Hoofdstuk 11 Vreemd vermogen (11.1 t/m 11.4) 11.1 behoefte aan Vreemd vermogen 11.2 vreemd vermogen 11.3 indeling naar looptijd 11.4 Vreemd vermogen op midden en lange termijn 24 Bedrijfsadministratie Opgave
Hoofdstuk 11 -Vormen van vreemd vermogen Behoefte aan vreemd vermogen Inkoopmarkt Bedrijf Verkoopmarkt Overheid Vermogensmarkt Omzettings- proces Liquide middelen Gelduitgaven Producten Geldontvangsten Productiemiddelen BelastingenSubsidies Aantrekken van Vreemd en Eigen vermogen Betaalde interest Betaalde dividend Aflossingen Goederenstroom Primaire geldstroom Secundaire geldstroom Primaire en secundaire geldstromen
Hoofdstuk 11 -Vormen van vreemd vermogen Vreemd vermogen (2) Vermogen dat door organisatie terugbetaald moet worden aan verschaffers van dat vermogen niet-ondernemend of niet- risicodragend vermogen; vergoeding die betaald wordt voor het beschikbaar stellen heet interest; terugbetalen van vreemde vermogen heet ‘Aflossing’.
11.3 Indeling Vermogen naar looptijd Lange termijn (VV-lang) 2 jaar of langer aan de onderneming beschikbaar gesteld Korte termijn (VV-kort) Minder dan 2 jaar aan de onderneming beschikbaar gesteld
Hoofdstuk 11 -Vormen van vreemd vermogen Indeling Vreemd Vermogen naar looptijd Vermogensmarkt Geldmarkt Korte termijn < 2 jaar Kapitaalmarkt Lange termijn >= 2 jaar
Vreemd vermogen op (middel)lange termijn Hypothecaire lening: lening met onroerendgoed als onderpand Onderhandse lening: lening verstrekt door enkele geldgevers Achtergestelde lening: lening die pas terugbetaald wordt nadat alle andere schuldeisers betaald zijn. Bullet lening: aflossing aan het einde van de looptijd ineens Borgstellingskrediet: Bij weinig zekerheden kan een bank een beroep doen op de Borgstellingsregeling. De overheid geeft dan borg. 6
Vreemd vermogen op (middel)lange termijn Obligatielening: grote lening die verdeeld is in kleinere schulddeeltjes (meestal € 500) 1. Meestal aan toonder en vrij verhandelbaar; 2. Vaak vaste couponrente; 3. Looptijd (vaak tussen 5 en 20 jaar); 4. Beursnotering vaak in %(van de nominale waarde). Bijvoorbeeld 98% van 500 = € 490, maar 98 als koers 5. Aflossing a pari (tegen nominale waarde) 6. Aflossing ineens of door loting. Vaak recht van vervroegde aflossing 7. Vaak via Trustee (belangenbehartiger) 7
Staatlening sept/10: Griekenland betaalt 957 basispunten: 9,57% boven DU NL geen risico?
9 © Joris van de Mark/ NOS
kapitaalmarkt lange rente (met een looptijd vanaf 2 jaar). basistarief NL staatsobligaties + risico opslag
Obligatievormen (1): Zero bonds : geen interest. Aflossingsbedrag > emissiebedrag. Junk bonds : obligatie met veel risico. Couponrente is hoog. Converteerbare obligaties/ Convertible: omzetten obligatie in aandelen van het bedrijf Reverse convertible: ook omzetten aandelen in obligatie Perpetuals: niet aflosbaar, eeuwig interest
Koersen obligaties
Converteerbare obligatielening: = obligatielening die onder bepaalde voorwaarden in aandelen van dezelfde onderneming omgezet kan worden (indirecte emissie van aandelen) voorwaarden: -bepaalde periode (conversieperiode) -bepaalde ruilverhouding met evt. bijbetaling (conversiekoers) -vaak recht op vervroegde aflossing (dwang tot emissie) -vaak anti-verwateringsclausule 13
Motieven: Onderneming: - geen gunstig emissieklimaat (indirecte emissie levert meer op?) - betaalde interestkosten aftrekbaar voor vennootschapbelasting - weet niet of ze permanent of tijdelijk vermogen nodig heeft Belegger: -als het goed gaat met de onderneming kan ze obligaties converteren -als het niet goed gaat met de onderneming toch vaste vergoeding 14
Conversiekoers = aantal obligaties x nom.waarde +/- contante betaling aantal aandelen x nom.waarde = Hoeveel kost 1 aandeel mij (in euro’s) bij conversie. = Wat lever ik in als belegger en wat is de aandelenwaarde die ik ervoor terug krijg. Premie boven conversiewaarde is: beurswaarde converteerbare obl - conversiekoers 15
Journaalposten: B. Creatie van converteerbare obligatielening: 071 3% Conv. Obligatielening in port Aan 072 3% Conv. Obligatielening BPlaatsing van de converteerbare obligaties per bank tegen 102%: 110 Bank Aan 071 3% Conv.Obligatielening in port Agio op obligaties
Converteren van obligaties in aandelen Conversievoorwaarden: 3 obligaties van € € 300 bijbetaling geven recht op 5 aandelen van €100 = 5 aandelen van €100 kosten mij als belegger € aandeel kost mij als belegger: 1800/5 = € 360 = 360/100 = 360% Hierin zit dus 260 % agio. 900 obligaties worden omgewisseld: 072 3% Conv. Obligatielening (900 x 500) Bank (900/3 x 300) Aan 041 Aandelen in port. (900/3 x 5 x 100) Agio op aandelen(260% van )
Opgave