeling Verwerken van methodologische beoordeling in review Causaliteit Observationeel I-8

Methodologische beoordeling Diversiteit in design: geen standaard checklist Bestaande checklisten verschillend samengesteld Aanpassen aan onderwerp van review Inschatten aanwezigheid en omvang van mogelijke bronnen van vertekening Selectiebias Informatiebias Confounding Observationeel I-9

Bronnen van vertekening - Selectiebias Inadequate selectie van onderzoeksdeelnemers De kans op selectie is afhankelijk van de uitkomst (voorbeeld: autogordels) Associatie tussen determinant en uitkomst is anders in de onderzoekspopulatie dan in de (theoretische) bronpopulatie Observationeel I-10

Beoordeling risico op selectiebias Is de onderzoekspopulatie een goede afspiegeling van de bronpopulatie? Goede beschrijving setting, selectieprocedure, selectiecriteria PC: Controles afkomstig uit dezelfde bronpopulatie als patiënten? Hoge respons Cohort onderzoek: worden mensen ‘at risk’ geselecteerd? Observationeel I-11

Bronnen van vertekening - Informatiebias Onvergelijkbaarheid van informatie: over de determinant bij patiënten vs controles over de ziekte in verschillende blootstellingcategorieën Metingen worden niet op zelfde wijze uitgevoerd Metingen zijn beïnvloed door kennis over determinant en/of ziekte (bv jeugdgebeurtenissen in mensen met chronisch pijn) Observationeel I-12

Beoordeling risico op informatiebias Zijn determinant en ziekte op gestandaardiseerde wijze gemeten? Dezelfde methode bij alle deelnemers? Definitie van afkappunten en diagnostische criteria? Zijn goede (=valide & betrouwbare) meetinstrumenten gebruikt? Zijn determinant en ziekte onafhankelijk gemeten? Blindering Onafhankelijke beoordeling Observationeel I-13

Bronnen van vertekening - Confounding De associatie tussen determinant en ziekte wordt (deels) door andere (niet-mediërende) determinanten verklaard => confounders Confounder is geassocieerd met determinant en met de uitkomst (en ligt niet in het causale pad) Determinant Uitkomst Confounder Observationeel I-14

Beoordeling risico op confounding Zijn potentiële confounders gemeten? Is er in het design rekening gehouden met confounding (bv restriction, matching) Is de statistische analyse goed uitgevoerd? Gestratificeerde analyse Multivariabele analyse (is model beschreven?) Observationeel I-15

Follow-up (bij cohort onderzoek) Uitval van deelnemers kan leiden tot vertekening van resultaten Is uitval tijdens follow-up beperkt gebleven? Is uitval selectief (meer uitval in bepaalde blootstellingcategorieën)? Is de follow-up duur voldoende? Observationeel I-16

Samenvatting checklist Adequate selectieprocedure? Hoge respons? PC: patiënten en controles uit dezelfde bronpopulatie? Determinant en uitkomst bij alle personen op dezelfde wijze gemeten? Onafhankelijke meting van determinant en uitkomst? Beperkte uitval tijdens follow-up? Voldoende duur van follow-up? Design houdt rekening met confounding? In analyses gecorrigeerd voor confounding? Observationeel I-17

Voorbeelden van checklists Etiologie: Horwitz & Feinstein. Am J Med 1979; 66: 556-4 Friedenreich et al. Epidemiology 1994; 5: 66-79 Greenhalgh. Evidence based health care work book, 2000 Van der Windt et al. Occup Environ Med 2000; 57: 433-42 Prognose: Kernan et al. Stroke 1991; 22: 1108-16 Laupacis et al. JAMA 1994: 272: 234-7 Hudak et al. Arch Phys Med Rehabil 1996; 77: 586-93 Kuijpers et al. Pain 2004; 109: 420-31 Hayden et al. Ann Int Med 2006; 144: 427-37 én: www.cochrane.nl Observationeel I-18

Beoordelen van prognostisch onderzoek Grotendeels vergelijkbaar met etiologisch onderzoek, verder: Inceptie cohort? Behandeling gestandaardiseerd? Beoordeling analyse Causaliteit (één specifieke prognostische factor): conform etiologisch onderzoek (controle confounding) Predictie: combinatie van factoren met hoogste voorspellende waarde Altman D. BMJ 2001;323:224-8. Observationeel I-19

