Training Les 2, De basisprincipes
Doelen doorlopen Terugblik vorige week Huiswerk Sorteermethode disciplines Theorie Aan de slag Evaluatiefase Transfer (huiswerk) Planning
Kunnen uitleggen wat training inhoudt. Kunnen vertellen welke onderdelen getraind kunnen worden van het paard. Kunnen uitleggen wat aërobe uithoudingsvermogen inhoudt. Kunnen vertellen wat anaërobe uithoudingsvermogen inhoudt. Verschil benoemen tussen interval en duurtraining. Doelen
Thema de trainer, opdrachten, planning en eindopdracht duidelijk? Terugblik op het huiswerk! Gemaakt? Verschillende disciplines sorteren. Terugblik vorige week
Waarom is het bij de training van dressuurpaarden belangrijker om eens iets anders te doen dan bij de training van endurancepaarden? Ander gebruiksdoel, andere onderdelen om te trainen belangrijk. Gymnastiseren – Uithoudingsvermogen. Waarom is het goed om met het grondwerk te beginnen als een paard nog een veulen is? Grondwerk = basistraining, belangrijk voor ieder paard, en als veulen kun je dit aanleren door het paard zijn goede geheugen wat deze dan niet meer zal vergeten de rest van zijn leven. Huiswerk
Wat is training? Training is een oefenproces gericht op verbetering van het prestatieniveau. Prikkel cellen lichaamsdelen verbetering herstel/rustperiode trainingseffect. Te zware training: overbelasting. Te lichte training: geen trainingseffect. Theorie
Training moet worden afgesteld op belastbaarheid. Zowel geestelijk als lichamelijk. Meeste problemen ontstaan aan botten en pezen. moeilijker beoordelen vanaf buitenkant. meer tijd tot verbetering. Theorie
Voor het leveren van een prestatie dienen de volgende onderdelen getraind te worden: Karakter (zelf) Coördinatie (zelf) Beenwerk Spierkracht (zelf) Uithoudingsvermogen Theorie
Beenwerk: bestaat uit: Botten, spieren, pezen, gewrichten, banden en kapsels! Theorie
Uithoudingsvermogen: te trainen in korte tijd. Wordt bepaald door: hart, longen en spieren. 2 soorten uithoudingsvermogen: Aërobe uithoudingsvermogen: zuurstof verbruikt = duurvermogen. Anaërobe uithoudingsvermogen, geen zuurstof = explosieve, kortdurende vermogen. Theorie
Energie komt glucose, wat uit het voedsel gehaald wordt! Aërobe omzetting glucose: er ontstaat koolzuur en water. Dit proces komt na 1 min op gang, omdat activiteit van hart & longen is versneld voor voldoende zuurstof! Anaërobe omzetting glucose: melkzuur gevormd. Brengt veranderingen in de spier teweeg. Te veel = ernstige spierpijn/spierbeschadiging. Hoe beter het lichaam melkzuur kan verdragen, hoe langer dit proces. Door trainen leert het lichaam het gevormde melkzuur beter te verdragen. Theorie
Uithoudingsvermogen trainen: Duurtraining: constante snelheid – lange tijd. Intervaltraining: hoge snelheid – korte tijd. Theorie
Onderdelen: Karakter, Coördinatie en Spierkracht zelf opzoeken! Beenwerk en uithoudingsvermogen aanvullen vanuit het document. Mindmap maken over alle onderdelen die je kunt trainen. totaaloverzicht/per onderdeel uitgewerkt. zie voorbeeld op bord. Eerste 5 min geen vragen aan docent! Aan de slag
Terugblik op doelen, vertel – leg uit! Laat zien dat je het snapt! Kunnen uitleggen wat training inhoudt. Kunnen vertellen welke onderdelen getraind kunnen worden van het paard. Kunnen uitleggen wat aërobe uithoudingsvermogen inhoudt. Kunnen vertellen wat anaërobe uithoudingsvermogen inhoudt. Verschil benoemen tussen interval en duurtraining. Evaluatie
Klaar? Feedbackformulier invullen Helemaal ingevuld weer inleveren bij docent. Voor jezelf aan het werk met de huiswerkvragen als anderen nog bezig zijn! Evaluatie
Ga jij deze theorie meenemen naar je stage? Waarom wel/niet! Hoe ga je dit gebruiken op je stage? Kan je de theorie vertalen naar de realiteit? Huiswerkvragen maken! Dit is de belangrijkste basis voor de volgende lessen en voor je trainingsschema, maak de vragen hierover dus zorgvuldig zodat we volgende week kunnen bespreken! Transfer