Verwerken beoordeling in meta-analyse Gebruik van totaalscore checklist: Totaalscore als wegingsfactor (bij pooling) RR ongewogen: 1.38 [1.01-1.87] RR gewogen voor kwaliteit: 1.46 [1.29-1.64] Gestratificeerde analyse (bij pooling) RR studies lage kwaliteit: 1.07 [0.89-1.29] RR studies hoge kwaliteit: 1.91 [1.56-2.35] Chlorination of drinking water and cancer Morris et al. Am J Publ Health 1992;82:955-63 Observationeel I-20

Verwerken beoordeling in meta-analyse Bestuderen van invloed van specifieke aspecten Gestratificeerde analyse (subgroep analyse) Meta-regressie analyse (meerdere aspecten tegelijk meenemen) Aspecten van methodologische beoordeling, bv Studies met hoge vs lage respons Cohort onderzoek vs patiënt-controle onderzoek Studies met vs zonder blindering Invloed van andere studiekenmerken Observationeel I-21

Subgroep analyse Saturated fat intake and breast cancer 1.0 0.8 1.2 1.4 1.6 RR 12 case-control studies 6 cohort studies Intermittent sunlight and melanoma 1.0 0.5 1.5 2.0 2.5 OR 7 studies with blinding 9 studies no blinding Egger et al. BMJ 1998;316:140-4 Observationeel I-22

Inhoud Vormen van observationeel onderzoek Methodologische beoordeling: Bronnen van vertekening Belangrijke aspecten bij beoordeling Verwerken van methodologische beoordeling in review Causaliteit Observationeel I-23

Samenhang of causaal verband? Sterke associatie hoeft geen causaal verband te betekenen Noodzakelijke en voldoende oorzaken I. factor F  Ziekte II. factor X  factor F  Ziekte factor Y  III. factor P  factor Q  Ziekte factor R  Observationeel I-24

Criteria voor causaliteit (afgeleid van Hill) Tijdsrelatie: temporeel verband determinant - uitkomst 1 prospectief cohort onderzoek 2 patiënt-controle onderzoek 3 cross-sectioneel onderzoek Sterkte van de associatie / dosis-respons relatie Consistentie van onderzoeksresultaten Validiteit (methodologische beoordeling) Voldoende aandacht voor potentiële confounding Plausibele verklaring voor associatie Observationeel I-25

Levels of evidence (voorbeeld) Strong: consistent associations found in ≥ 2 high quality cohorts Moderate: consistent associations found in ≥ 1 high quality cohort and ≥ 1 low quality cohort Weak: consistent associations found in ≥ 1 high quality cohort or in ≥ 3 low quality cohorts Inconclusive: association found in < 3 low quality cohorts Inconsistent: inconsistent findings irrespective of study quality Observationeel I-26

Let op … Associaties zijn vaak zwak (RR 0.5-2.0): precise, but spurious … Besteed aandacht aan heterogeniteit van onderzoek en resultaten In observationeel onderzoek is het onmogelijk om bias en confounding volledig uit te sluiten Mogelijk grotere kans op publicatiebias Observationeel I-27

Spurious results …

MOOSE Meta-analysis Of Observational Studies in Epidemiology Richtlijn voor rapporteren van systematische reviews van observationeel onderzoek Vgl. CONSORT (RCTs) en QUORUM (Sys reviews) Checklist voor editors en auteurs Vraagstelling Zoekstrategie Beoordeling methodologie Analyse Discussie en conclusies Stroup et al. JAMA 2000; 283: 2008-12 Observationeel I-29

Samenvatting Prospectief cohort onderzoek heeft (in principe) de voorkeur bij bestudering van causale relaties Observationeel onderzoek is gevoelig voor bias Voorzichtigheid bij conclusies betreffende aanwezigheid of sterkte van causale relatie Methodologische beoordeling is grotendeels ‘maatwerk’ Observationeel I-1

EINDE Methodologische beoordeling van observationeel onderzoek Observationeel I-1